Handreiking Verrekenen inkomsten uit parttime ondernemerschap
Parttime ondernemen in de bijstand komt steeds vaker voor en stelt gemeenten voor uitdagingen. Want hoe verreken je het inkomen? Hoe ga je om met de complexe regels van de Belastingdienst? En hoe bied je de juiste begeleiding? De handreiking Verrekenen inkomsten uit parttime ondernemerschap van Simpel Switchen ondersteunt gemeenten hierbij.
In deze handreiking beschrijven we wat parttime ondernemen inhoudt en wat de belangrijkste verschillen zijn met het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Daarnaast schetsen we een beeld van de doelgroep, beschrijven we de stappen in het pto-project die je als gemeente idealiter doorloopt en richten we ons op enkele belangrijke bevindingen en de waarde van parttime ondernemen voor zowel gemeenten als inwoners.
Inhoud
-
1 Wat is parttime ondernemen in de bijstand?
In het webinar 'Parttime ondernemen in de bijstand: hoe verreken je inkomsten?' nemen auteur Marlous Wessels, financieel expert Rbz Heidy Kok en startersconsulenten van het Rbz Laurette Prins en Richard ter Braak en ondernemer en ervaringsdeskundige Dima al Tabbaa je mee in hun kennis en ervaringen met verrekenen bij parttime ondernemen. Ook geven ze antwoord op vragen uit het publiek.
Contactpersoon
Handreiking Verrekenen inkomsten uit parttime ondernemerschap
Laatste update:Inleiding
Inkomensstabiliteit is voor iedereen belangrijk. Maar voor mensen die (mede) van de bijstand afhankelijk zijn en iedere maand in spanning zitten of ze wel of niet rond kunnen komen, weegt het extra zwaar. Tegelijkertijd staat die inkomensstabiliteit steeds verder onder druk. Niet alleen door toenemende kosten vanwege inflatie en een dreigende recessie, maar ook omdat het aandeel vaste banen op de arbeidsmarkt al jaren afneemt. Parttimebanen, flexibel werk en combinaties van werken en ondernemen zijn aan de orde van de dag.
De groep mensen die haar inkomen niet alleen uit loondienst haalt, zal groter worden. In het rapport ‘Werken zonder Armoede’ vraagt de Sociaal Economische Raad (SER) nadrukkelijk aandacht voor groeiende groepen werkenden die onvoldoende inkomen hebben om rond te komen.
Voor gemeenten betekent dit dat het steeds belangrijker wordt om goede ondersteuning te bieden bij andere vormen van werk dan loondienst. Parttime ondernemen (pto) vanuit de bijstand is een steeds vaker voorkomende werkvorm, en is daarom een actueel en belangrijk onderwerp. Waarschijnlijk krijgt iedere gemeente er in de (nabije) toekomst regelmatig mee te maken.
Uitdagingen en vragen
Parttime ondernemen stelt gemeenten voor verschillende uitdagingen. Want hoe ga je om met het verrekenen van inkomen uit parttime ondernemen? Hoe zorg je voor een juiste administratie? Hoe ga je om met de complexe regels van de Belastingdienst? Waarmee moet je rekening houden om de inkomensstabiliteit van inwoners te kunnen garanderen? Hoe voorkom je fraude? En hoe zorg je voor goede controle en begeleiding?
Dit is slechts een greep uit relevante, legitieme vragen die je als gemeente kunt stellen. Want parttime ondernemen is complex en kent − wanneer het proces niet effectief is ingericht − aan de kant van de gemeente én aan de kant van de inwoner een hoge foutgevoeligheid.
Parttime ondernemen vraagt daarom om aandacht vanuit de gemeente. Aandacht voor en contact met inwoners die parttime ondernemen geeft inzicht in hun activiteiten en biedt de mogelijkheid tot ondersteuning, bijvoorbeeld bij de administratie en het controleren van (jaar)cijfers. Het voorkomt onnodig complexe berekeningen achteraf en fraude.
Open vizier
Voor deze handreiking hebben we met open vizier gekeken hoe een aantal gemeenten omgaat met parttime ondernemen vanuit de bijstand. We willen hiermee een aanzet geven tot het beantwoorden van de hierboven genoemde vragen.
Natuurlijk zijn er meer relevante vragen te stellen rondom dit thema en zijn de antwoorden niet volledig. We nodigen je dan ook uit om aanvullingen en ervaringen met ons te delen, en zo de gezamenlijke kennis rond parttime ondernemen te vergroten.
Voordat je met deze handleiding aan de slag gaat
In 2013 publiceerde Divosa de handreiking Aan de slag met parttime ondernemen. Hierin schetsen we een algemeen beeld van pto-beleid, de voordelen die dit kan opleveren voor gemeenten en de wijze waarop zij dit organisatorisch vorm kunnen geven. Ook wordt het wettelijk kader van de Participatiewet rondom parttime ondernemen hierin toegelicht.
In de loop der jaren is de handreiking aangevuld met actuele thema’s, zoals het onderwerp ‘sociale coöperatie’ in 2017. De handreiking die voor je ligt bouwt voort op de eerdere handleiding. We besteden met name aandacht aan de stappen in het pto-proces en de vraagstukken rondom het verrekenen van inkomsten.
Leeswijzer
In Hoofdstuk 1, Wat is parttime ondernemen in de bijstand? beschrijven we wat pto inhoudt en wat de belangrijkste verschillen zijn met het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz). Daarnaast schetsen we een beeld van de (brede) doelgroep. Hoofdstuk 2 richt zich op de stappen in het pto-project die je als gemeente idealiter doorloopt. Hoofdstuk 3 richt zich op enkele belangrijke bevindingen en de waarde van parttime ondernemen voor zowel gemeenten als inwoners.
Rbz Zwolle
In de handreiking presenteren we regelmatig (reken)voorbeelden van het Rbz in Zwolle. Het Rbz heeft veel ervaring met parttime ondernemen en staat bekend om de positieve resultaten die ze ermee behalen, zowel voor de regiogemeenten als voor hun inwoners. De casus van voormalig pto'er Dima is in hoofdstuk 2 is hier een voorbeeld van. Daarnaast vind je in deze handreiking verschillende documenten van het Rbz die je kunt downloaden voor eigen gebruik.
Bedankt
Voor deze handreiking hebben we geput uit recente ervaringen van de gemeenten Zwolle, Leeuwarden, Hardenberg en Hattem, plus de samenwerkingsverbanden Drechtsteden en WerksaamWestfriesland. We bedanken alle medewerkers die we gesproken hebben hartelijk voor hun openheid en medewerking tijdens de gesprekken. Dit geldt ook voor de medewerkers van het Bureau Zelfstandigen Frysland (BZF) en het Regionaal Bureau Zelfstandigen (Rbz) te Zwolle. Zij voeren voor de betreffende regiogemeenten de pto-regeling uit.
In het bijzonder bedanken we de verschillende inwoners die hun persoonlijke ervaringen met ons gedeeld hebben.
Om de informatie die gedeeld is volledig op te kunnen nemen in de handreiking, noemen we geen namen bij quotes van medewerkers waarmee we gesproken hebben. We volstaan met het benoemen van hun inhoudelijke functie. De quotes van inwoners (met uitzondering van de casus van Dima) zijn geanonimiseerd opgenomen in de handreiking.
1 Wat is parttime ondernemen in de bijstand?
Introductie
In dit hoofdstuk beschrijven we eerst wat parttime ondernemen (pto) inhoudt en hoe dit verschilt van ondernemen via het Bbz. We sluiten af met een beeld van de brede pto-doelgroep.
