Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilots inburgering van start tot finish, deel 3: Brede intake en persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP)

Laatste update:

5. Pilot Nuenen

Finish: Vier kleine gemeenten, één poule casusregisseurs inburgering

De gemeenten Nuenen en Son en Breugel ontwikkelden in 2017 een aanpak voor het creëren van een Persoonlijk Ontwikkelplan voor nieuwkomers. Zij merkten toen dat veel van de nieuwkomers een uitkering had en/of gebruik maakte van andere maatschappelijke voorzieningen en niet actief participeerde in de maatschappij. De gemeenten wilden hier verandering in brengen. Met de inburgeringspilot konden ze hun aanpak optimaliseren en delen met regiogemeenten Best en Oirschot. Alle vier gemeenten staken de koppen bij elkaar om te achterhalen hoe elke nieuwkomer wil participeren, wat hun talenten zijn en wat voor persoonlijke situaties er spelen. Het doel: een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) opstellen, samen met de nieuwkomers.

Deze vier gemeenten gaan flexibel om met de begeleiding door niet van te voren het aantal gesprekken met nieuwkomers vast te leggen. Beleidsmedewerker Lisa Boons legt uit dat de inburgeraar het proces deels zelf stuurt. ‘Wij kijken samen met de inburgeraars hoeveel gesprekken zij nodig hebben en waar ze over willen praten. Daar gaan we flexibel mee om en daar passen we het traject op aan.'

PIP-poule

Omdat het kleine gemeenten zijn, heeft niet elke gemeente een eigen casusregisseur nieuwkomers in dienst. In totaal zijn er drie casusregisseurs van werkbedrijf WSD ingezet, die elkaar af kunnen wisselen om de intake te doen en het PIP op te stellen. Boons noemt dit een ‘PIP-poule’. ‘Het voordeel is dat je de functie minder kwetsbaar maakt. Grotere gemeenten kunnen meerdere mensen in dienst nemen, maar bij ons zou er hooguit één casusregisseur per gemeente zijn. Mocht diegene uitvallen, dan is alle kennis gelijk weg. Een poule die inzetbaar is voor vier gemeenten, is flexibel. Daarnaast kunnen de casusregisseurs onderling informatie uitwisselen en ervaringen delen om elkaar te helpen.'

Wij kijken samen met de inburgeraars hoeveel gesprekken zij nodig hebben en waar ze over willen praten. Daar gaan we flexibel mee om en passen we het traject op aan.

Taalschool

Ondanks dat de inburgeraar voor een groot gedeelte zelf het roer in handen heeft, helpen de casusregisseurs wel met het uitkiezen van een taalschool voor elke nieuwkomer. ‘Zij matchen de inburgeraar zo snel mogelijk aan een taalschool die ook echt bij hem of haar past', vertelt Boons. ‘In de praktijk zijn nieuwkomers nog niet wegwijs in Nederland en weten ze dus niet naar welke inburgeringsschool ze moeten gaan. Ze kijken waar vrienden en familie naartoe gaan, maar dat is niet altijd de beste keuze.'

Stages en vrijwilligersplekken

Ook kijken de casusregisseurs naar de interesses, motivatie en talenten van nieuwkomers. Soms kunnen ze de match aan een taalschool combineren met een passende stage of vrijwilligersplek. Boons vertelt over een nieuwkomer die graag met zijn handen werkt en in de autotechniek wil werken. ‘Er is een school bij ons in de regio die daar goed bij aansluit. Als de casusregisseur hem hier niet op had geattendeerd en gestimuleerd om daarnaartoe te gaan, was hij hier waarschijnlijk niet terechtgekomen. Na het voltooien van zijn opleiding kan hij doorstromen naar een functie waar zijn interesse naar uitgaat.'

Regie

Een aandachtspunt in deze pilot was de samenwerking met lokale partijen. Boons: ‘Voor sommige organisaties betekende dit dat sommige taken zouden wijzigen. Zij vroegen zich af: "Wat betekent dit voor ons?". In het begin moesten we daarom een goede rolverdeling vinden, want anders krijg je meerdere kapiteinen op één schip. We hebben toen als gemeente gezegd: "Wij zijn de regievoerders, maar we gaan het samen met jullie doen." Het investeren in het lokale netwerk en een goede samenwerking realiseren met ketenpartners zijn belangrijke onderdelen van de brede intake.'

In het begin moesten we op zoek naar een goede rolverdeling, want anders krijg je meerdere kapiteinen op één schip

Rolverdeling

De regie tussen de casusregisseurs en de maatschappelijk begeleiders van samenwerkingspartner VluchtelingenWerk verliep in het begin niet soepel. De maatschappelijk begeleiders fungeerden als vertrouwenspersoon en vroegen veel informatie op bij de nieuwkomers. De casusregisseurs deden dat ook. Nieuwkomers moesten daardoor vaak wel twee of drie keer hun verhaal doen, omdat informatie tussen de verschillende uitvragers niet altijd werd uitgewisseld. Dit werd opgelost door  een duidelijke rolverdeling af te spreken. Zo heeft de casusregisseur van  de gemeente bijvoorbeeld wekelijks contact met de maatschappelijk begeleiders. Alle betrokken partijen versterken elkaar nu.

Of deze aanpak in deze vier gemeenten wordt doorgezet, wordt op dit moment onderzocht door de betreffende gemeenten en het WSD. Boons: ‘Deze aanpak biedt zowel de gemeenten als de nieuwkomers veel voordelen.”