Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilots inburgering van start tot finish, deel 2: B1-route

Laatste update:

3. Pilot Delft

Finish: ‘In een ideale wereld heeft elke deelnemer een taalrijke werkplek’

Met de pilot B1-route wilde de gemeente Delft een pragmatisch plan opstellen, waarbij ze zoveel mogelijk konden werken in de geest van de nieuwe Wet inburgering. B1-niveau bleek in de praktijk niet voor alle deelnemers haalbaar. Maar volgens Sanne Cocx, adviseur Participatie bij de gemeente Delft, is B1-niveau een middel, geen doel. ‘Ook zonder B1-niveau doen mensen volop mee in de samenleving, en dat heeft niets met leerbaarheid te maken.’

Docentkwaliteit

De doelgroep van de pilot bestond uit een mix van deelnemers die hun A2-examens in één of twee keer hebben gehaald en deelnemers die meerdere pogingen daarvoor nodig hadden. ‘Wij hebben van begin af aan geloofd dat dat niets te maken heeft met motivatie of kans van slagen. Toen we groepen moesten indelen, hebben we hen bewust ingedeeld op leerbaarheid, dus hoe snel en makkelijk ze leren.’

Ga niet zelf niet op de stoel van de aanbieders zitten

Volgens Cocx vraagt dat om andere didactiek en een andere lesmethode. ‘Je kunt niet iemand die nog nooit een school van binnen heeft gezien, op dezelfde manier lesgeven als iemand die hier fluitend naar binnenloopt.’ Daarbij volgde de gemeente sterk het advies van de taalschool. ‘Dat zou ik ook absoluut aanraden aan andere gemeenten. Laat aanbieders zelf invulling geven aan hoe zij die groepen willen indelen en welk lesmateriaal ze gebruiken. Dat zijn de experts. Ik denk daarbij wel dat gemeenten duidelijke en hoge eisen moeten en mogen stellen aan de docentkwaliteit. Dat nemen wij ook mee in onze nieuwe aanbesteding.’

Kansrijk vs minder kansrijk

Voor de twee verschillende groepen waren de lessen dus iets anders ingericht. Zo kregen de ‘hogerleerbaren’, ook wel de kansrijke groep, twee dagdelen per week les. Zo kregen zij de ruimte om meer zelfstandig te studeren.  Bij de ‘lagerleerbaren’ waren dit drie dagdelen met meer en intensievere lessen. Tijdens de uitvoering bleek dit echter niet altijd zo makkelijk. ‘Het bleek dat de ‘lagerleerbaren’ vaker al een betaalde baan hadden. Juist zij konden minder vaak fysiek aanwezig zijn bij de extra lessen. Na een lange dag werken zagen zij er ’s avonds gewoon vanaf. In de praktijk hadden de ‘lagerleerbaren’ daardoor vaak twee keer per week les. En de deelnemers die makkelijker leerden gaven juist aan: doe mij maar die extra les, want ik heb tijd.’

B1 is een middel, geen doel

Broek ophouden

Van de moeilijk leerbare, minder kansrijke groep heeft uiteindelijk geen enkele deelnemer een examen op B1-niveau behaald. In deze groep zaten dus ook mensen die hun A2-examen wel in één keer hebben behaald. ‘Vooral als deelnemers weinig ervaring hebben met onderwijs, kun je je ernstig afvragen of B1-niveau haalbaar is’, zegt Cocx. ‘Natuurlijk zullen er uitzonderingen zijn, maar sommigen zitten echt aan hun plafond qua leerbaarheid, maar ook motivatie en werkdruk.’ Maar over deze deelnemers wil Cocx wel duidelijk zijn: deze mensen staan niet aan de kant. Ze werken vaak fulltime en ze houden hun eigen broek op. Juist deze laagleerbaren doen volop mee. ‘Daarom vind ik het belangrijk om aan te geven dat taal op B1-niveau een streven is. Het is en blijft een middel, geen doel.’

Taalrijke werkplek

De gemeente wilde daarom iedere deelnemer op een werkplek met taal in aanraking laten komen. Voor de deelnemers die zelf geen werk hadden, had de gemeente stageplaatsen geregeld waar de nieuwkomers wel Nederlands moesten spreken, bijvoorbeeld in de zorg. Helaas zijn door corona veel van deze werkplekken weggevallen. ‘In een ideale wereld heeft elke deelnemer een taalrijke werkplek’, vertelt Cocx. ‘Een plek waar aandacht is voor taal op de werkvloer met een werkgever die daarin wil investeren en meedenken. De gemeente heeft volgens mij ook een rol om werkgevers te stimuleren. Op de werkplek moet er ook wat veranderen.’

Doorstromen naar B1 zal alleen volgens mij alleen maar makkelijker gaan

Oefenen, oefenen, oefenen

Terugkijkend op de pilot is Cocx tevreden: ‘Ik geloof dat we het in de basis heel goed voor elkaar hadden. Tot januari 2022 blijven we inzetten op nieuwkomers die tot A2-niveau zijn gekomen. Deze ondertussen-groep blijft bij ons in beeld.’ Maar ook als de Wet inburgering 2021 in werking treedt, wil de gemeente blijven investeren in mensen met ambitie om verder te groeien. ‘En dat zal volgens mij alleen maar makkelijker gaan. Waar in deze pilot nog een tijdsgat zat tussen het behalen van het A2-niveau en de start van de pilot, gaan de deelnemers straks in één streep door naar B1. Die zitten nog in het systeem van: oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Dan blijf je bezig met taal.’