1.1 Wat is parttime ondernemen?
We spreken over parttime ondernemen in de bijstand als uitkeringsgerechtigden door te ondernemen met toestemming van de gemeente inkomsten genereren die worden aangevuld door een bijstandsuitkering. Iemand werkt bijvoorbeeld een paar uur per week als zzp'er. Veel voorkomende activiteiten zijn onder andere online lesgeven, coaching, het verkopen van (eigen) kunst, nagels behandelen en honden uitlaten.
Parttime ondernemen wordt op verschillende manieren benoemd door gemeenten. Onder andere als deeltijd-ondernemen, scharrel-ondernemen, marginaal ondernemen en ondernemen op bescheiden schaal. In deze handreiking spreken we van parttime ondernemen.
In principe is een pto-traject van tijdelijke aard. Meestal wordt er door de gemeente toestemming gegeven voor een jaar, en wordt die toestemming jaarlijks verlengd als dat passend is bij de situatie van de inwoner.
Meestal ligt er gemeentelijk beleid of een specifieke pto-regeling ten grondslag aan de manier waarop de gemeente met parttime ondernemen omgaat. Hoeveel aandacht de regeling krijgt en hoe uitgebreid de aanpak beschreven staat, wisselt sterk per gemeente. In regio’s met meerdere kleinere gemeenten wordt vaak samengewerkt rondom parttime ondernemen. Er is dan bijvoorbeeld een regionaal bureau zelfstandigen dat de pto-regeling uitvoert voor meerdere gemeenten.
Re-integratie en/of uitstroominstrument
Parttime ondernemen is zowel een re-integratie instrument als een manier om uit de bijstand te kunnen komen. Wat passend en haalbaar is als doelstelling van het pto-traject is altijd maatwerk per inwoner. Bij re-integratie gaat het vaak in eerste instantie om mensen die vanuit een eigen idee weer ‘in beweging komen’ en zo op een zinvolle manier meedoen in de samenleving. Van parttime ondernemen als uitstroominstrument (ook richting Bbz) kan sprake zijn als inwoners goede ondernemersvaardigheden hebben (ontwikkeld) en een relatief kleine mate van afstand tot de arbeidsmarkt.
Het komt ook regelmatig voor dat inwoners door hun pto-ervaring gaan beseffen dat ondernemen niet bij hen past. Ze zijn dan echter vaak wel op positieve wijze weer in beweging gekomen en hebben allerlei contacten en werkervaringen opgedaan. Van daaruit weten mensen regelmatig een (parttime)baan in loondienst te vinden. Dit blijkt uit de ervaring van verschillende consulenten die we gesproken hebben. Doorstroom of uitstroom via loondienst wordt dan ook even goed gezien als pto-succes.
1.2 Het verschil tussen pto en ondernemen via het Bbz
Pto'ers en Bbz'ers worden als doelgroep regelmatig met elkaar verward. De meeste gemeenten die we hebben gesproken vinden dit onhandig en zien dat het negatieve effecten kan hebben voor de inwoners. Zo lopen pto'ers het risico om ‘overvraagd’ te worden wanneer de verschillen tussen deze doelgroepen niet helder zijn voor de betrokken medewerkers.
Bbz'ers zijn volgens deze gemeenten meestal ‘typische ondernemers’ terwijl pto'ers juist vaak mensen zijn die zich oriënteren op ondernemerschap en/of een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Iets verderop geven we een grove schets van beide groepen. Eerst lichten we hieronder de verschillen toe qua beleidskaders tussen pto en fulltime ondernemerschap via het Bbz.
Voorwaarden gemeente
Voorwaarden gemeente | Parttime ondernemerschap pto | Fulltime ondernemerschap Bbz |
---|---|---|
Financierings-mogelijkheden | geen wettelijke financieringsmogelijkheid (gemeenten bieden soms financiering op grond van gemeentelijk beleid; daar kunnen goede redenen voor zijn) | startkapitaal vanuit het Bbz (lening) |
Behoud van uitkering | ja; inkomsten worden meestal maandelijks verrekend met de bijstandsuitkering | eventueel een periodieke Bbz-uitkering en definitieve vaststelling na het boekjaar |
Voorwaarden Belastingdienst
Voorwaarden Belastingdienst | Parttime ondernemerschap pto | Fulltime ondernemerschap Bbz |
---|---|---|
Soorten inkomsten volgens de Belastingdienst | resultaat uit overige werkzaamheden | winst uit onderneming |
Uren besteed aan de onderneming | minder dan 1.225 uur per jaar | minstens 1.225 uur per jaar |
Aftrekposten van de Belastingdienst | meestal geen aftrekposten mogelijk | aftrekposten als:
|
Opgeven zakelijke kosten | ja; aantoonbare en reële kosten. Geen langdurige verplichtingen zoals huur bedrijfsruimte en financiële investeringen | ja; volgens de regels van de Belastingdienst |
Inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel | niet verplicht | verplicht |
Deugdelijke administratie bijhouden | verplicht | verplicht |
Aangifte omzetbelasting (btw) | verplicht (soms geeft de kleine- ondernemersregeling ontheffing van de btw) |
verplicht (soms geeft de kleine- ondernemersregeling ontheffing van de btw) |
Aangifte inkomstenbelasting | verplicht | verplicht |
De typische Bbz'er
De doelgroep van het Bbz bestaat overwegend uit mensen met goede ondernemersvaardigheden die een bedrijfsplan hebben voor een (in potentie) levensvatbare onderneming. Hier schrijven ze een uitgebreid businessplan voor dat wordt getoetst. Bbz'ers hebben de tijd en ruimte om zich fulltime op hun bedrijf te richten (minimaal 1225 uur per jaar) en worden niet of in mindere mate beperkt door (zware) fysieke of mentale problemen qua functioneren. De begeleiding van Bbz'ers is met name inhoudelijk gericht op ondernemerschap en/of financiering van het bedrijf.
Zie voor meer informatie over het Bbz: Regels bijstand voor zelfstandigen (Rijksoverheid.nl).
De typische pto'er
De groep pto'ers bestaat uit een mix van mensen die zich oriënteren op ondernemerschap en/of inwoners met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Iemand in een pto-traject kan maximaal 20 uur per week besteden aan het bedrijf om de overige uren beschikbaar te blijven voor een traject richting loondienst. Soms wordt iemand echter hiervan vrijgesteld in verband met fysieke of mentale beperkingen.
Ook bij pto'ers wordt er gekeken naar de haalbaarheid van de plannen maar de verwachtingen en eisen hieromtrent zijn niet vergelijkbaar met die van de Bbz-doelgroep. Ook de mate van ondernemerschapskwaliteiten van de inwoners en de hoogte van de inkomsten die gegenereerd kunnen worden zijn niet vergelijkbaar qua niveau. Parttime ondernemerschap gaat in veel gevallen met name om het weer op een zinvolle manier meedoen in de samenleving en een mogelijke eerste stap qua re-integratie richting werk.
Meerdere gemeenten geven aan dat de benodigde begeleiding van pto-ers dan ook fundamenteel anders is dan bij het Bbz. Omdat het vaak gaat om een kwetsbare groep zijn zaken als regelmatig persoonlijk contact, activering, duidelijke kaders, ondersteuning in het proces (onder andere bij de administratie) en hulp bij het leren ondernemen belangrijke voorwaarden om mensen te ondersteunen tijdens hun pto-traject.
