Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking briefadressen en het voorkomen van dakloosheid

Laatste update:

2 Samenwerking met partners

2.4 Regie bij multidisciplinair team

Onze opdracht is te zorgen dat er een correcte BRP-registratie is, ons doel is te zorgen dat niemand tussen de wal en het schip valt – dat iedereen die zich hier meldt in beeld is.

- Medewerker Burgerzaken, G40-gemeente (Almere)

Ook hier zien we een onderscheid tussen de eenvoudige en de minder eenduidige aanvragen voor een briefadres. Sommige aanvragen zijn eenvoudig, in die zin dat er geen twijfel is over de woonsituatie, zoals bij mensen die in een zorginstelling of penitentiaire inrichting verblijven, of wanneer aanvragers in de daklozenopvang verblijven. In die gevallen neemt Burgerzaken zelfstandig een besluit over het briefadres.

Als de casus minder eenduidig is, kan de medewerker Burgerzaken overleggen met een contactpersoon bij één van de maatschappelijk partners. Soms biedt dat al voldoende informatie om alsnog een besluit te kunnen nemen. Als er dan nog vragen of twijfels zijn, kan de casus worden besproken door een multidisciplinair team. Meerdere gemeenten werken met een dergelijk team. Dit is vaak samengesteld uit vertegenwoordigers van Werk en Inkomen, het sociaal wijkteam en maatschappelijk partners, zoals de GGD of maatschappelijke opvang. In sommige gemeenten neemt Burgerzaken ook deel aan het overleg, maar soms ook niet.

Een multidisciplinair team probeert de voorliggende casus zo breed mogelijk te bekijken. Het doel van het overleg wordt door gemeenten geformuleerd als: voorkomen dat mensen onnodig in de maatschappelijke opvang terecht komen, of het zoeken naar de oplossing die het beste bijdraagt aan het stabiliseren van de situatie. Regelmatig kan die oplossing worden gevonden in een uitzondering op de Participatiewet – zoals het niet toepassen van de kostendelersnorm, of het begeleiden bij het oplossen van schulden. Maar soms blijkt daar (tijdelijk) een briefadres voor nodig. Het multidisciplinair team neemt daar een besluit in, regelt dat het briefadres wordt verstrekt. De duur van zo’n uitzondering wordt doorgaans wel beperkt tot ca. 3 of 6 maanden, met duidelijke afspraken over tussentijdse stappen om de situatie te stabiliseren. Het team monitort ook de voortgang van deze afspraken en neemt dat mee bij het al dan niet te verlengen van deze afspraken.

Voordeel: een aanpak met een multidisciplinair team leidt tot een integrale benadering van de vraagstukken van de inwoner. Doordat professionals van verschillende achtergronden samen een casus bespreken, kunnen ze zoeken naar oplossingen om eventuele negatieve consequenties van bijvoorbeeld inschrijving op een woonadres op te vangen. Een multidisciplinair team zorgt er zo voor dat uitzonderingen op de Wet BRP alleen worden gemaakt wanneer dat nodig is, omdat er geen andere oplossingen zijn. Ook kan op die manier woonfraude en adresgerelateerde fraude worden voorkomen.

Let op: een multidisciplinair team bespreekt doorgaans alleen de meest complexe gevallen. Het is (daarnaast) noodzakelijk een goed werkproces af te spreken voor meer gangbare aanvragen. Betrokkenheid bij het multidisciplinair team vraagt daarnaast veel expertise van de medewerkers. Dat vraagt ook een tijdsinvestering van de betrokken maatschappelijk partners. Het is daarom aan te raden deelname aan het team expliciet op te nemen in de samenwerkingsovereenkomst tussen hulpverlening en de gemeente.

Let op: bij het bespreken van een casus wordt er privacygevoelige informatie gedeeld tussen de gemeente en diverse partners. Het delen van deze gegevens vereist expliciete toestemming van de aanvrager. Het kan raadzaam zijn dit op te nemen op het aanvraagformulier van het briefadres. Indien een casus daadwerkelijk wordt besproken, wordt dit altijd aan de aanvrager gemeld.

Voorbeeld 

In de gemeente Leiden is er een multidisciplinair team waar complexe casussen worden besproken. Medewerkers van de gemeente en van maatschappelijke partners kunnen via een formulier casussen ter bespreking aanmelden. Het team is opgeleid in de geldende regelgeving en bewust zo samengesteld dat een betrokken behandelaar geen oordeel mag vellen over een ‘eigen’ casus. Zo kan het team tot een objectief besluit komen. ‘Bij een aanvraag briefadres speelt er in veel gevallen ook een vraag om hulpverlening. Maar wij werken niet met dwang. Wel maken we duidelijk dat als we een uitzondering toepassen, dat ook perspectief moet bieden.’