Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden • Jaarrapportage 2021

Laatste update:

7 3% van de meldingen resulteert in acceptatie van hulpaanbod

7.3 Niet-meetbare effecten van het hulpaanbod

Een groot deel van de activiteiten bij het opvolgen van signalen wordt door gemeenten geregistreerd in VPS of RIS. Of er wel of geen hulp wordt geaccepteerd, dan wel of er in de eerste plaats contact is gelegd, worden zo criteria voor ‘het succesvol opvolgen van vroegsignalen’.

Het is echter goed om de mogelijke impact van vroegsignalering breder te zien en in ogenschouw te houden dat er ook mogelijke niet-meetbare effecten zijn. Bijvoorbeeld omdat reacties op een brief terechtkomen bij een klantcontactcentrum en niet direct bij degenen die toegang hebben tot deze softwaresystemen. Maar ook een inwoner die niets van zich laten horen, maar na een brief toch zelf actie heeft ondernomen. Of misschien heeft een telefoongesprek een inwoner de juiste handvatten gegeven om de betalingsachterstand zelf op te lossen.

Ook geven verschillende gemeenten aan dat zij na de 28 dagen waarbinnen een hulpaanbod gedaan moet worden door de gemeenten, nog inwoners hebben die zich melden voor hulp. Het kan zijn dat iemand eerst hulp geweigerd heeft, maar later toch nog aanklopt, of dat iemand in eerste instantie niet heeft gereageerd op het hulpaanbod.

Uit de vragenlijst blijkt dat minder dan een derde van de gemeenten (n=104) dit nog in RIS/VPS vastlegt als de melding al afgesloten is in het systeem. Een aanvullende 24% van de gemeenten legt het alleen vast als de melding nog niet is afgesloten. 23% legt het wel vast, maar in een ander systeem. Deze versnippering maakt het lastig om een goed beeld te krijgen van het aantal inwoners dat zich nog op een later moment meldt naar aanleiding van het hulpaanbod.