1.3 Hoe ziet de pto-doelgroep eruit?
Doelgroep
De pto'ers vormen een brede doelgroep met hele wisselende situaties. Gemeenten benadrukken dat er bij pto'ers vaak op meerdere leefgebieden iets aan de hand is, wat elke situatie uniek en complex maakt. Denk bijvoorbeeld aan mensen met (een combinatie van) de volgende kenmerken:
- mentale beperkingen
- lichamelijke beperkingen
- verslavingsproblematieken
- financiële problematieken
- detentie-achtergrond
- een niet-westerse migratieachtergrond
- beperkte beheersing van de Nederlandse taal
Deze doelgroep kan dan ook vaak met goede redenen niet of niet direct aan het werk in loondienst. Voor een groot deel van deze inwoners is het niet realistisch om volledige zelfredzaamheid te verwachten.
Wisselend verloop pro-trajecten
De ene pto'er maakt jarenlang gebruik van de pto-regeling, voor de ander is het een tijdelijke stap die weer kan leiden tot (al dan niet parttime) werken in loondienst. Of tot het doorontwikkelen van ondernemerschap naar een zelfstandige onderneming, al dan niet via het Bbz. Het verloop van het traject wisselt dus sterk per persoon. Zie ook de indeling in verschillende typen pto'ers.
Let op! Zie de casus van Dima in hoofdstuk 2 als voorbeeld van hoe iemand vanuit de re-integratie kan starten en uiteindelijk kan uitstromen tot zelfstandig restauranteigenaar.
Verschillende typen pto'ers
Hieronder vind je een overzicht van verschillende typen pto'ers, ingedeeld op de mate van beweging op de arbeidsmarkt.
Beweging richting volledig ondernemerschap
Pto'ers die zicht hebben op instroom in het Bbz of directe uitstroom door ontwikkelingen in hun persoon en/of bedrijf. Ze zijn in staat meer uren te maken en hebben groeiende inkomsten. Bij inkomsten van 500-600 euro per maand is er meestal een omslagmoment naar het Bbz.
Structurele beweging
Pto'ers die relatief regelmatige, lage inkomsten hebben uit zelfstandige activiteiten. Bijvoorbeeld een freelance gitaardocent met enkele klanten die elke maand ongeveer 200-400 euro per maand verdient. Deze vorm van pto kan samengaan met parttime werk in loondienst. Wanneer het aantal uur dat iemand kan werken toeneemt, kan dit leiden tot uitstroom.
Onvoorspelbare beweging met incidentele hoge inkomsten
Pto'ers met incidentele hoge inkomsten zonder zicht op (structurele) uitstroom uit de bijstand (0-2000 euro per maand). Bijvoorbeeld een vertaler die na een aantal maanden af en toe werkt, een factuur stuurt van 3000 euro en vervolgens langere tijd geen inkomen heeft.
Beperkte beweging
Pto'ers die geen tot weinig winst maken maar wel bezig zijn met hun activiteiten en daar (veel) waarde uit halen. Deze relatief grote groep heeft overwegend te maken met grote psychische en/of lichamelijke beperkingen. Ze hebben geen mogelijkheid tot (gecombineerd) parttime werken in loondienst. Dankzij pto kunnen zij echter toch waardevolle activiteiten uitvoeren, zichzelf blijven ontwikkelen en een zingevende bijdrage leveren aan de samenleving.
Denk bijvoorbeeld aan een alleenstaande moeder met langdurige mentale problemen. In de avonden werkt ze thuis als nagelstyliste voor mensen uit haar eigen netwerk. Ze verdient daarmee 50-150 euro per maand. Hierdoor blijft ze in contact met de buitenwereld en haalt voldoening uit haar werk.
2 Aan de slag met parttime ondernemen
Introductie
In dit hoofdstuk beschrijven we de stappen die gemeenten idealiter doorlopen in de vormgeving van de pto-aanpak.
- Visievorming
- Selectie van deelnemers
- Instroom en het startproces
- Doorgeven van de inkomsten
- Verrekenen
- Controle
- Jaarcijfers, IB-aangifte en herberekening
- Nabetalen, vorderen of status quo
Casus Dima
Dima is een Syrische vrouw van 39 jaar. Als statushouder had ze de droom om een eigen restaurant in Zwolle te beginnen. Dima startte in 2017 heel klein, als pto'er die af en toe op markten en braderieën wat Syrische gerechten verkocht. Stap voor stap ontwikkelde ze haar bedrijfje verder tot cateringservice en – dwars door de coronacrisis heen – tot afhaal- en bezorgrestaurant.
In 2021 vond ze na lang zoeken eindelijk een eigen locatie en in 2022 is ze via het Bbz uitgestroomd als volledig zelfstandig eigenaar van restaurant Dima’s Kitchen. Verschillende ervaringen van Dima’s verhaal lees je als illustratie bij stappen van het pto-proces.
Stap 1 Visievorming
Meerdere gemeenten geven aan dat de groep bijstandsgerechtigden met zelfstandige inkomsten of een wens om te starten met ondernemen, er altijd is geweest. Al dan niet binnen het zicht van de gemeente. In die zin is pto dus niets nieuws. Wat wel nieuw is, zijn de huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Die zullen er naar verwachting voor zorgen dat deze groep de komende jaren zal groeien (zie SER-rapport ‘Werken zonder Armoede’). Dat vraagt van gemeenten dat ze op een effectieve manier vormgeven aan pto vanuit de bijstand.
Gemeenten kijken op verschillende manieren aan tegen parttime ondernemen. Er zijn gemeenten die actief en gemeenten die minder actief inzetten op parttime ondernemen. Andere gemeenten hanteren een ontmoedigingsbeleid. Hieronder staan enkele vragen die van belang zijn in het ontwikkelen van je visie als gemeente:
- Hoe kijk je in de basis aan tegen (parttime) ondernemerschap vanuit de bijstand?
- Welke doelstellingen wil je bereiken met pto?
- Zie je parttime ondernemen als waardevolle re-integratietool of wil je het vooral inzetten als uitstroominstrument? Vanuit welke visie maak je die keuze?
- Wat verwacht je van je inwoners? Moeten pto'ers direct de potentie hebben om inkomsten te genereren? Of zie je het weer in beweging komen, de deur uitgaan, contacten leggen en onderzoeken wat er nodig is voor hun plannen, ook als succesvolle uitkomst?
- Welke plannen of ideeën sta je toe als gemeente en welke niet? Waarom maak je die keuze?
Wisselende visies in de praktijk
Uit de gesprekken met de gemeenten kwamen wisselende visies naar voren. Sommige gemeenten zien vooral de positieve effecten van parttime ondernemen op hun inwoners en besteden (al dan niet via een bureau zelfstandigen) specifieke aandacht aan deze doelgroep. Andere gemeenten waren vooral zoekend naar hoe ze met deze groep moeten en willen omgaan en hadden veel zorgen over de risico’s voor inwoners en de gemeente zelf.
Ook zorgen over de fraudegevoeligheid werden genoemd als reden om parttime ondernemen liever niet te stimuleren, of actief te ontmoedigen.
De gemeenten met een uitgesproken positieve visie op ondernemerschap en pto vertelden dat deze insteek vaak ook goede resultaten in de hand werkt. Een inwoner zegt hierover het volgende.
Werken vanuit vertrouwen met kennis en kunde van de bijbehorende context is volgens deze gemeenten essentieel voor het realiseren van deze goede resultaten. Bovendien zorgen positieve resultaten weer voor meer vertrouwen in de organisatie om deze groep te ondersteunen.
Stap 2 Selectie
Door helder beleid te voeren en afspraken te maken over wie je als gemeente wel en niet toelaat tot de pto-regeling, zorg je voor duidelijkheid en overzicht. Op die manier kun je een eerlijke, eenduidige omgang met je inwoners organiseren en voorkom je het probleem van willekeur in je gemeente. Het formuleren van antwoorden op onderstaande vragen helpt erbij dit proces vorm te geven.
