Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden • Jaarrapportage 2022

Laatste update:

3 Bijna 8 op de 10 signalen leidt tot een melding

3.2 Redenen om signalen terzijde te leggen

Behalve het registratieverschil, zijn er voor gemeenten zelf diverse redenen om niet alle signalen op te volgen en een hulpaanbod te doen via vroegsignalering. Dit betekent niet dat een gemeente in zo’n geval geen acties uitvoert naar aanleiding van het signaal. Zo kan er contact zijn met de signaalpartner, schuldhulpverlening of een andere organisatie, bijvoorbeeld als iemand in een instelling verblijft.

Onderstaande figuur laat zien waarom gemeenten niet alle signalen oppakken. De meest genoemde reden is het feit dat een inwoner al bekend is bij schuldhulpverlening. Ook noemt bijna de helft van de ondervraagde gemeenten dat een te laag schuldbedrag reden is om het signaal niet op te volgen. Daarnaast komt het voor dat een inwoner niet meer in het BRP is ingeschreven of wel ingeschreven, maar niet op het doorgegeven adres. Ook dat zijn belangrijke verklaringen waarom een gemeente een signaal niet op kan pakken.

Ondergrens schuldbedrag

Uit de figuur blijkt dat lage schuldbedragen voor bijna de helft van de gemeenten een criterium is om een signaal niet op te volgen en de inwoner niet te benaderen met een hulpaanbod.

In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is geen drempelbedrag opgenomen en ook in het Landelijk Convenant Vroegsignalering zijn daar geen afspraken over gemaakt. Gemeenten worstelen met de vraag hoe de inzet van schaarse middelen van de gemeente zich verhoudt tot lage betalingsachterstanden. Ook vragen gemeenten zich af of er bij lage betaalachterstanden wel sprake is van zorgvuldige sociale incasso.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geeft ook aan dat ‘de wetgever de vroegsignalering beperkt tot het verwerken van signalen waaruit een vermoeden of wetenschap blijkt dat er sprake is van (dreigende) problematische schulden van klanten’. Ook mogen of moeten schuldeisers deze signalen pas bij de gemeente melden als een zogeheten ‘sociale incasso niet tot betaling heeft geleid’. Bij signalen waarbij de hoogte van de betalingsachterstand gering is, is de verwerking door de gemeente volgens de AP onvoldoende proportioneel.

Van de ondervraagde gemeenten (n=105) geeft 56% aan een grensbedrag te hanteren, variërend van 25 tot 400 euro. De helft van deze gemeenten hanteert een bedrag van minder dan 50 euro, de andere helft een grensbedrag van meer dan 50 euro. Bijna 3 op de 10 gemeenten heeft een drempelbedrag van 100 euro.