Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilots inburgering van start tot finish, deel 1: Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten

Laatste update:

5. Pilot Meierijstad

Finish: ‘Yalla!’: ‘kom op’ met inburgering en zelfvertrouwen

Vrouwelijke nareizigers hebben vaak een achterstand op hun partners bij het inburgeren, omdat mannelijke vluchtelingen meestal eerst naar Nederland komen. Soms zijn hun echtgenoten al aan het werk en staan de vrouwen er alleen voor in dit voor hen vaak nog onbekende land. ‘Daarom doen gemeenten Meijerijstad, Boxtel, Haaren, Sint-Michielsgestel en Vught mee aan deze pilot’, zegt beleidsadviseur sociaal domein Munira Ibrahim. ‘Wij willen breder denken dan alleen betaald werk of een opleiding. Wij kijken ook naar maatschappelijk meedoen.’

Het programma bestaat uit een reeks van 26 workshops waarbij de vrouwen bijvoorbeeld boodschappen doen, (kaart)spellen spelen, schilderen en zelfs boerenkoolstamppot leren maken. ‘Bij excursies was het het doel om echt in contact te komen met Nederlandstaligen in de gemeenten’, vertelt Ibrahim. ‘Daar hebben de vrouwen ook behoefte aan. Ondanks dat ze het fijn vinden om bij elkaar te zijn, willen ze ook graag hun buren leren kennen. In de workshops kunnen we de vrouwen aansporen om de eerste stap te durven zetten.’

Yalla!

Tijdens en naast de workshops kregen de vrouwen allemaal een Yalla-coach. ‘Yalla!’ betekent ‘kom op!’ in het Arabisch. Deze coach heeft ook een migratieachtergrond. ‘Het idee daarachter is dat je een rolmodel hebt en waarin je jezelf kunt herkennen. Die persoon kon het ook. Dat stimuleert de vrouwen. Plus het praat voor sommigen wat makkelijker dan met klantmanagers vanuit de gemeente’, vertelt Ibrahim. ‘De coach komt op huisbezoek. Dat levert veel belangrijke informatie op, zoals waar bepaalde weerstand vandaan komt. Nu hebben we meer begrip voor elkaar, van beide kanten.’

De Yalla-coaches zijn rolmodellen waarin de vrouwen zichzelf kunnen herkennen

Individuele behoeften

De vrouwen zijn in groepjes van vijf verdeeld. Ibrahims team merkte al snel dat alle deelnemers heel verschillend waren. ‘Wij dachten bijvoorbeeld dat de twee Eritrese groepen op elkaar zouden lijken qua behoeften, maar daarin zagen we grote verschillen. Dat is wel de kracht van deze pilot: met kleine groepjes konden we erg veel aandacht aan iedereen besteden, inclusief hun individuele vragen en behoeften.’ Hierbij leerde Ibrahim ook dat het niet handig was om van tevoren een volledig workshopprogramma uit te werken, omdat gaandeweg pas duidelijk werd wat iedereen nodig had. Waarschijnlijk zal dit voortaan eerst slechts deels uitgewerkt worden en gaandeweg verder ingevuld.

Lessen en winsten

Uit de diepte-interviews met deelneemsters van de pilot Meierijstad blijkt dat zij onder andere geleerd hebben om de bus te nemen, hoe ze belasting moeten betalen en wat ze met brieven van school over hun kinderen aanmoeten. Veel zeggen dat ze zich nu minder geïsoleerd voelen.

Fysieke versus online lessen

Het programma werd ook aangepast door de coronacrisis. De workshops, die eerst allemaal fysiek plaatsvonden, moesten ineens online. ‘Misschien is een mix van fysiek en digitaal het beste’, zegt Ibrahim. ’Zo leren de vrouwen ook digitale vaardigheden. Maar je merkt bij deze groep dat de non-verbale communicatie zó belangrijk is. Dat zou je wel missen als je het volledig digitaal doet.’

Aspecten voor de nieuwe wet

Ibrahim wil vier dingen meenemen naar de nieuwe Wet inburgering: de inzet van (Yalla-)rolmodellen uit de eigen cultuur, de focus op sociale vaardigheden, het wachten met het in elkaar zetten van een workshopprogramma, en de verdeling in kleine groepjes. Er zijn wel twijfels of dit laatste financieel haalbaar is met de middelen die de gemeenten ontvangen, maar Ibrahim vindt dat het juist efficiënt is. ‘Je bereikt sneller stappen in kleinere groepen, want je kunt veel eerder tot de kern komen.’ Wat daadwerkelijk spaarzamer is, wordt pas duidelijk na een vergelijking met grotere groepen.

Je bereikt sneller stappen in kleinere groepen, want je kunt veel eerder tot de kern komen

Uiteindelijk was deze pilot volgens Ibrahim een groot succes. ‘Bij de nareizigers heeft het traject nog niet tot uitstroom naar werk geleid. Dat is een hele kwetsbare groep, want zij starten hier een nieuw leven op met vrijwel niets. Wat gebeurt er nu met deze vrouwen? Wordt de begeleiding voortgezet? Van de gezinsmigranten zijn een aantal al uitgestroomd naar werk en sommigen zijn begeleid naar het onderwijs.’ Ibrahim denkt dat de workshops de vrouwen voornamelijk helpen zichzelf beter te leren kennen en ze meer zelfvertrouwen te geven in Nederland. Dat is op zichzelf al een succes.

Participatiestatus

  • Van de 20 deelneemsters die begonnen zijn aan dit traject, hebben er 16 (80%) het volledige traject doorlopen.
  • Op groepsniveau is het aandeel deelneemsters dat niet actief participeerde in de maatschappij, gedaald van 85% naar 65%.
  • Het percentage deelneemsters met een gemiddeld taalniveau is gestegen van 25% naar 35%.