Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilots inburgering van start tot finish, deel 1: Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten

Laatste update:

4. Pilot Haarlemmermeer

Start: De grote gezinnen en sterke vrouwen van Haarlemmermeer

‘Wie ben je en wat wil je? Dat is een vraag die in veel landen helemaal niet aan vrouwen wordt gesteld.’ Projectcoördinator Rina Wijnia van de gemeente Haarlemmermeer hoopt dat de deelnemers na afloop van het programma All Women Aboard deze vraag wel weten te beantwoorden. ‘Belangrijk is dat deze vrouwen meedoen in Nederland.’

‘Haarlemmermeer is een geval apart’, zegt Wijnia. ‘De uitgestrekte gemeente met 31 kernen telt veel vrouwelijke nieuwkomers. We hebben veel grote gezinnen met soms wel zeven, acht kinderen. Dat betekent dat we zeker rekening moet houden met zaken als kinderopvang en vervoer. Hoofddorp is voor veel van de deelnemers dan ver weg. Maar dit soort praktische obstakels mogen de integratie van deze vrouwen niet belemmeren.’  

Intensief

De gemeente heeft inmiddels, samen met VluchtelingenWerk, honderd vrouwen geselecteerd. ‘Ze kunnen niet allemaal meedoen, maar de vrouwen die niet geselecteerd worden voor de pilot, worden wel verder begeleid door een casemanager. We hebben ze nu in beeld en kunnen daardoor sowieso met ze aan de slag.’

Ongeveer veertig vrouwen gaan deelnemen aan All Women Aboard, een programma dat twee dagen per week beslaat. Het programma gaat over allerlei facetten van de Nederlandse samenleving. Van gezondheidszorg, onderwijs, opvoeding, financiën tot aan de Nederlandse werkvloer. Het thuisfront wordt eveneens bij de trainingen betrokken. ‘Dat is erg belangrijk, de deelnemers moeten zich ook thuis gesteund voelen.’ Vrouwen die nog moeite hebben met het spreken van de Nederlandse taal krijgen een taalmaatje. Waar mogelijk wordt aangesloten bij het aanbod van organisaties die al in de gemeente actief zijn.

Het is een misverstand dat deze vrouwen niet willen werken

Wijnia: ‘Uit onderzoek blijkt dat het een groot misverstand is dat deze vrouwen niet zouden willen werken. Dat is een hardnekkig vooroordeel. Veel van deze vrouwen hebben in het land van herkomst wel degelijk gewerkt, maar hebben nog moeite om hun weg te vinden in Nederland. We hebben het over vaak sterke vrouwen die de afgelopen jaren heel wat hebben meegemaakt. Ze stellen zichzelf echter niet snel voorop en geven eerst ruimte aan man en kinderen.’

Na een intensief begin wordt in het programma langzaam meer eigen initiatief van de deelnemers verwacht en neemt het aantal trainingen in groepsverband af. Het is de bedoeling dat vrouwen dan zelf of in kleine groepen aan de slag gaan met opdrachten. Afhankelijk van het persoonlijk profiel van de vrouw worden verschillende instrumenten ingezet, in samenwerking met de samenwerkingspartners. Van het begeleiden naar vrijwilligerswerk, sollicitatietraining, studie of werk. Wijnia: ‘Als de vrouwen maar in beweging komen, dat vind ik echt belangrijk.’