Overslaan en naar de inhoud gaan

In-, uit- en herinstroom bijstand 2016 - 2021

Laatste update:

Samenvatting

Ontwikkelingen in de in-, uit- en herinstroom tussen 2016 en 1e helft 2021 op landelijk niveau

In de afgelopen 5 jaar zijn de instroom én de uitstroom gedaald

In de periode januari 2016 tot juli 2021 was het volume van de bijstand begin 2017 op zijn piek. Daarna, tot begin 2020, nam het aantal mensen in de bijstand af. Door de coronamaatregelen is de instroom in het 2e kwartaal van 2020 toegenomen en de uitstroom afgenomen. Hierdoor nam het bijstandsvolume weer toe, maar niet tot het niveau van begin 2016.

Over de hele periode is de in- en uitstroom gedaald. De uitstroom kent een jaarlijkse piek aan het einde van de zomer. Kijken we naar de instroom en uitstroom per gemeente, dan valt op dat er regelmatig een samenhang tussen de twee zichtbaar is. Een hoge instroom gaat vaak gepaard met een hoge uitstroom. 

Relatief meer herinstromers bij instromers in de bijstand

In absolute aantallen is de instroom sinds 2017 afgenomen, terwijl de herinstroom minder sterk is afgenomen. Als gevolg hiervan is de herinstroom een relatief groter deel gaan uitmaken van de instroom.

Jongeren, alleenstaanden en mensen met een migratieachtergrond de afgelopen 5 jaar het sterkst vertegenwoordigd bij de instroom in de bijstand

Uit de analyses blijkt dat jongeren (18 tot 27 jaar) het vaakst instromen in de bijstand. Vergeleken met de totale beroepsbevolking zijn jongeren oververtegenwoordigd in de instroom in de bijstand.

Mannen stromen gemiddeld nét iets vaker de bijstand in dan vrouwen, maar we zien ook dat dit bij alleenstaande ouders volledig afwijkt. Binnen die groep instromers is de overgrote meerderheid vrouw. Ook onder de totale Nederlandse bevolking is bij eenouderhuishoudens de overgrote meerderheid vrouw, maar dit aandeel is kleiner dan onder de instromers in de bijstand. Binnen de Participatiewet onderscheiden we 3 leefvormen: alleenstaand, alleenstaande ouder en (echt)paar. Van de verschillende leefvormen stromen alleenstaanden het vaakst in de bijstand in.

Ook zien we dat iets meer dan de helft van de mensen die instroomt in de bijstand een migratieachtergrond heeft. Binnen die groep heeft meer dan driekwart een niet-westerse migratieachtergrond. Een deel van deze groep zijn statushouders. Onder instromers met een migratieachtergrond zijn de 25- tot 35-jarigen het meest vertegenwoordigd. 

Jongeren oververtegenwoordigd bij uitstroom uit de bijstand

Een relatief groot deel van de uitstromers is 18 tot 35 jaar (43,3%). Bij de jongste leeftijdscategorie (18 - 27 jaar) zien we gedurende de jaren een duidelijke seizoenspiek in juli met uitstroom naar onderwijs. Vergeleken met alle mensen met een bijstandsuitkering zijn mensen tussen de 18 tot 35 jaar oververtegenwoordigd en mensen ouder dan 45 jaar ondervertegenwoordigd in de uitstroom. Hoe ouder je bent, hoe moeilijker het dus is om uit te stromen. Zo is ook te zien dat mensen die ouder zijn en toch uitstromen, relatief langer in de bijstand hebben gezeten.

Over de gehele periode is een toename te zien van het aandeel 55-plussers in de bijstand. De groep die moeilijker uitstroomt, neemt dus toe in omvang. 

Uitstroomkans na langer in de bijstand kleiner, wel toename uitstroom langdurig bijstandsgerechtigden 2016 - 2022

Wanneer we kijken naar de verblijfsduur van de personen die uitstromen, dan zien we dat over de gehele periode 44% binnen het eerste jaar uitstroomt, 16% binnen het tweede jaar en 10% binnen het derde jaar. Naarmate iemand langer een bijstandsuitkering ontvangt, wordt de kans dat diegene uitstroomt kleiner.

In de periode 2016 - 2020 zien we een aantal ontwikkelingen. Zo neemt het aandeel van uitstromers na meer dan 60 maanden sterk toe. Dit is deels te verklaren door een toename van uitstroom vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en het toenemende aandeel van langdurig bijstandsgerechtigden ten opzichte van het totaal van de mensen in de bijstand. Daarnaast zien we een relatieve toename van uitstroom na kort verblijf in de bijstand na medio 2020. Het betreft hier vaak mensen die begin 2020 vanwege de coronacrisis zijn ingestroomd, maar relatief snel weer zijn uitgestroomd.