- Voorwaarden. Aan welke voorwaarden moet een klant voldoen om mee te kunnen doen aan de pto-regeling? Welke aandachtspunten neem je mee bij de intake? Denk bijvoorbeeld aan het (wel/niet mogen) hebben van schulden, bewindvoering, beheersing Nederlandse taal en de mate zelfredzaamheid van inwoners.
- Initiatief. Bied je (alle?) inwoners parttime ondernemen actief aan als mogelijkheid? Laat je inwoners zelf initiatief nemen en/of interesse kenbaar maken? Of speel je mogelijk enkel in op parttime ondernemen als mensen vanuit ondernemerschap in de bijstand zijn gekomen?
- Besluitvorming. Wie besluit of een deelnemer wordt toegelaten tot de regeling of niet? Ligt die verantwoordelijkheid intern bij de gemeente? Is het belegd bij een (extern?) bureau zelfstandigen?
- Duur. Voor hoe lang is de toekenning en hoe vaak kan deze herhaald worden? Zit daar een limiet aan, en zo ja, vanuit welke visie maak je die keuze?
- Rechten en plichten. Welke afspraken maak je met je inwoners? Wat verwacht je van hen en wat biedt je als gemeente aan?
- Communicatie. Hoe, wat, via wie en wanneer communiceer je over parttime ondernemen? Welke middelen zet je in en waarom? Hoe bereikbaar ben je als gemeente, en wie is de eerste contactpersoon voor de pto'er?
- Begeleiding. Wat is er nodig qua begeleiding voor de doelgroep die je selecteert? Hoe vaak spreek je hen en wat gebeurt er tijdens deze ontmoetingen? Organiseer je trainingen op bepaalde onderwerpen?
Door helder antwoord te geven op bovenstaande vragen zorg je er als gemeente voor dat er eenduidig gewerkt kan worden. Je voorkomt willekeur naar je inwoners toe en zorgt ervoor dat keuzes beargumenteerd gemaakt kunnen worden. Niet in de laatste plaats door de klant zélf. Zij besluiten ten slotte zelf of ze pto'er willen worden. Het is dus van groot belang dat ze zich bewust zijn van de bijkomende verplichtingen en de ondersteuningsmogelijkheden daarbij.
Let op! De visie en ondernemerschapsexpertise van de professional die deze keuze maakt, beïnvloedt in grote mate wie er wel of niet wordt toegelaten. Daarom pleiten meerdere gemeenten voor interne specialisten op ondernemerschap. Dit zouden mensen moeten zijn die feeling en ervaring hebben met de doelgroep bijstandsgerechtigden.
Stap 3 Instroom & starten
Idealiter start een deelnemer pas met parttime ondernemen wanneer de opzet, voorwaarden, rechten, plichten en mogelijkheden helder zijn doorgesproken. Dan pas kan de klant bewust een afweging maken van de voor- en nadelen.
Het verlenen van officiële toestemming (veelal vastgelegd in een beschikking vanuit de gemeente) is belangrijk voor de borging van de regels en afspraken die daarmee officieel gemaakt worden. Vervolgens start de klant met parttime ondernemen, meestal door middel van een aantal voorbereidende bijeenkomsten of gesprekken. Denk bijvoorbeeld aan een training ‘Goede administratie als voorwaarde voor succes’ (als basis voor een goed pto-proces, zie hieronder), uitleg over de regels van de Belastingdienst en bijbehorende verplichtingen, en bijvoorbeeld workshops rondom verschillende ondernemersvaardigheden.
Dergelijke bijeenkomsten kunnen in groepen plaatsvinden of één op één, afhankelijk van de mogelijkheden van de klant en gemeente. Bij sommige gemeenten zijn dergelijke bijeenkomsten een verplicht onderdeel van het startproces, bij andere op basis van vrijwillige inschrijving. Er zijn ook gemeenten die geen training of (start)begeleiding aanbieden.
Een voorbeeld van het Regionaal Bureau Zelfstandigen (Rbz) in Zwolle
Hieronder zie je een een concreet voorbeeld hoe je de jaaropzet kunt vormgeven. Je leest op welke structuur en inhoud de pto'ers worden voorbereid tijdens de startfase. De oriëntatienotitie, de aanvullende handleiding en de administratietool die het Rbz meegeeft, kun je downloaden ter informatie.
Voorbeeld jaaropzet
- Doorverwijzing vanuit de gemeente via een consulent Werk
- Oriëntatiegesprek en oriëntatienotitie met aanvullende informatie (pdf, download)
- Online aanvraag door de inwoner voor toestemming tot pto
- Toekenning van de pto-aanvraag door het Rbz (beschikking)
- Uitdelen aanvullende handleiding pto (pdf, download) en verplichte administratietool (xls, download)
- Administratietraining aan de hand van de administratietool
- Maandelijkse netwerkbijeenkomsten met andere pto'ers
- Halfjaarlijks begeleidingsgesprek met consulent van het Rbz
- Jaarlijks inleveren van de jaarcijfers + aangifte inkomstenbelasting
- Eindafrekening middels een beschikking met betrekking tot nabetaling gemeente of een eventuele vordering
- Jaarlijkse voortgangs-/verlengingsgesprek
Goede administratie als voorwaarde voor succes
Door de meeste gemeenten wordt een duidelijke, kloppende administratie gezien als dé basis van een goede pto-uitvoering. Het zorgt voor de juiste jaarcijfers van de inwoner om het inkomen vast te kunnen stellen en dat is zowel in belang van de pto'er zelf als voor de gemeente en de Belastingdienst. Overigens hebben niet alle gemeenten die we gesproken hebben ook een specifieke aanpak op dit thema.
De gemeenten die wel een heldere aanpak hanteren geven aan dat je een duidelijke en kloppende administratie op de volgende manier kunt faciliteren:
- Heldere informatie geven (mondeling en schriftelijk) over het nut en noodzaak van de administratie.
- Training in het gebruik van een eenvoudig administratieprogramma.
- Uitgebreide aandacht besteden aan de regels van de Belastingdienst.
- Laagdrempelig bereikbaar zijn voor vragen en ondersteuning.
Onder andere Zwolle, Hardenberg en Leeuwarden maken gebruik van hetzelfde eenvoudige Excel-bestand, dat aan iedere pto'er wordt aangeboden. Je kunt dat bestand hier downloaden voor eigen gebruik (xls).
Let op! Het blijkt een reëel risico dat inwoners onder bijstandsniveau uitkomen (over een jaar berekend) wanneer de administratie niet klopt, incompleet is of niet gecontroleerd wordt. Lees hier meer over in Stap 6, Controle.
Administratieangst
Van de meeste gemeenten horen we dat inwoners vaak erg bezorgd zijn over de administratie. Enerzijds omdat ze niet goed begrijpen hoe je een goede administratie bijhoudt, anderzijds omdat ze meestal weinig kennis hebben van de regels van de Belastingdienst. Dit pleit voor het aanbieden van training en begeleiding zodat het risico op (onbewuste) fouten kleiner wordt. Dergelijke fouten kunnen grote impact hebben op iemands leven, zeker als het problemen met de Belastingdienst tot gevolg heeft. Dit maakt pto voor veel inwoners dan ook een onzekere, spannende keus.
