Overslaan en naar de inhoud gaan

Leidraad monitoring vroegsignalering

Laatste update:

4 Monitoring en evaluatie Vroegsignalering (Wgs)

Effect

Daling problematische schulden

Als laatste wil je als gemeente in beeld brengen of het proces van vroegsignalering het gewenste effect heeft opgeleverd: minder inwoners met (problematische) schulden. Hiervoor is het van belang dat er in de eerste plaats cijfers verzameld worden. 

Het CBS verzamelt cijfers over inwoners met geregistreerde problematische schulden. Deze cijfers geven een indicatie aangezien ze gebaseerd zijn op een selectie van schuldeisers/registratiebronnen (o.a. Belastingdienst, DUO, BKR, WSNP). Als gemeente kan je hierover zelf ook informatie verzamelen, bijvoorbeeld door een enquête onder inwoners, cijfers van kredietbanken, BKR etc. 

Bepaalde indicatoren kunnen ook een signaalfunctie hebben voor de omvang van problematische schulden in de gemeente. Denk hierbij aan:

  • Aantal huisuitzettingen in de gemeente
  • Aantal afsluitingen van water en/of energie (op te vragen bij drinkwaterbedrijf of regionale netwerkbeheerder(s))
  • Aantal inwoners geregistreerd in regeling wanbetalers CAK 
  • Hoogte van de schulden bij aanvang schuldhulpverlening
  • Aantal schuldeisers bij aanvang schuldhulpverlening
  • Bijstandsdichtheid (1)

Monitoring samen met vastelastenpartners

Een mooi voorbeeld van hoe je samen met vastelastenpartners kunt kijken naar de effecten van vroegsignalering komt uit Friesland. Verschillende Friese gemeenten hebben met woningcorporaties afspraken gemaakt over de werkwijze bij de opvolging van de vroegsignalen. Om te monitoren wat de effecten zijn, is gekeken naar de hoogte van huurachterstanden t.o.v. de huur. Omdat de woningcorporaties huurders hebben in verschillende gemeenten is het eenvoudig om een vergelijking te maken. Hierbij viel op dat één van de gemeenten die had gekozen voor een andere werkwijze ook andere resultaten had. Zo'n constatering biedt een belangrijk aanknopingspunt om de werkwijzen te evalueren.

Neveneffecten vroegsignalering

Vroegsignalering van schulden kan voor gemeenten op meerdere fronten van meerwaarde zijn. Zo kan de gemeente op basis van vroegsignalen meer leren over haar inwoners.  Bijvoorbeeld in hoeverre inwoners in staat zijn om de vaste lasten te betalen, of hoe de situatie is waarin inwoners leven. Ook kan een tot dan toe onbekende doelgroep in beeld komen bij de gemeente. Vroegsignalering kan zo leiden tot het signaleren van problemen op andere leefgebieden. Meerdere problemen zouden op die manier tijdig ontdekt en aangepakt kunnen worden waardoor geen grotere problematiek ontstaat. Ook kan vroegsignalering bijdragen aan de zichtbaarheid van de gemeente en de bekendheid dat de gemeente ondersteuning kan bieden. In dat opzicht is het ook een proces van de lange adem.

Een uitkomst van de inzet op vroegsignalering kan ook zijn dat inwoners bekend raken met het proces van vroegsignalering, het hulpaanbod van de gemeente en/of dat schulden bespreekbaarder worden. Het delen van ervaringen van inwoners kan hier ook weer aan bijdragen. Een voorbeeld is het initiatief van de gemeenten Druten en Wijchen om in de lokale krant of eigen website hier een artikel over te plaatsen over ervaringen en/of de resultaten van vroegsignalering.

Inzicht in andere problematiek

Door vroegsignalering kan de gemeente inzicht krijgen in de problematiek van de inwoner op andere leefgebieden dan financiën: verslaving, psychische gezondheid, huisvesting etc. Om in het kader van vroegsignalering een beeld hiervan te krijgen, kan de volgende informatie worden verzameld:

  • Aantal doorverwijzingen naar niet financiële hulp
  • Uitsplitsing naar het type niet financiële hulp

Leren over inwoners

Er zijn verschillende achtergrondkenmerken waarop de gemeente kan monitoren om een beter beeld te krijgen welke inwoners te maken hebben met schuldenproblematiek, ongeacht of de inwoner bereikt wordt of hulp heeft geaccepteerd. Het is hierbij zinvol om niet alleen ééndimensionaal te kijken naar bepaalde achtergrondkenmerken maar om deze ook met elkaar te verbinden. Dit kan een goed startpunt zijn voor andere preventie-activiteiten. Denk hierbij aan:

  • Leeftijd
  • Geslacht
  • Gezinssamenstelling
  • Inkomstenbron inwoner
  • Wijken/postcode gerelateerd
  • Specifieke doelgroepen (bijv. bijstandsgerechtigden of statushouders)

Voetnoten

  1. Hoewel het hebben van een bijstandsuitkering niet betekent dat iemand ook schulden heeft, blijkt uit een vergelijking van % inwoners met problematische schulden met % inwoners met een bijstandsuitkering dat als de een hoog is, dat vaak ook voor de ander geldt.