Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilots inburgering van start tot finish, deel 6: Zelfredzaamheidsroute (Z-route)

Laatste update:

5. Pilot Haarlem

Start: ‘Onze jobcoach is zelf een ervaringsdeskundige'

‘Youssof is niet meer zenuwachtig voor een 10-minutengesprek op de school van zijn dochter; Aster start binnenkort als gastvrouw in het ziekenhuis en draait bardiensten bij de voetbalclub, en Hamid werkt als bezorger voor de lokale bloemist.’ De gemeenten Haarlem, Zandvoort, Heemstede en Bloemendaal verwoorden de doelstelling van pilot rondom de Z-route beeldend. Zelfredzaamheid staat voorop.

De vier Noord-Hollandse gemeenten hebben samen met taalscholen INTK en ROC NOVA College en re-integratiebedrijf Agros een programma gemaakt voor de meest kwetsbare groep statushouders die moeite heeft met leren. Een praktisch programma met veel ruimte voor individuele begeleiding, zegt projectcoördinator Myrthe de Vlieger. ‘De partijen werken ook samen bij andere trajecten, ze kennen elkaars werkwijze en dat is zeker een voordeel voor deze pilot.’

Taalles

De deelnemers krijgen in het programma tien uur taalles per week. ‘De lessen zijn gericht op spreken en luisteren, met veel praktische opdrachten en excursies. We sluiten in deze lessen zo goed mogelijk aan bij het dagelijks leven van de deelnemers.’ In de modules staan zaken als (vrijwilligers)werk, ouderschap, gezondheid, en geldzaken centraal. Bij elke module leren deelnemers meteen om te gaan met de computer. ‘Digitale vaardigheden zijn onmisbaar in onze maatschappij.’

We gaan altijd mee naar de werkplek of stageplaats

Meedoen

In de andere tien uur staat ‘meedoen’ centraal. Elke deelnemer kijkt samen met zijn participatiecoach naar de mogelijkheden. ‘Wat zou hij of zij willen doen? Geen eenvoudige vraag voor mensen die nieuw in Nederland zijn. We houden zoveel mogelijk rekening met de voorkeur en belastbaarheid van de deelnemers’, stelt Rob Overpelt van re-integratiebedrijf Agros. ‘We nodigen werkgevers en organisaties uit in de klas zodat ze een beter beeld krijgen van de werkzaamheden in een bepaalde sector. We gaan vervolgens samen met elke deelnemer op zoek naar een geschikte werk- of stageplek. De eerste keer gaan we altijd mee om de deelnemer op weg te helpen.’ 

Persoonlijke begeleiding

Een ander belangrijk aspect is de persoonlijke begeleiding op alle leefgebieden door de participatiecoach. ‘Spelen er bijvoorbeeld mentale klachten, dan zal de participatiecoach de deelnemer doorverwijzen naar hulp. Als voor iemand de drempel te hoog is, kan de coach eventueel mee naar een afspraak met een hulpverlener.’

Gereedschappen

De taaldocent geeft aan de deelnemers vervolgens praktijkopdrachten mee die op de werkvloer moeten worden uitgevoerd. Overpelt: ‘Iemand die bijvoorbeeld stageloopt bij een bouwmarkt, leert veel over gereedschappen. Deze kennis kan hij weer delen met de groep. Zo komen praktijk en theorie samen.’ De steun van betrokken werkgevers is hierbij belangrijk. ‘Gelukkig is er veel draagvlak onder werkgevers voor deze pilot.’  

In gesprek

Het programma wordt afgesloten met een gesprek met elke deelnemer, participatiecoach en klantmanager. In dat gesprek wordt het vervolg besproken. ‘Wat heeft de deelnemer allemaal bereikt en wat zijn de volgende stappen, dat kan zijn betaald werk, vrijwilligerswerk of een stage.’

Projectcoördinator De Vlieger benadrukt dat mensen uit de doelgroep nauw betrokken zijn bij het programma. ‘We hebben een klankbordgroep met mensen die de inburgering achter de rug hebben. Een van de jobcoaches die de deelnemers op weg helpt, is eveneens een ervaringsdeskundige. Hij weet wat het betekent om in een vreemd land een nieuw leven op te bouwen.’