Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden • Jaarrapportage 2021

Laatste update:

3 Bijna driekwart van de signalen leidt tot een melding

3.3 Signalen die bewust terzijde worden gelegd

Gemeenten kunnen na ontvangst van een signaal eerst een controle doen door te kijken of de inwoner al bekend is bij schuldhulpverlening en te kijken naar de gegevens in de Basis Registratie Personen (BRP). Deze controle kan aanleiding geven om een signaal niet op te volgen en de inwoner niet te benaderen met een hulpaanbod.

Uit de vragenlijst blijkt dat de gemeenten het vaakst een check doen of iemand al bekend is bij schuldhulpverlening voordat het hulpaanbod wordt gedaan. Ook wordt door een deel van de gemeenten gekeken of iemand al bekend is bij het wijkteam of maatschappelijk werk. Dit gebeurt met name bij gemeenten die telefonische contactpogingen en/of huisbezoeken laten uitvoeren door of samenwerken met het wijkteam of maatschappelijk werk. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat het op grond van de Wgs niet is toegestaan om in de eerste fase (wanneer er nog geen hulpacceptatie is) te kijken of iemand bekend is bij het wijkteam of maatschappelijk werk.

Gemeenten zijn gevraagd in welke gevallen een signaal niet opgevolgd wordt met een hulpaanbod. Dit betekent niet dat een gemeente geen acties uitvoert naar aanleiding van het signaal. Er kan bijvoorbeeld contact zijn met de vastelastenpartner, schuldhulpverlening of een andere partij, bijvoorbeeld wanneer iemand in een (open) instelling verblijft.

Naast de check op bekendheid bij schuldhulpverlening en BRP-check, geeft ook ongeveer de helft van de gemeenten aan dat een laag schuldbedrag hiervoor de reden kan zijn. Het opvolgen van signalen dient in proportionaliteit te gebeuren. (1) Actie voor een erg laag schuldbedrag kan in zo'n geval als niet proportioneel gezien worden.

Uit de vragenlijsten blijkt dat 42% van de 162 gemeenten geen drempelbedrag hanteert. De overige gemeenten doen dit wel. In de meeste gevallen gaat het om een vast bedrag, van 10 tot 250 euro, in andere gevallen om een wisselend bedrag. Hierbij wordt door een derde gekeken naar het type vastelastenpartner (bijvoorbeeld een hoger drempelbedrag voor woningverhuurders dan voor een waterbedrijf). Een vergelijkbaar aantal gemeenten kijkt naar het type melding (is er sprake van één of meerdere signalen?).