Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden • Jaarrapportage 2023

Laatste update: 19 april 2024

6 Bij één op de vijf meldingen wordt inwoner bereikt

Wat verhoogt de kans op een hoger bereik?

Op basis van de data over 2022 en 2023 hebben we gekeken welke factoren de kans op het bereiken van een inwoner (‘succesvol contact’) verhogen. Hierbij hebben we zowel aspecten meegenomen over de betalingsachterstand (de hoogte en het soort achterstand) als de contactpogingen (de contactvorm en de frequentie) en de inwoner (de leeftijd)(1). 

Bij deze analyse hebben we bovengenoemde aspecten tegelijkertijd meegenomen in de analyse. Hierdoor houd je bij het effect van de individuele factoren op het bereik rekening met het feit dat ook andere factoren invloed hebben op het bereik. Kanttekening hierbij is dat er een voorselectie zit in de werkwijze van gemeenten. Bij inwoners met een hoge betalingsachterstanden of waarvan wordt verwacht dat er meer speelt, kiest een gemeente voor een andere, intensievere benaderingswijze dan bij inwoners waar de situatie minder ernstig lijkt. 

Op basis van deze analyses zien we dat de kans op het bereik samenhangt met:

  • Het aantal contactpogingen: hoe meer, hoe kansrijker. Van de meldingen met vier of meer contactpogingen is bij 37% contact gelegd met de inwoner; dit geldt voor 18% van de meldingen met één of twee contactpogingen. 
  • Het type contactpoging: een persoonlijke benadering (telefonisch of huisbezoek) is kansrijker om iemand te bereiken dan een schriftelijke benadering, waarbij de kans weer iets hoger ligt bij telefonisch contact dan bij een huisbezoek. Onderstaande figuur laat het verschil zien. Meldingen waarbij iemand alleen schriftelijk is benaderd (n=388.005) is er in 6% van de gevallen succesvol contact geregistreerd. Bij de meldingen waarbij minimaal één telefonische contactpoging wordt gedaan, wordt 59% bereikt. Dit geldt voor 46% van de meldingen waarbij minimaal één poging tot huisbezoek is gedaan. In het volgende hoofdstuk gaan we dieper in op de contactpogingen van gemeenten. 

Voetnoten

  1.  We hebben in de analyse gecorrigeerd voor de gemeente en de gebruikte software, omdat we weten dat de geregistreerde bereikpercentages tot oktober 2023 hoger lagen bij VPS dan bij RIS door de inrichting van de software. 

  • De hoogte van de betalingsachterstand: bij een openstaand bedrag van € 1000-2000 is er 2,3x meer kans op contact dan bij een betalingsachterstand van € 100-250. Deze verschillen zijn ook zichtbaar in onderstaand figuur, waarin per categorie van de hoogte van de schuld het bereikpercentage te zien is. 
  • De leeftijd: de kans om een inwoner van 45 jaar of ouder te bereiken is groter dan iemand die jonger is. Daarbij zijn er verschillen in benaderingswijzen die effectief zijn tussen jongeren tot 25 jaar en andere leeftijdsgroepen. Zo is Whatsapp of sms bij jongeren effectiever.
  • De vastelastenpartner van wie de betalingsachterstand afkomstig is: rekening houdend met de andere factoren -waaronder de hoogte van de betalingsachterstand- blijkt de kans op het bereiken van een inwoner hoger bij huurachterstanden dan bij achterstanden van andere vastelastenpartners. Ten opzichte van een betalingsachterstand bij de verhuurder, is de kans op het bereiken van de inwoner met een betalingsachterstand bij de energieleverancier 15% lager, bij de zorgverzekering 30% en bij het drinkwaterbedrijf 55% lager. 

    In onderstaande figuur komt dit ook tot uitdrukking. Hierin is te zien bij welk deel van de meldingen daadwerkelijk contact is geweest met de inwoner. Dit is weergegeven per groep van meldingen die bestaat uit signalen van één van de vastelastenpartner. Bij meervoudige meldingen, zal een melding bij twee of meer van onderstaande groepen. In deze figuur zit geen correctie voor het feit dat de betalingsachterstand gemiddeld genomen hoger liggen voor huurachterstanden dan voor achterstanden bij het drinkwaterbedrijf. 

