Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden • Jaarrapportage 2023

Laatste update: 19 april 2024

8 35% van het bereik resulteert in acceptatie hulpaanbod

Het bereiken van een inwoner betekent nog niet dat de inwoner ook daadwerkelijk gebruik maakt van de aangeboden hulp vanuit de gemeenten. We zien dat van de bereikte inwoners gemiddeld 35% de  aangeboden hulp accepteert. Dit is 7% van alle meldingen. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om hulp bij het regelen van een betalingsregeling, het stellen van vragen aan de professional vroegsignalering of het openstaan voor zijn/haar tips en adviezen. Ook kan de professional vroegsignalering de inwoner verwijzen naar ander type hulpverlening. 

Gezien de toename in het aantal inwoners met een betalingsachterstand, is het totaal aantal inwoners dat hulp heeft geaccepteerd in 2023 circa 11% hoger dan in 2022. Echter, als we het percentage hulpacceptatie vergelijken, dan lag dat in 2022 iets hoger dan in 2023. In 2022 werd bij 39% van de bereikte inwoners geregistreerd dat zij gebruik maken van het hulpaanbod (8% van alle meldingen).

De vraag is in hoeverre het erg is dat het geregistreerde percentage hulpacceptatie iets lager ligt. Er zijn namelijk verschillende aspecten die van invloed zijn en belangrijk zijn om mee te nemen bij de interpretatie van de cijfers: 

  • Kritischer bij de registratie van hulpacceptatie. Het is aan de gemeenten zelf hoe zij bepaalde vormen van hulp beoordelen en registreren. Hierdoor kunnen registratieverschillen tussen gemeenten ontstaan. Het afgelopen jaar is extra aandacht geweest voor het feit dat een vastenlastenpartner na hulpacceptatie de incasso voor een periode van 30 dagen opschort. Dit kan rust geven voor de inwoner, zolang er ook daadwerkelijk wordt gewerkt aan (het op orde brengen van) de financiele situatie en/of het oplossen de betalingsachterstand. Wanneer het onvoldoende duidelijk is dat dit gebeurt, kan de opschorting ook voor de inwoner nadelig zijn. 
    Bij de herinrichting van het vroegsignaleringsproces, het softwaresysteem en de werkinstructies, zijn gemeenten mogelijk strenger geworden bij de beoordeling en toekenning van ’hulpacceptatie’, omdat ze meer doordrongen zijn van de implicaties. 
  • Veranderingen in het registratieproces. Voorheen werden bij VPS alleen automatisch dossiers aangemaakt voor meervoudige en opeenvolgende signalen dossiers aangemaakt, niet voor enkelvoudige. Dit is sinds dit najaar niet langer het geval, waardoor ook voor minder ‘zware’ signalen een dossier wordt aangemaakt. Het is mogelijk dat bij deze enkelvoudige dossiers een inwoner weliswaar wordt bereikt, maar aangeeft zelf in actie te komen en/of contact opneemt met de schuldeiser. Is dat geval is er geen sprake van hulpacceptatie. 
  • De hulpacceptatie verschilt per type betalingsachterstand. Waar de hulpacceptatie bij huur- en energieachterstanden rond de 40% van de bereikte meldingen ligt, ligt die net onder de 30% bij betalingsachterstanden van drinkwaterbedrijven en op iets meer dan 30% bij de bereikte meldingen van betalingsachterstanden van de zorgverzekeraar.   

Een groot deel van de activiteiten bij het opvolgen van signalen wordt door gemeenten geregistreerd in VPS of RIS. Echter, niet alles wordt geregistreerd. Zo kan het zijn dat reacties op een brief terechtkomen bij een klantcontactcentrum dat geen toegang heeft tot RIS of VPS. Of een inwoner kan weliswaar niets van zich laten horen, maar wel zelf actie hebben ondernomen naar aanleiding van een brief. 

Daarnaast gaat niet iedereen in op het eerste hulpaanbod. Zo komt het voor dat een inwoner in eerste instantie de hulp afslaat en later alsnog terugkomt. De melding kan dan inmiddels al zijn afgesloten en het terugkomen van de inwoner wordt dan niet meer geregistreerd bij het oorspronkelijke signaal dat het hulpaanbod heeft geïnitieerd. Het effect van een initieel hulpaanbod is in zo’n geval dus niet terug te zien in de cijfers.

Aan de deelnemende gemeenten aan de monitor, hebben we gevraagd in hoeverre het nog wordt geregistreerd als een inwoner zich na meer dan 4 weken alsnog meldt voor hulp. Bijna de helft van de ondervraagde gemeenten doet dit wel. Echter, dit gebeurt bij een deel (19%) in een ander systeem. 

Bij ‘anders’ geeft men o.a. dat ze dit alleen bij huisbezoeken bijhouden of dat het afhankelijk is wat het vervolgtraject is. Eén gemeente geeft ook aan dat het nog niet is voorgekomen.

Al deze niet-meetbare effecten maken dat de impact van vroegsignalering zeer waarschijnlijk groter is dan op basis van uitsluitend de data valt te concluderen. De mate van hulpacceptatie moeten we dan ook niet zien als belangrijkste maatstaf voor het succes van vroegsignalering. Hulpacceptatie is een indicator, maar geen doel op zich. Als een inwoner de weg naar hulp weet te vinden bij (oplopende) betalingsachterstanden, dan is het doel bereikt. We willen uiteindelijk voorkomen dat financiële problemen gaan escaleren.