Komt het wel goed met de cijfers? Wat nou als ik per ongeluk een fout maak? Moet ik straks dan heel veel geld terugbetalen? Dit zijn terechte vragen die heldere antwoorden verdienen. Het zijn tevens vragen die ook regelmatig spelen bij gemeenten zelf en waar de betrokkenen niet altijd een helder antwoord op hebben. Expertise, helder beleid, duidelijke communicatie en regelmatig contact met de klant zijn dan ook in het belang van zowel de klant als de gemeente. Zo worden fouten voorkomen en kan de inkomensstabiliteit van de klant zo goed mogelijk gegarandeerd worden.
Goede begeleiding als voorwaarde voor succes
Naast administratie is het thema begeleiding een van de meest genoemde onderwerpen waar het gaat om een goede pto-aanpak.
De begeleiding wordt meestal gegeven door de consulent van het bureau zelfstandigen waar pto is ondergebracht of door een werkconsulent, soms in combinatie met een inkomensspecialist. De volgende kenmerken blijken van belang:
- Eén vaste begeleider en aanspreekpunt voor de pto'er.
- Regelmatig contact, minimaal één keer per half jaar.
- Ondersteuning bij (en controle op) de administratie.
- Laagdrempelige bereikbaarheid; rechtstreekse nummers, persoonlijk contact.
- Tijd en ruimte voor het opbouwen van een vertrouwensband.
- Heldere, eenduidige informatie over pto (zowel mondeling als schriftelijk).
- Realistische verwachtingen van de pto'er; inkomsten genereren staat niet voorop.
Gemeenten geven vrijwel allemaal aan dat de ‘juiste mensen op de juiste plek hebben’ een essentiële voorwaarde voor succes is voor parttime ondernemen. De volgende kenmerken van medewerkers worden hierbij genoemd:
- Enthousiasme! Een begeleider of coach moet energie meebrengen en deelnemers weten te inspireren.
- Empathie en coaching skills die passen bij de pto-doelgroep: ‘Het zijn echt geen Bbz'ers! Daar vergissen mensen zich weleens in’.
- Kennis en kunde op het gebied van ondernemerschap en de regelgeving daaromheen.
- Werken vanuit vertrouwen en oprecht geloven in de ontwikkelingsmogelijkheden van ieder mens.
- Samen kunnen werken met collega’s binnen de gemeente en externe partijen zoals bedrijven.
Stap 4 Inkomsten doorgeven
Na de selectie & startfase gaat de pto'er aan de slag. Soms wordt er direct geld verdiend, soms duurt het maanden voor de eerste euro’s binnenkomen. Dat is afhankelijk van de situatie van de klant en het type werkzaamheden dat wordt opgepakt. Voor gemeenten is het van belang om heldere afspraken te maken over het doorgeven van de inkomsten. Hier zijn een aantal essentiële vragen bij te beantwoorden:
- Wanneer en hoe vaak moeten de inkomsten worden doorgegeven?
- Hoe moet de inwoner inkomsten doorgeven?
- Worden er bewijsstukken gevraagd? Zo ja, welke?
In de praktijk gaan gemeenten wisselend om met het doorgeven van de inkomsten. Hieronder lees je een aantal overwegingen bij het beantwoorden van de vragen. Het is handig hierbij in gedachten te houden dat het gedurende het boekjaar gaat om de voorlopige inkomsten. Definitieve inkomstengegevens zijn pas op z’n vroegst in mei van het volgende jaar beschikbaar. Dan doet de inwoner de aangifte inkomstenbelasting en daarna kan het netto-inkomen definitief worden vastgesteld.
Maandelijks verrekenen
De meeste gemeenten verrekenen maandelijks, waarbij de inkomsten aan het einde van de maand worden doorgegeven. Vaak gebeurt dit tegelijkertijd met de inkomsten van inwoners in loondienst. Bij parttime ondernemen komt het echter relatief vaak voor dat opdrachtgevers een factuur aan het einde van de maand nog niet betaald hebben. Of, dat de factuur pas aan het einde van de maand verstuurd kan worden. Om die redenen kiezen sommige gemeenten ervoor om het doorgeven van de inkomsten naar de volgende maand te trekken, zodat de verrekening beter klopt en herberekeningen voorkomen worden.
Keuzes in de verrekenperiode
Er zijn ook gemeenten die in overleg met de klant een vast bedrag schatten wat ze vastleggen voor een aantal maanden, of soms zelfs een jaar. De inwoner kan dan een nieuwe schatting doorgeven als de situatie anders wordt. Dit maakt het proces voor de gemeenten eenduidiger en de pto'er hoeft hiervoor minder administratief werk te doen.
Let op! Een nadeel hiervan is dat pto'ers niet aanleren om maandelijks een goede administratie bij te houden en dat het te laat of niet doorgeven van wijzigingen grote gevolgen kan hebben op de langere termijn. Denk aan het mogelijke ontwikkelen van schulden en vorderingen.
Van schriftelijk briefje tot digitaal formulier
Er is veel verschil in hoe gemeenten hun inwoners de inkomsten laten doorgeven. Sommige gemeenten hechten vooral belang aan de laagdrempeligheid van het doorgeven.
Andere medewerkers kijken juist reikhalzend uit naar een helder, eenduidig proces.
Weer andere gemeenten laten de inkomsten al digitaal doorgeven, bijvoorbeeld via een ‘mijn loket’ portal op de website. Ze vragen hier dan een bewijsstuk bij vanuit de administratie.
Hieronder zie je een voorbeeld van een bewijsstuk van een pto'er uit Zwolle, Hardenberg of Leeuwarden. Het betreft een screenshot van de door hen gebruikte administratietool, in de maand januari. Wanneer alles goed is ingevuld volgt in de rode cel automatisch het bedrag dat de pto'er moet doorgeven.
Stap 5 Verrekenen
Gemeenten verrekenen parttime ondernemen op basis van de voorlopige (drie)maandelijkse of jaarlijkse cijfers. Anders dan bij loondienst is er namelijk nog geen belasting betaald over het inkomen. Dit gebeurt op z’n vroegst in mei het jaar erop, na de aangifte inkomstenbelasting. Pas daarna kan het definitieve (netto) inkomen worden bepaald.
Let op! Niet alle gemeenten hebben een jaarlijks controlemoment na de IB-aangifte. In de volgende paragraaf, C1. Bruto verrekenen, zie je waarom het belangrijk is om hier rekening mee te houden.
Bij het verrekenen zullen gemeenten de volgende vragen tegenkomen:
- Hoe maak je een goede schatting van de voorlopige inkomsten? Schat je op basis van wat mensen doorgeven of schat je op basis van verwachtingen vooraf?
- Hoe vaak ga je verrekenen? Doe je dat (drie)maandelijks of jaarlijks?
- Verreken je bruto of netto?
- Hoe ga je om met zakelijke kosten?
- Hoe ga je om met hoge incidentele kosten?
- Hoe ga je om met de vrijlating?
In Stap 4, Inkomsten doorgeven hebben we al gesproken over de mogelijke antwoorden op vraag A en B. Hieronder bespreken we de relevante overwegingen bij de overige onderwerpen.
C1. Bruto verrekenen
Gemeenten korten meestal het bruto inkomen dat klanten doorgeven. Dit gaat volgens de vuistregel: “Omzet minus kosten = resultaat”.
Let op! Binnen gemeenten levert dat nog weleens verwarring op. Zo wordt er door medewerkers soms gezegd dat er nétto verrekend wordt. Want, ‘De bijstand is een netto-uitkering, dus we korten altijd netto.’ Als het gaat om inkomsten uit ondernemerschap is dat voor de inwoner echter feitelijk niet het geval.
Weliswaar verrekent de gemeente het bedrag dat de klant heeft doorgegeven, maar over dit bedrag is – in tegenstelling tot een situatie waarin de klant in loondienst zou zijn – nog geen inkomstenbelasting en premie Zvw betaald. Pas wanneer de belastingaanslag is meegenomen in een herberekening vanuit de gemeente (het jaar erop na de IB-aangifte), kan de bruto verrekening dus worden omgezet naar een netto verrekening.
