Overslaan en naar de inhoud gaan

In-, uit- en herinstroom bijstand 2016 - 2021

Laatste update:

5 Verschillen tussen gemeenten

5.5 Geslacht in-, uit- en herinstroom

Er zijn verschillen te zien tussen verschillende gemeentetypen qua man-vrouw-verhouding. Zo is het percentage mannen dat instroomt in de bijstand in universiteitssteden gemiddeld 56,0% en in kleinschalige gemeenten 50,8%. De verhouding is in kleinschalige gemeenten dus bijna gelijk.

 

Voor alle gemeentetypen geldt dat het aandeel vrouwen met een bijstandsuitkering groter is dan het aandeel mannen met een bijstandsuitkering. In kleinschalige gemeenten is dit verschil het grootst, in universiteitssteden het kleinst. Bij de uitstroom zien we bij alle gemeentetypen het omgekeerde. Van de totale uitstroom is een groter deel man dan vrouw.

Om te bepalen of de uitstroomkans van mannen en vrouwen verschilt per gemeentetype, kunnen we de uitstroom van mannen en vrouwen afzetten tegen het totaal aantal mannen en vrouwen met een bijstandsuitkering. We zien dan dat de uitstroomkans voor zowel mannen als vrouwen het laagst is in de universiteitssteden.

Bij alle gemeentetypen zijn mannen het sterkst vertegenwoordigd bij de herinstromers. Dit komt overeen met de algemene oververtegenwoordiging van mannen bij de herinstroom. Er zijn echter wel verschillen wat betreft gemeentetype. Zo zijn mannen het sterkst vertegenwoordigd in de universiteitssteden, gevolgd door de kleinstedelijke gemeenten. De samenhang tussen leefvorm en geslacht (zoals in het vorige hoofdstuk te zien was) zal een belangrijke verklarende factor zijn.

Inhoud