Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden • Jaarrapportage 2023

Laatste update: 19 april 2024

1 Gemeenten ontvingen gemiddeld 4 vroegsignalen per 1000 inwoners per maand

Het gemiddelde aantal signalen per 1000 inwoners per maand is toegenomen ten opzichte van 2022. Gemiddeld ontvangen de deelnemende gemeenten nu 4 vroegsignalen per 1000 inwoners per maand. Dit lag in 2022 op 3,3 vroegsignalen per 1000 inwoners per maand. 

Ter illustratie: een gemeente met 50.000 inwoners moet dus gemiddeld 200 vroegsignalen per maand opvolgen. In 2022 waren dit er maandelijks circa 35 minder, gemiddeld 165 vroegsignalen.

Mogelijke verklaringen voor het stijgend aantal signalen

De toename in het aantal signalen dat de gemeenten aangeleverd krijgen, kan verschillende oorzaken hebben:

  1. Er zijn meer vastelastenpartners die signalen aanleveren 

De verwachting is dat deze verklaring beperkt van invloed is op de stijging van het aantal signalen in het afgelopen jaar. Er komen nog steeds vastelastenpartners bij die het convenant met gemeenten afsluiten om signalen aan te leveren, met name kleinere energiemaatschappijen en particuliere verhuurders (1). Eind 2022 waren alle zorgverzekeraars en drinkwaterbedrijven aangesloten, de energiemaatschappijen die 90% van de markt vertegenwoordigen en veruit de meeste woningbouwcorporaties. 

  1. Er zijn meer betalingsachterstanden onder inwoners 

De berichten over de financiële situatie van huishoudens zijn diffuus. Enerzijds wordt benoemd dat minder huishoudens geldzorgen ervaren over de energierekening en andere uitgavenposten dan in de laatste maanden van 2022. Ook geven meer Nederlanders eind 2023 aan rond te kunnen komen dan eind 2022 (76 om 69 %). BKR ziet dat het percentage personen met een lopend krediet (als percentage van de totale bevolking) en het percentage betalingsachterstanden op lopende kredieten in 2023 is afgenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Ook ligt het consumentenvertrouwen -zowel in het economisch klimaat in het algemeen als over hun financiële situatie- hoger in 2023 dan in 2022. 

Anderzijds blijkt uit een periodieke peiling van Divosa en NVVK dat het afgelopen jaar meer mensen zich hebben aangemeld bij schuldhulpverlening. Ook zijn diverse financiële ondersteuningsmaatregelen richting huishoudens om de energierekening betaalbaar te houden, per 1 januari 2023 gestopt. Daarnaast zijn er huishoudens geweest die in 2022 hun termijnbedrag niet omhoog hebben bijgesteld, terwijl de energieprijzen toen sinds medio 2022 zijn gestegen. Dit kan resulteren in een nabetaling bij de jaarafrekening. Hierdoor kan het aantal betalingsachterstanden zijn toegenomen.

  1. Vastelastenpartners hebben hun proces aangepast 

De stijging in het aantal signalen kan ook te maken met de werkwijze van vastelastenpartners. Zo mogen energiemaatschappijen en drinkwaterbedrijven door een aanpassing van het Landelijk Convenant Vroegsignalering sinds december 2022 ook ná 100 dagen een signaal geven over een betalingsachterstand als het eerder niet kan om een signaal af te geven. En energiemaatschappijen mogen al vanaf 30 dagen na het ontstaan van de betalingsachterstand signalen afgeven via de digitale meldpunten, mits de vooraf verplichte sociaal incasso stappen doorlopen zijn; dit kon daarvoor pas na 50 dagen. Dit kan tot meer vroegsignalen via RIS en VPS geleid hebben. Daarnaast kan het moment waarop een vastelastenpartner signalen aan de gemeente aanlevert zijn vervroegd. Er zijn dan niet zozeer meer betalingsachterstanden, maar wel meer betalingsachterstanden die in beeld komen van de gemeente. 

De gemeenten zijn over het algemeen tevreden over het moment waarop de vastelastenpartners de signalen van de betalingsachterstanden aanleveren. Alleen niet over de het aanlevermoment van betalingsachterstanden bij particuliere verhuurders. Die signalen mogen van 52% van de gemeenten wel eerder komen dan nu gemiddeld gebeurt.

Verschillen over het jaar

Het aantal signalen per maand laat in 2023 een vergelijkbaar patroon zien als in 2022: in maart zijn er beduidend meer signalen dan in de andere maanden, in december zijn er relatief weinig signalen.

De piek in maart komt bij de zorgverzekeraars vandaan, zoals uit onderstaande figuur blijkt. De zorgverzekeringspremie van januari wordt niet vooraf geïncasseerd, maar in de maand zelf. In de incasso van januari zitten ook de kwartaal/halfjaar/jaarbetalers. De vervaldatum van de vordering is later en komt begin maart pas in aanmerking voor aanlevering aan de gemeente.

Voetnoten

  1. In maart 2024 waren er 1159 convenanten afgesloten met vastelastenpartners. In 2023 zijn er 15 nieuwe energiemaatschappijen bijgekomen en 533 (particuliere) verhuurders.