Let op! Dit betekent dus dat de gemeente maandelijks nog geen rekening houdt met de belastingdruk. Wanneer de pto'er in het jaar erop de aanslag inkomstenbelasting binnenkrijgt van de Belastingdienst, behoort deze aanslag dus in principe voor rekening van de gemeente te komen. Echter niet alle gemeenten zijn zich hier bewust van of handelen hier actief naar.
Let op! Het is belangrijk dat gemeenten hun inwoners erop wijzen dat ze deze aanslag vergoed kunnen krijgen. Als daar niet duidelijk over gecommuniceerd wordt of de aanslag om andere redenen niet bij de gemeente terecht komt, schiet de klant hierdoor namelijk onder bijstandsniveau. Verhalen uit de praktijk laten zien dat dit nog regelmatig voorkomt.
C2. Netto verrekenen
Er zijn ook gemeenten die een maandelijkse inschatting maken van de inkomstenbelasting die nog moet worden afgedragen. Dit gebeurt dan bijvoorbeeld op basis van een administratieprogramma waar de benodigde belastingtabellen al in zijn verdisconteerd. De gemeente kan de netto schatting alvast in mindering brengen op de maandelijkse verrekening. De pto'er houdt dan dus maandelijks meer geld over dan bij een bruto-verrekening. Dat is op korte termijn een voordeel. Op langere termijn moet hier echter nog wel de inkomstenbelasting van betaald worden. De klant moet dit geld dan namelijk zelf opzijzetten.
Let op! Om schulden te voorkomen, is het belangrijk om klanten hier duidelijk en herhaaldelijk over te informeren. Meerdere gemeenten geven aan dat uit de praktijk blijkt dat bijstandsgerechtigden geen geld overhouden per maand. Zij waarschuwen ervoor dat deze vorm van verrekenen bij parttime ondernemen daardoor een groot risico vormt voor de inwoners.
Let op! Deze methode wordt in de praktijk niet veel toegepast. Je moet hierbij als gemeente ook nadrukkelijk rekening houden met situaties waarin iemand uiteindelijk (veel) meer inkomstenbelasting moet betalen, omdat je inwoner later in het jaar misschien meer gaat verdienen. Of omdat er nog andere inkomsten bij zijn gekomen uit bijvoorbeeld parttime werk in loondienst.
Let op! Alle verrekeningen op basis van een schatting (bruto en netto) mogen alleen plaatsvinden na toestemming van de inwoner.
D. Zakelijke kosten
Een belangrijk vraagstuk binnen gemeenten (en van pto'ers) is hoe je omgaat met de zakelijke kosten die pto'ers maken. Het gaat hier om de vraag welke kosten wel en niet worden meegenomen in de verrekening.
We zien (soms grote) verschillen tussen gemeenten tussen wat er wel of niet wordt geaccepteerd als zakelijke kosten. Deze verschillen komen onder andere voort uit onzekerheden rondom het wettelijk kader van de Participatiewet, waarin wordt gezegd dat ‘verwervingskosten’ niet mogen worden afgetrokken van de omzet.
Gemeenten wijken daarnaast in meer- of mindere mate af van de regels die de Belastingdienst hiervoor hanteert. Zo mogen pto'ers bijvoorbeeld geen lange termijn verbindingen aangaan zoals het huren van een bedrijfsruimte. Ook zijn er meestal geen financieringsmogelijkheden voor investeringen. Pto'ers moeten namelijk in principe direct inzetbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Daarnaast hangt wat is toegestaan of niet ook af van het soort bedrijfsactiviteit. Denk bij niet toegestaan bijvoorbeeld aan substantiële cursuskosten en promotiekosten. Maar ook kosten die privé en zakelijk worden gemaakt, maar in één keer allemaal zakelijk worden geboekt, zoals internetkosten/telefoonkosten en reiskosten.
Aantoonbare en reële kosten
De meeste gemeenten gaan uit van ‘aantoonbare en reële’ kosten die de pto'er mag opgeven. Kosten gelden als reëel als ze een zakelijk doel hebben en rechtstreeks te herleiden zijn naar het product of de dienstverlening van de ondernemer. Zie bijvoorbeeld het volgende kader:
- reiskosten (onderbouwd met een autokilometerregistratie of reisoverzicht van een ov-chipkaart);
- inkoopkosten;
- promotiekosten zoals visitekaartjes.
Kosten die niet-ondernemers ook moeten betalen, bijvoorbeeld van internet of privételefoon, vallen daar niet onder. Hoge of langlopende kosten worden ook niet geaccepteerd volgens de richtlijnen van de Belastingdienst, zoals:
- representatiekosten (voor congressen, acquisitielunches of kennismakingsborrels);
- kosten van computers, tablets en printers;
- kosten van het huren van een kantoor of leasen van een auto.
Let op! Gemeenten gaan op verschillende manieren om met de definities van aantoonbaar en reëel. Hierbij spelen vragen als: hoeveel ruimte wil je je inwoners bieden, of hoeveel beperkingen voor pto wil je juist opleggen? Waar baseer je je keuzes op als gemeente?
Let op! Door slechts heel beperkt zakelijke kosten te accepteren kun je als gemeente mensen de kans ontnemen op een soms heel effectieve re-integratie mogelijkheid.
Let op! Als je als gemeente strikter dan nodig is omgaat met het opvoeren van zakelijke kosten, is het gevolg dat mensen onder bijstandsniveau terechtkomen wanneer ze deze kosten vervolgens zelf betalen.
Let op! Om interne verwarring en onduidelijkheden naar de pto'ers te voorkomen is het belangrijk dat er goed en helder wordt gecommuniceerd.
Het voordeel van het volgen van de fiscale regels
Financieel specialist
Er zijn meerdere gemeenten die uit voorzorg voor problemen met de Belastingdienst, bewust zoveel mogelijk de fiscale regels van het moment hanteren. Belangrijke redenen hiervoor zijn:
- Het voorkomt dat er eigenlijk twee administraties gevraagd worden van inwoners, een voor de gemeente en een voor de Belastingdienst.
- Het voorkomt scheefstand tussen de cijfers van de gemeente en de cijfers die worden opgegeven bij de Belastingdienst: Het zorgt ervoor dat de cijfers die de pto'er inlevert bij de gemeente, naadloos aansluiten op de cijfers voor de Belastingdienst.
- Scheefstand in de cijfers zorgt voor extra werk qua herberekeningen en het werkt verwarring en het risico op vorderingen in de hand.
- Eenduidig en uniform beleid voorkomt willekeur per kandidaat.
Vaak wordt er in de gemeenten die op deze manier werken nog steeds wel afgeweken van het fiscale kader van de Belastingdienst waar het gaat om lange termijn verplichtingen.
Tip: Gemeente Zwolle heeft de regels rondom zakelijke kosten overzichtelijk beschreven in de handleiding die alle pto'ers meekrijgen (download). Hierdoor komen er geen verrassingen achteraf en is het voor de inwoner vanaf het begin duidelijk wat wel en niet wordt geaccepteerd als zakelijke kosten.
E. Hoge incidentele inkomsten
De pto'er met een regelmatig laag inkomen van zo’n 50-100 euro per maand, levert qua verrekenen weinig vragen op voor gemeenten. Dat wordt anders wanneer een pto'er eens in de zoveel maanden een hoog inkomen heeft. Dan moet er naar gekeken worden binnen welke periode deze inkomsten verdiend zijn.
