Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden • Jaarrapportage 2023

Laatste update: 19 april 2024

7 Meer inzet van verschillende contactvormen

Meeste contact na persoonlijke benadering

Van alle manieren waarop de vroegsignaleerder contact kan zoeken met een inwoner is een persoonlijke benadering het meest succesvol, waarbij het bereik bij telefonisch contact nog iets hoger ligt dan via een huisbezoek. In het vorige hoofdstuk benoemden we al dat van alle meldingen waarbij minimaal één telefonische contactpoging wordt gedaan, 59% wordt bereikt. Dit geldt voor 46% van de meldingen waarbij minimaal één poging tot huisbezoek is gedaan. 

Aan het bereiken van een persoon, kunnen meerdere contactpogingen vooraf gaan. Als we kijken naar alle contactpogingen (in plaats van de meldingen zelf), dan zien we dat 47% van de telefonische contactpogingen en 31% van de huisbezoeken succesvol zijn in het bereiken van een persoon. 

Een analyse waarin we alle factoren (kenmerken van de betalingsachterstand, de inwoner én de contactpogingen) (zie vorig hoofdstuk) [1] blijkt dat de kans op een succesvol contact -een contactpoging waarbij een inwoner wordt bereikt- ruim 8x zo hoog is als dat telefonisch gebeurt dan per brief. Via een huisbezoek 6x zo hoog en via e-mail, sms of WhatsApp 2,5x zo hoog dan via een brief. Bij jongeren tussen de 18 en 25 jaar zien we dat WhatsApp of sms effectiever is; bij hen is de kans 4x zo hoog dan een brief om iemand te bereiken.

Kanttekening hierbij is dat er verschillen zijn tussen de benaderingswijzen in de mate waarin de resultaten van de contactpogingen worden geregistreerd. Waar bij huisbezoeken en telefonische contacten (nagenoeg) de uitkomst van alle contactpogingen is geregistreerd, is het bij sms’jes en brieven bij een meerderheid van de pogingen onbekend of een inwoner al dan niet is bereikt. Onderstaande tabel geeft dit weer.

Bovendien combineren veel gemeenten verschillende benaderingswijzen. Zo komt het voor dat ze eerst een brief sturen en daarna op huisbezoek gaan. Als een inwoner bijvoorbeeld belt n.a.v. een brief, komt het voor dat een gemeente bij het telefonische contact registreert dat de inwoner is bereikt, zonder dit bij de brief zelf aan te geven. Terwijl dit wel de aanleiding voor de inwoner is geweest om contact op te nemen.

Contacttype % contactpogingen waarbij geregistreerd is of contactpoging wel/niet succesvol is % succesvolle contactpogingen (o.b.v. contactpogingen waarbij geregistreerd is of inwoner wel/niet is bereikt) % succesvolle contactpogingen (o.b.v. alle contactpogingen)
Huisbezoek (n=40.023) 98% 32% 31%
Telefoon
(n=98.977)
98% 48% 47%
Sms/WhatsApp (n=39.516) 25% 20% 5%
E-mail
(n=159.530)
55% 19% 10%
Brief/kaart (n=159.236) 45% 4% 2%
Anders
(n=80.136)
46% 27% 13%
Totaal
(n=481.175)
53% 13% 25%

Percentage contactpogingen waarbij een inwoner wordt bereikt (‘succesvolle contactpoging’), naar type contact

Bureau Bartels, Verwey-Jonker, CBS en de Hogeschool Utrecht hebben in hun onderzoek naar het bereik en de hulpacceptatie van de Vroeg Eropaf aanpak in de gemeente Amsterdam, ook medewerkers en inwoners met een betalingsachterstand gesproken. De medewerkers ervaren dat het goed werkt om verschillende vormen van benaderen in te zetten, waarbij ze op basis het totaalplaatje van de inwoner een afweging maken op welke vorm van contact het beste werkt. Daarbij gaven de inwoners in de interviews aan het prettig te vinden op verschillende manieren te worden benaderd. Waar de één op WhatsApp sneller reageert, heeft de ander dat bij een telefoontje. Hierdoor werd de keuze bij de inwoner gelaten op welke manier hij/zij wil communiceren.