Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilots inburgering van start tot finish, deel 1: Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten

Laatste update:

7. Pilot Utrecht

Start: Utrecht richt zich op de onzichtbare vrouwen

Met laagdrempelige taalles op basisscholen probeert Utrecht vrouwelijke statushouders en gezinsmigranten te activeren. ‘We hopen moeders die soms nauwelijks het huis uitkomen, een nieuw perspectief te bieden’, zegt Judith Pijnacker, senior adviseur sociaal domein bij de gemeente Utrecht.

Met name vrouwelijke gezinsmigranten van wie de man aan het werk is, lopen de kans om uit beeld te verdwijnen, zegt Pijnacker. Het is een obstakel waar veel gemeenten tegen aanlopen. ‘We hebben weinig mogelijkheden om deze vrouwen te bereiken.’ Een manier waarop deze vrouwen wel bereikt kunnen worden, is volgens Pijnacker via de school van hun kinderen. ‘Dat is een natuurlijke vindplaats en om de drempel zo laag mogelijk te houden, organiseren we binnen deze pilot taallessen op de school. Ze hoeven dan niet naar een andere locatie in de stad. Contact met andere moeders die al langer in de stad wonen kan inspireren.’

Contact met andere moeders kan inspireren

Een ander uitgangspunt van de gemeente Utrecht is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande initiatieven in de stad. Voor deze pilot is aansluiting gezocht bij vrijwilligersorganisatie Taal Doet Meer. Deze organisatie geeft al taalles op Utrechtse basisscholen. Deze lessen – twee uur per week in kleine groepjes van vijf, zes moeders – worden voor deze pilot uitgebreid met voorlichting over thema’s die de moeders aangaan.

Onderwijs, opvoeding, gezondheid. ‘De inhoud is erg afhankelijk van de interesses van de groep zelf: waar hebben zij behoefte aan?’, verduidelijkt Dirkje van den Berg, projectleider bij Taal Doet Meer. ‘Andere Utrechtse organisaties zoals bijvoorbeeld de Vrijwilligerscentrale of VluchtelingenWerk Midden Nederland kunnen, als daar behoefte aan is, langskomen om uitleg over ander aanbod te geven. Dat kan gaan over opvoedingsondersteuning, vrijwilligerswerk, activiteiten in de wijk of andere onderwerpen.’

Vervolgactiviteiten

Tegen het einde van het programma volgt een individueel gesprek met elke deelnemer en wordt gekeken naar vervolgactiviteiten. ‘Waar zit de motivatie van de deelnemer? Dat kan nog meer taalles zijn, vrijwilligerswerk, opleiding of werk, afhankelijk van de wensen ondersteunen we bij het aanmelden voor vervolgactiviteiten of schakelen we de betreffende organisatie in.’