Zie artikel 32, tweede lid, eerste volzin, van de Pw: ‘Middelen die het karakter hebben van uitgesteld inkomen worden in aanmerking genomen naar de periode waarin deze zijn verworven.’
De vertaler
Bijvoorbeeld een klant is vertaler, maar kan dit beroep wegens gezondheidsredenen niet meer structureel kan uitoefenen. Als pto'er bedient hij toch af en toe een oude klant door een kleine klus te doen, hetzij over een langere periode verspreid waarin hij soms wat meer, soms wat minder kan werken. Zeg nu dat deze vertaler in totaal een half jaar werkt aan een opdracht en daarmee aan het eind een factuur betaald krijgt van 3000 euro. Hoe ga je daar als gemeente dan mee om?
Qua verrekenen betekent dit dat je als gemeente een herberekening moet maken over de afgelopen maanden. En dat verreken je vervolgens met de uitkering van komende maanden.
Let op! Er zijn meerdere gemeenten die geen helder proces hebben voor situaties als deze. Dat zorgt ervoor dat er in de praktijk vervolgens gezocht wordt naar ad hoc oplossingen die veel onzekerheid met zich meebrengen voor de inwoner en de betrokken medewerkers. Niet alleen is onduidelijk wat de gevolgen van de verrekening zijn op de lange termijn, ook speelt hier het risico op willekeur vanuit de gemeente
F. Omgaan met de vrijlating van inkomsten
We zien dat gemeenten wisselend omgaan met de inkomstenvrijlating. Sommige gemeenten vinden dat iedereen recht heeft op een vrijlating en passen de vrijlating dus ook toe bij pto'ers. Andere gemeenten zijn tegen vrijlating voor pto'ers omdat ze van mening zijn dat het mensen niet stimuleert om daarnaast nog parttime in loondienst te werken. Volgens de wet kan je niet categoriaal uitsluiten: per persoon moet je bekijken of het bijdraagt aan de arbeidsinschakeling.
Let op! De vrijlating kan worden toegepast als het college van oordeel is dat dit bijdraagt aan de arbeidsinschakeling. Zie artikel 31, tweede lid, onder n, van de Pw.
Als een gemeente de vrijlatingsregeling toepast gaat dit vaak iets anders dan bij iemand in loondienst. Basisregel is dat je de vrijlating toepast in de maand waarin aan de eisen van de wet is voldaan. Je kunt de vrijlating berekenen over:
- de jaarinkomsten (waarbinnen maximaal 6 maanden);
- 6 maanden aaneensluitend.
Hieronder zie je een rekenvoorbeeld uit Zwolle van hoe je de inkomstenvrijlating kunt berekenen over het gehele jaar. De gedachte hierachter is dat het maandelijkse inkomen gedurende het jaar niet definitief is vast te stellen (vanwege de belastingdruk die achteraf pas berekend kan worden). Daarom wordt de vrijlating hier berekend na het verzamelen van de jaarcijfers, als onderdeel van de eindafrekening.
De herberekening vindt plaats nadat de pto'er de aangifte inkomstenbelasting heeft ingediend bij de Belastingdienst (en de gemeente). Zoals je hieronder ziet wordt het netto resultaat van de inwoner gedeeld door 12. Dit is dan het gemiddeld maandelijks inkomen. Daarover wordt de 25% toegepast om de vrijlating per maand te berekenen. Dat geldt vervolgens voor 6 maanden en komt dus uit op een totaal van 296,00 totaal recht op vrijlating.
Berekening vrijlating
2368 / 12 = 197,33 gemiddelde netto inkomsten per maand
197,33 * 25% = 49,33 Vrijlating per maand
49,33 * 6 = 296,00 totaal recht op vrijlating
Vrijlating bij inkomsten boven de norm
Let op! In augustus 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) uitspraak gedaan over het toepassen van de inkomstenvrijlating bij inkomsten boven de norm. De CRvB heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de inkomstenvrijlating ook van toepassing is wanneer een inwoner inkomsten heeft boven de norm. Dit heeft gevolgen voor de manier waarop gemeenten het recht op aanvullende uitkering moeten bepalen.
Wat verandert er voor gemeenten?
Voorheen betekende het hebben van inkomsten boven de norm in de meeste gemeenten dat de inwoner geen aanvullende uitkering kreeg. Met de uitspraak van de CRvB kan dit veranderen. Als een inwoner vanuit de uitkering gaat werken en inkomsten heeft boven de norm, moet de gemeente vanaf nu bepalen:
- Heeft de inwoner recht op inkomstenvrijlating?
- Zo ja: komt deze inwoner met inkomsten minus deze vrijlating nog steeds boven de norm uit? Ofwel: inkomsten - vrijlating > norm?
- Zo nee: dan heeft de inwoner toch recht op aanvullende uitkering.
Een rekenvoorbeeld:
Oude situatie | Nieuwe situatie | |
---|---|---|
Bijstandsnorm | €1.100,- | €1.100,- |
Inkomsten inwoner | €1.200,- | €1.200,- |
Vrijlating 25%, max €224,- p/m | €0,- | € 226,- |
Inkomsten na vrijlating | n.v.t. | €976,- (1.200-224) |
Aanvullende bijstand | €0,- | €126,- (1.100-976) |
Het voorbeeld hierboven laat zien dat de uitspraak van de CRvB ertoe kan leiden dat een inwoner, als hij recht heeft op inkomstenvrijlating, ook bij inkomsten boven de norm recht kan hebben op een aanvullende uitkering.
Stap 6 Controle
In grote lijnen zien we dat de meeste gemeenten eenmalig, na de aangifte inkomstenbelasting, een uitgebreide check uitvoeren op de financiële gegevens die de inwoner heeft opgegeven (of van plan zijn dat te gaan doen). Meestal wordt er niet periodiek gecontroleerd op de inkomsten en de kosten. In een enkele gemeente is dat wel het geval. Het Rbz in Zwolle vraagt klanten bijvoorbeeld om maandelijks de administratie bij te houden en bij de gemeente in te leveren. Halfjaarlijks vindt een voortgangsgesprek met de klant plaats, dat ook dient als controlemoment.
Let op! Er zijn ook gemeenten die geen enkele controle hebben georganiseerd – niet gedurende het boekjaar en ook niet op de jaarcijfers. Vaak heeft de pto-groep bij deze gemeenten dusdanig lage inkomsten dat men ervan uit gaat dat er geen aanslagen komen van de Belastingdienst. Echter, dat is meestal niet het geval! Lees in Stap 7 verder over de Aanslaggrens Inkomstenbelasting.
Begeleiding en goede administratie vormen de basis
Een belangrijke voorwaarde om reëel inzicht te hebben in wat mensen kunnen en doen, is de in Stap 3 benoemde goede begeleiding als voorwaarde voor succes van pto'ers, in combinatie met een goede administratie als voorwaarde voor succes. Waar het gaat om het thema controle, zorgt de combinatie van begeleiding en administratie ervoor dat je eventuele fouten in bijvoorbeeld de administratie snel kunt bijsturen.
Stap 7 Jaarcijfers, aangifte inkomstenbelasting en herberekenen
Een belangrijke stap in het pto-proces is het verzamelen van de jaarcijfers, de aangifte inkomstenbelasting en de daaropvolgende herberekening vanuit de gemeente of het bureau zelfstandigen. Zonder definitieve jaarcijfers is er namelijk geen verifieerbare grondslag voor gemeenten om het inkomen op vast te stellen.