Bovengenoemde bevindingen onderschrijven de resultaten van het onderzoek van Bureau Bartels, Verwey-Jonker, CBS en de Hogeschool Utrecht naar het bereik en de hulpacceptatie van de Vroeg Eropaf aanpak in de gemeente Amsterdam. Zowel kenmerken van de melding, als kenmerken van de inwoner als de gehanteerde Vroeg Eropaf-aanpak blijken van invloed, overeenkomstig hetgeen hierboven is beschreven. Daarbij bleek met name de aanpak bepalend. Zo werd duidelijk dat telefonische benadering de kans op contact significant vergroot ten opzichte van schriftelijk contact of hun huisbezoek. Volgens de medewerkers binnen Vroeg Eropaf Aanpak is het ook nog eens minder tijdrovend dan een huisbezoek. 

Type melding Percentage meldingen waarbij contact is gelegd met inwoner
enkelvoudig, opeenvolgend
(n=170.921)
16%
enkelvoudig, niet opeenvolgend
(n=229.520)
19%
meervoudig, opeenvolgend
(n=33.015)
22%
meervoudig, niet opeenvolgend
(n=14.738)
28%

Lees de aanpak van gemeente Roermond bij vroegsignalering: ‘Een lange adem is soms gewoon nodig’

Hoger bereik bij meervoudige meldingen, lager bij opeenvolgende meldingen

In de bovengenoemde analyses hebben we niet het type melding meegenomen. Wel zien we daar verschillen in bereik: 

  • Bij meervoudige meldingen ligt het bereik hoger dan bij enkelvoudige meldingen (gemiddeld 24% tegen 18%). Dit hangt waarschijnlijk samen met het feit dat het om hogere bedragen gaat. Ook blijkt dat gemeenten bij meervoudige meldingen vaak een andere, meer persoonlijkere of intensievere aanpak, hanteren.
  • Bij opeenvolgende meldingen ligt het bereik lager dan bij niet-opeenvolgende meldingen (17% tegen 22%), zie onderstaande tabel. Mogelijk zijn dit inwoners die relatief moeilijk bereikbaar zijn, omdat ze de eerste keer niet hebben gereageerd. Ook zagen we dat niet iedere gemeente actief reageert op opeenvolgende meldingen, omdat ze inwoners niet willen ‘stalken’. 

Hoger bereik bij eindeleveringssignalen

We kijken in dit rapport hoofdzakelijk naar meldingen met uitsluitend vroegsignalen. Nemen we ook laatsignalen -wat hoofdzakelijk de eindeleveringssignalen zijn- in ogenschouw, dan zien we dat het bereik bij de laatsignalen hoger ligt dan de vroegsignalen. Het bereikpercentage ligt daar op gemiddeld 28%, tegen 19% bij de vroegsignalen. Mogelijke verklaringen voor het feit dat het bereik bij de laatsignalen hoger ligt: 

  • Inwoners ervaren meer nood en urgentie en zijn ontvankelijker voor de hulp. 
  • De werkwijze van gemeenten bij eindeleveringssignalen verschilt van die van reguliere vroegsignalen: de helft van de gemeenten (n=144) gaf in september 2023 aan dat ze eindeleveringssignalen binnen 3 dagen oppakken, zoals geldt bij dreigende situaties (1). Ook gaf 65% van de gemeenten aan dat ze bij eindeleveringssignalen voor een persoonlijke benadering (telefonisch of huisbezoek) kiezen.

Voetnoten

  1. Het ministerie van SZW ziet eindeleveringssignalen niet per definitie als een bedreigende situatie, omdat er in veel gevallen nog een periode overheen gaat voordat de netbeheerder een huishouden daadwerkelijk afsluit van gas en elektriciteit (zie het standpunt van SZW ten aanzien van eindeleveringssignalen in relatie tot de Wgs).