Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden • Jaarrapportage 2021

Laatste update:

6 Bij een kwart van de meldingen waarbij contact is gezocht, is ook contact gelegd

6.1 Introductie

Gemiddeld over 2021 is bij 17,2% van alle meldingen contact gelegd met een inwoner. 'Contact gelegd' betekent dat een inwoner heeft gereageerd op een brief of e-mail, of bijvoorbeeld de deur heeft opengedaan als er werd aangebeld.

Om een goed beeld te krijgen van het aantal gevallen waarin de inspanningen van gemeenten om de vroegsignalen op te volgen hebben geleid tot contact, is ook alleen gekeken naar meldingen met tenminste één contactpoging. Want ook nadat voor een signaal een dossier is aangemaakt (melding) en een gemeente aan de slag gaat met het opvolgen van de melding, kan nog gekozen worden om de melding terzijde te leggen. Zo zijn er gemeenten die op dit moment in het proces nagaan of de inwoner al bekend is bij schuldhulpverlening en daarom geen hulpaanbod doen. 

Dit leidt ertoe dat het aantal meldingen waarbij in de monitor contactpogingen zijn geregistreerd, lager ligt dan het totaal aantal meldingen. Een andere verklaring is dat er wel een contactpoging is gedaan (bijvoorbeeld een hulpaanbod per brief), maar dat dit niet is vastgelegd in VPS of RIS. Van 89 gemeenten die gebruik maken van RIS Vroeg Eropaf (1), gaf 43% aan altijd contactpogingen te registeren bij het versturen van brieven, e-mails of sms’jes in grote aantallen. 

Over heel 2021 is er gemiddeld bij 25% van deze meldingen met tenminste 1 contactpoging, contact geregistreerd met de inwoner. Het gaat er dan om dat de inwoner heeft gereageerd op de poging (per brief, telefonisch, huisbezoek, sms, enzovoort) van de gemeente om contact te leggen. We zien dat het gemiddelde percentage gedurende 2021 daalt van 29% in het eerste kwartaal naar 21% in het laatste kwartaal.

In de eerste publicatie (met gegevens over de periode januari - september 2021) hebben we gekeken naar de typen contactpogingen en de mate waarin die hebben geleid tot contact met de inwoner. Daaruit blijkt dat telefonische contactpogingen en huisbezoeken het vaakst tot contact leiden. Het is echter zo dat veel gemeenten verschillende benaderingswijzen combineren. Bijvoorbeeld door eerst een brief te sturen en daarna op huisbezoek te gaan. De vraag ‘Wat werkt het beste?’ blijft hierdoor lastig te beantwoorden en vereist nog verder onderzoek en analyse.

Voetnoten

  1. RIS Vroeg Eropaf wordt door gemeenten gebruikt om de opvolging van vroegsignalen te registeren. Er zijn gemeenten die alleen gebruik maken van RIS matching om signalen te ontvangen en de opvolging ergens anders registeren.