Alleenstaanden stromen vaker uit de bijstand

Van de verschillende leefvormen (alleenstaand, alleenstaande ouder en (echt)paar), stromen alleenstaanden het vaakst uit. Dit is verklaarbaar, omdat de meeste mensen in de bijstand alleenstaand zijn. Maar ook ten opzichte van alle alleenstaande bijstandsgerechtigden zijn zij bovengemiddeld vertegenwoordigd in de uitstroomcijfers. De uitstroomkans is voor alleenstaanden dus groter dan voor echtparen en alleenstaande ouders. 

Procentuele toename van uitstroom personen met een migratieachtergrond

Van het totaal aantal personen dat tussen 2016 en medio 2021 uit de bijstand stroomden, had meer dan de helft een migratieachtergrond (56,7%). De absolute uitstroom van personen met een migratieachtergrond in de bijstand is gemiddeld afgenomen. Maar dit geldt ook voor personen met een Nederlandse achtergrond. De procentuele uitstroom van personen met een migratieachtergrond in de bijstand neemt juist toe, al neemt het in het jaar 2020 en de eerste helft van 2021 weer wat af. Desalniettemin blijft de uitstroomkans van personen met een migratieachtergrond over de gehele periode lager dan gemiddeld. 

Mannen stromen vaker uit en tussen 27- en 35-jarige mannen en vrouwen is het verschil in de kans op uitstroom het grootst

Over het algemeen stromen er iets meer mannen uit de bijstand dan vrouwen. Hoewel er meer mannen uitstromen, is het aandeel van vrouwen in de bijstandspopulatie beduidend groter. De kans om als vrouw uit de bijstand te stromen, is dus kleiner. Ook stromen vrouwen minder vaak uit naar werk. In de leeftijdscategorie 27 - 35 jaar is het verschil op de kans om uit te stromen tussen vrouwen en mannen relatief het grootst. 

Mannen stromen vaker uit naar werk, door handhaving of detentie en vrouwen door aangaan van een relatie of oorzaak bij partner

Werk  is de meest voorkomende reden om uit te stromen uit de bijstand. Het aantal mensen dat door handhaving uit de bijstand is gestroomd, is over de hele periode afgenomen. Van de mensen die uitstromen naar werk is een relatief groot deel onder de 45 jaar. In de periode 2016 - medio 2021 is een kleine toename zichtbaar in het aandeel jongeren dat uitstroomt ten opzichte van het totaal jongeren in de bijstand, voor 45-plussers is er juist sprake van een lichte afname. Voor mannen en vrouwen is er duidelijk een ander patroon zichtbaar als het gaat om de redenen van uitstroom. Zo stromen mannen vaker uit naar werk, door handhaving of detentie en vrouwen door het aangaan van een relatie of oorzaak bij partner.

Relatieve daling van handhaving als reden voor uitstroom bij herinstromers 2017 - medio 2021

Mannen zijn iets sterker vertegenwoordigd bij de herinstroom dan bij in- en uitstroom. Dit zou samen kunnen hangen met de uitstroomredenen die vaker voorkomen bij mannen én bij herinstromers. Net zoals bij de uitstroom is de meest voorkomende uitstroomreden bij herinstromers werk. Het aandeel herinstromers dat voorafgaand uitstroomde naar werk, is tussen 2017 en medio 2021 gestegen. Die reden is gemiddeld genomen minder sterk vertegenwoordigd bij de herinstromers dan bij alle uitstromers. De tweede meest voorkomende reden van uitstroom bij herinstromers, handhaving, is juist over de gehele periode gedaald. 

Herinstromers gemiddeld iets ouder dan mensen die voor het eerst instromen in de bijstand

Herinstromers zijn gemiddeld genomen iets ouder dan mensen die voor het eerst instromen in de bijstand. Alleenstaanden maken gemiddeld tweederde uit van de herinstromers. Hun aandeel is over de periode 2017 - 1e helft 2021 iets toegenomen. Deze ontwikkeling is minder sterk dan bij de mensen die voor het eerst instromen.

Gekeken naar de samenhang tussen leefvorm en geslacht, valt direct op dat het overgrote deel van de herinstromende alleenstaande ouders vrouw is en een ruime meerderheid van de alleenstaanden man. Vergeleken met de eerste instromers zijn bij alle leefvormen mannen minder sterk vertegenwoordigd. Bij de herinstroom zijn alleenstaande mannen van 27 tot 35 jaar het sterkst vertegenwoordigd en bij de eerste instroom alleenstaande mannen tussen de 18 en 27 jaar.

Aandeel herinstromers dat voorafgaand aan uitstroom langer dan 3 jaar een uitkering ontving, is in de periode 2017 - 2020 gestegen

Iets minder dan 50% van de herinstromers had voorafgaand aan uitstromen korter dan 1 jaar een bijstandsuitkering. Het aandeel herinstromers dat voorafgaand aan de uitstroom uit de bijstand langer dan 3 jaar een uitkering ontving, is in de periode 2017 - 2020 gestegen van 20,7% naar 25,3%. Dit zou kunnen samenhangen met de relatieve stijging van uitstroom van bijstandsgerechtigden die langer dan 3 jaar een uitkering ontvingen in dezelfde periode.

Inhoud