Overslaan en naar de inhoud gaan

Verslag Divosa Voorjaarscongres 2022

Laatste update:

In gesprek met ‘Niet vanuit stenen reorganiseren, maar vanuit mensen’

De woningnood in Nederland brengt veel mensen in kwetsbare situaties. Er moeten woningen bij. Maar als we ‘snel veel stenen stapelen zonder na te denken over de combinatie met goede zorg’, slaan we de plank mis. Dat blijkt wel uit het gesprek tussen Esmé Wiegman, Ruth Peetoom en Hans Adriani. Er is een domeinoverstijgende samenwerking nodig, met aandacht voor matches tussen vragende en dragende mensen.

Dagvoorzitter Ruben Maes in gesprek met Esmé Wiegman, Ruth Peetoom (rechts) en Hans Adriani

‘We moeten samenwerken over domeinen heen’, vindt Peetoom als voorzitter van de Nederlandse ggz. ‘De mentale problemen die we tegenkomen in de ggz zijn veelal maatschappelijke problemen, maar ze krijgen vaak een medische jas. En dan kun je als ggz nog zo goed mogelijk zorg geven, maar dat heeft geen zin als iemand ook schulden heeft of andere problemen.’ 

N = 1

Het is een groot vraagstuk, beaamt dagvoorzitter Ruben Maes. ‘Hoe beginnen we?’ ‘Bij de mens’, antwoordt Esmé Wiegman, directeur bij Valente, branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang. ‘Zoals al vaker op het congres is gezegd, moeten we terug naar N = 1. Dat moeten we vertalen zonder er een systeem van te maken. Er ligt in Nederland een mooie infrastructuur van gemeenten, woningcorporaties en zorgorganisaties.’

‘Wij moeten elkaar vinden en niet los van elkaar, ieder ons eigen ding doen.’ Wiegman verwijst naar Cody Hochstenbach, die stelde dat een buurt met veel lagere inkomens geen probleembuurt hoeft te zijn. ‘We moeten niet puur vanuit stenen reorganiseren, maar vanuit mensen matches maken.’ Ze is onder de indruk van de gemengd-wonenprojecten in Utrecht. Daar is een prachtige combinatie van vragende en dragende huurders: sommigen zijn bereid om er te zijn voor mensen bij wie het niet zo goed gaat in het leven.’

Ook voorzitter Taskforce Wonen & Zorg Hans Adriani waardeert deze match van dragende en vragende inwoners. Hij ziet segregatie vooral in de wijken met veel corporatiebezit. ‘Er moet niet alleen aandacht zijn voor wijken met veel problemen, maar de ‘dragende mensen’ moeten goed verdeeld worden over de hele stad.’ Problemen moet je ‘in de breedte bekijken’. Adriani legt uit: ‘Als je buurvrouw gillend over de galerij rent, dan maakt het niet uit of dat door dementie of een psychose komt, dan moet er gewoon goede zorg komen.’ 

Broodnodig

Ons land kent voorbeelden waar wonen en zorg goed gecombineerd worden. Noem Rotterdam, noem Ruwaard. Maar Maes ziet die voorbeelden al lang en vaak terugkomen. ‘Hoe maken we die volgende stap?’ Een uitkomst ligt volgens Peetoom in de verbinding op andere beleidsniveaus dan alleen lokaal. Ze doelt op de onderhandelingen over het integraal zorgakkoord in Den Haag. Ze mist daar de gemeenten aan tafel. ‘Ze zijn broodnodig. Bij gezondheid is gezondheidszorg maar een van de knoppen waar je aan kunt draaien’, legt ze uit. 

Bij de onderhandelingen over het integraal zorgakkoord mis ik de gemeenten aan tafel

‘Je moet dus over de grenzen van je domeinen kijken. En de financiering op orde hebben, de regels veranderen. Dat vraagt bestuurlijk lef, ook op dat niveau.’ En gemeenten hebben geld nodig om dingen te kunnen doen, stelt de voorzitter. ‘Dat geld is er niet. Wij als ggz hebben veel te bieden aan gemeenten. Als die vrouw over de galerij rent, kunnen wij de goede zorg bieden, weten we wie er nodig is. Dan hoeven gemeenten niet te zoeken.’ 

Betekenen

Wat is de plek van inwoners in deze vraagstukken? vraagt Maes, verwijzend naar de bijdrage van Eva Rovers. Een goede vraag, vindt Wiegman. ‘Bewoners worden vaak later overvallen: ‘oh, er gaat iets met mijn buurt gebeuren.’ Maar je moet ze direct serieus nemen. We hebben het over dragen en vragen. Dat betekent dat mensen wat willen betekenen. Maar dan moeten ze ook een telefoonnummer hebben om te bellen als de buurvrouw een psychose heeft. En dan moeten wij er geen politie op afsturen, maar een zorgverlener. Dan beteken je iets.’

Iets betekenen voor een ander, dat drijft Wiegman ook persoonlijk. ‘Algauw verzuip je in systemen en regelgeving. Maar ik zet me er elke dag toe aan om het verschil te maken voor één persoon. Als dat lukt en iemand zegt: "Ik begin weer op mezelf te lijken", dan denk ik: yes, er is hoop.’

Terugkijken