Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilots inburgering van start tot finish, deel 1: Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten

Laatste update:

7. Pilot Utrecht

Finish: Vrouwelijke inburgeraars krijgen taalles op de basisschool van hun kinderen

Vrouwelijke nieuwkomers die moeten inburgeren, zijn vaak op zichzelf aangewezen. Hun mannen werken soms al en de kinderen gaan naar school. De vrouwen spreken vaak in het begin de taal nog niet goed, hebben nog geen uitgebreid sociaal netwerk en kennen de weg nog niet binnen de gemeente. Dit bleef niet onopgemerkt in Utrecht. Daarom wil de gemeente de uitdaging aangaan om vrouwelijke nieuwkomers te inspireren op eigen kracht te participeren in de maatschappij.

Adviseur en projectleider Mel van der Zwaag legt uit hoe ze het inburgeringstraject zo toegankelijk mogelijk hebben gemaakt voor vrouwen. ‘In deze pilot ontwikkelden wij een aanpak die dicht bij de vrouwen plaatsvindt, namelijk bij en in samenwerking met de basisschool van hun kinderen. Hierin krijgen ze taallessen die focussen op allerlei aspecten van de Nederlandse samenleving. De tijden van deze lessen sluiten aan op de haal- en brengtijden van de school, waardoor de drempel voor de vrouwen om mee te doen wordt verlaagd.’ Via dit taalaanbod kunnen deelnemers worden toegeleid naar het uitgebreide bestaande aanbod in de stad, welke gericht is op het vergroten van zelfredzaamheid en participatie.

Aansprekende onderwerpen

Het taaltraject gaat in het begin veelal over kinderen en opvoeding. Later in het taaltraject komen ook meer onderwerpen aan bod die met de vrouwen zelf en hun gezondheid te maken hebben. Afhankelijk van het vertrouwen in de groep wordt besproken wat het betekent om vrouw te zijn in Nederland, waaronder gewoonten, verwachtingen, ervaringen, hobby’s en een algemene plek in de maatschappij.

Breder werven

Door taallessen aan te bieden op de basisschool, hebben veel vrouwen geen extra reistijd en kosten. Vooral vrouwen die ook kinderen hebben die (nog) niet op de basisschool zitten, zijn moeilijker te bereiken. Daarom heeft Utrecht voor een aantal kinderen dat niet op de basisschool zit, gezorgd voor opvang, zodat die moeders de taallessen kunnen volgen.

Toch bleef het moeilijk om deelneemsters te vinden. Daarom is besloten de zoekopdracht te verbreden. ‘We zijn naast de aangehaakte scholen ook via Vluchtelingenwerk, relevante organisaties in de stad en het klantenbestand van Werk en Inkomen gaan werven. Vluchtelingenwerk had zelf moeite om mensen te vinden voor hun Mindfit programma (gericht op mentale gezondheid), dus besloten we om een aantal bestaande taalgroepen ook Mindfit aan te bieden. Dit trok weer meer mensen aan bij onze pilot.’ 

‘Bijvangst’

Terwijl het juist een uitdaging was om vrouwen uit de gewenste doelgroep te werven, schreven veel vrouwen zich in die geen gezinsmigrant of nareiziger waren. Dit waren bijvoorbeeld (partners van) kennismigranten die ook wel Nederlands willen leren. ‘We hadden behoorlijk wat, bij gebrek aan een beter woord, bijvangst’, vertelt Van der Zwaag. ‘Maar we wilden mensen niet buitensluiten als zij graag de taal willen leren. Het feit dat zoveel vrouwen die niet tot de oorspronkelijke doelgroep behoren zich aanmeldden, geeft aan dat er ook een grote behoefte bij deze vrouwen bestaat.’

We willen mensen niet buitensluiten als zij graag de taal willen leren

Veel andere programma’s voor nieuwkomers

Ook merkte Van der Zwaag dat er een heel groot aanbod is aan activiteiten en programma’s voor nieuwkomers in Utrecht. Zij kan zich voorstellen dat dit voor nieuwkomers overweldigend is. ‘We hebben geleerd dat het belangrijk is om overzicht te hebben van alle initiatieven, eventueel activiteiten te combineren en daar helder over te communiceren. De Mindfit-taalles combinatie is daar een mooi voorbeeld van.’

Toch positieve resultaten

Ondanks de moeilijkheden met werven, heeft de pilot een aantal doelen bereikt. De deelneemsters waren positief over de inhoud van de taallessen en ook de MindFit-trainingen bevielen goed. Dit werd duidelijk toen de fysieke lessen vervielen tijdens de coronacrisis en de deelneemsters graag online verder wilden gaan. Eén van hen zei direct: ‘Anytime, anywhere to learn Dutch!’

Hoeveel vrouwen uiteindelijk actief willen blijven inburgeren zou een mooie graadmeter zijn van onze impact

Een aantal deelneemsters is inmiddels doorgestroomd naar een andere opleiding of werk. De pilot loopt ook nog tot maart 2022 door. ‘Ons plan is om een afsluitend, motiverend gesprek met alle vrouwen te voeren om ze te stimuleren actief te blijven. Bijvoorbeeld door nog meer taallessen te volgen, of vrijwilligerswerk of betaald werk te gaan doen’, zegt Van der Zwaag. ‘Hoeveel daar uiteindelijk voor gaan, zou een mooie graadmeter zijn voor de impact van de pilot.’ Nog even afwachten dus.

Doorstroming naar participatie

In oktober 2020 was bekend dat van de 44 vrouwen die toen mee hadden gedaan, twaalf waren doorgestroomd naar een vervolgactiviteit. Vier vonden een betaalde baan, vijf gingen vrijwilligerswerk doen en drie vrouwen gingen verder met een ander (vervolg-)taaltraject. Dit waren onder andere verdiepende trajecten bij Taal Doet Meer, die het taalaanbod in deze pilot verzorgt.