Jaarcijfers verzamelen en aangifte inkomstenbelasting
Gemeenten verzamelen de jaarcijfers op verschillende manieren. In sommige gemeenten is het aan de klant zelf om de administratie op te zetten en aan te leveren. Andere gemeenten ondersteunen de klant hierbij, bijvoorbeeld met een administratieprogramma. Als de pto'er dit maandelijks bijhoudt, volgen de jaarcijfers simpelweg uit de administratie. Zo wordt ook direct duidelijk wat er moet worden ingevuld bij de belastingaangifte.
Tip! De administratietool van Zwolle en Leeuwarden kun je hier downloaden voor eigen gebruik (xls). In de oranje cellen in de tabel hieronder is onder ‘Resultaat uit overige werkzaamheden’ direct te zien welk inkomen moet worden opgegeven bij de belastingdienst.
Begeleiding bij de aangifte
Let op! Het kan zinvol zijn mensen te ondersteunen bij de IB-aangifte, zeker de groep pto'ers die last heeft van administratieangst. Inwoners blijken het in de praktijk lastig te vinden om hun inkomen goed te administreren. Ook hebben ze regelmatig moeite om in te schatten welke inkomsten en uitgaven wel en niet moeten worden opgegeven. Door klanten hierbij te begeleiden wordt direct voorkomen dat de inwoner door zo’n fout in de (soms grote) problemen komt met de Belastingdienst.
Boekhouders
Let op! Het komt regelmatig voor dat pto'ers een boekhouder inhuren voor hulp bij de boekhouding. Dat helpt inwoners vaak in hun organisatie, zeker de groep die moeite heeft met de administratie. Houd echter als gemeente/begeleider goed in gedachten dat boekhouders automatisch de regels van de Belastingdienst aanhouden. Dit kan betekenen dat de boekhouder méér zakelijke kosten aftrekt dan de gemeente zelf toestaat. Dit leidt vervolgens tot een verschil in de cijfers en kan een vordering betekenen voor de inwoner. Pto'ers zelf beseffen dit vaak niet, dus is het belangrijk dat hier goed bij voorgelicht en begeleid wordt. Zie ook Stap 5, D. Zakelijke kosten.
Aanslaggrens Inkomstenbelasting
Niet alle gemeenten zijn zich ervan bewust dat ook de pto'ers met lage inkomsten toch een IB-aanslag krijgen. De Aanslaggrens Inkomstenbelasting ligt hierbij op € 49 inkomstenbelasting, zie onderstaande tabel (2022). Dit betekent dat, zodra een pto'er meer dan € 135 aan inkomsten per jaar heeft verdiend, er het jaar daarop een aanslag Inkomstenbelasting volgt. Dat is dus al vrij snel het geval.
Let op! Er zijn meerdere gemeenten die geen IB-aangiftes ontvangen van hun pto'ers. Er wordt bijvoorbeeld gedacht dat inwoners geen IB-aangifte hoeven te doen en dat ze geen aanslagen ontvangen. Ook hebben sommige gemeenten de situatie van de inwoners niet helder in beeld doordat er (soms al jaren) geen contact is met de pto'er.
In bovenstaande gevallen is de kans vrij groot dat inwoners dan ook niet weten dat ze in principe met hun IB-aanslag bij de gemeente terecht kunnen. Als ze boven de aanslaggrens uitkomen, zullen zij de aanslag vermoedelijk uit eigen zak betalen. Hiermee komen ze qua inkomen dus onder de bijstandsnorm uit. Hoewel het misschien lijkt te gaan om kleine bedragen, voor mensen in de bijstand zijn een paar tientjes vaak van groot belang.
Herberekenen (eindafrekenen)
Idealiter doet de gemeente of het bureau zelfstandigen na het inleveren van de IB-aangifte een check op de gehele administratie van de pto'er plus de cijfers van de IB-aangifte. Deze worden met elkaar vergeleken en als er opvallende verschillen uitkomen wordt hier verder onderzoek naar gedaan. Wanneer de situatie helder is gaat men over tot de herberekening. De uitkomst van de herberekening is één van de volgende mogelijkheden:
- Een nabetaling
Hiervan is sprake als uit de herberekening blijkt dat een pto'er nog recht heeft op een nabetaling vanuit de Participatiewet. Bij kloppende cijfers uit de administratie is dit hetzelfde bedrag als de aanslag inkomstenbelasting vanuit de Belastingdienst.
- Een vordering
Mocht blijken dat er te weinig is verrekend, dan volgt er een terugvordering. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een klant te weinig inkomsten heeft doorgegeven aan de gemeente.
- Status quo; geen actie nodig
Hiervan is sprake wanneer een inwoner nul inkomsten heeft gehad of verlies heeft gedraaid.
Stap 8 Nabetalen, vorderen of status quo
Nabetalen
Wanneer de administratie van de inwoner klopt en het inkomen dus goed is doorgegeven, dan volgt er (uitgaande van brutoverrekening) na de herberekening een nabetaling vanuit de gemeente. Het bedrag is dan even groot als de belastingaanslag vanuit de Belastingdienst. Op deze manier hoeven pto'ers tijdens het boekjaar geen reserveringen te maken voor de nog komende belastingen. Dit wordt door meerdere gemeenten gezien als de meest duidelijke en prettige situatie voor zowel de gemeente als de inwoner.
Ook is er sprake van een nabetaling wanneer pto'ers enkel hun omzet opgeven en de kosten weglaten of vergeten.
Terugvordering
Mocht blijken dat er te weinig is verrekend, dan volgt er een terugvordering. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een klant te weinig inkomsten heeft doorgegeven aan de gemeente. Meestal is de reden hiervoor dat pto'ers dan geen of geen kloppende administratie hebben bijgehouden. Ook speelt de administratieangst daar wederom een belangrijke rol.
De meeste gemeenten zullen terugvorderingen het liefst zoveel mogelijk proberen te voorkomen. Niet alleen brengt het extra werk met zich mee, het zorgt vaak ook voor vervelende gesprekken met inwoners en frustraties aan beide kanten. De vertrouwensband tussen gemeente en inwoner komt er sterk door onder druk te staan.
Let op! Aan de hand van periodieke controles van de administratie kan in sommige gevallen ingeschat worden of er gedurende het lopende traject (al) een terugvordering is ontstaan. Bijvoorbeeld tijdens een halfjaarlijks voortgangsgesprek. De klant hier tijdig van op de hoogte brengen maakt een groot verschil voor het verloop van het vorderingsproces.
Status quo
Wanneer een inwoner nul inkomsten heeft gehad of verlies heeft gedraaid, hoeft de gemeente na de herberekening geen verdere actie te ondernemen.
Let op! Een resultaat van ‘nul’ betekent niet dat een pto'er dat jaar geen ontwikkeling heeft doorgemaakt. Sterker nog, een nulresultaat kan heel goed gepaard gaan met grote stappen vooruit, zeker in het eerste jaar dat een pto'er begonnen is bijvoorbeeld. Deze uitkomst moet dus niet verward worden met ‘geen succes’.
Tips bij deze stap
Gemeenten geven de volgende tips om deze stap soepel te laten verlopen:
- Zorg voor duidelijke (mondelinge en schriftelijke) informatie vooraf en tijdens het proces, zodat kandidaten weten waar ze op kunnen rekenen.
- Biedt extra administratieondersteuning aan de mensen die het nodig hebben.
- Stuur papieren brieven om de jaarcijfers en de IB-aangifte op te vragen bij de kandidaten. Dit geeft extra urgentie aan voor het belang hiervan. Houdt er rekening mee dat er dan alsnog regelmatig meerdere herinneringen nodig zijn.
- Probeer vorderingen te voorkomen. Als je geen reactie krijgt van een inwoner, probeer dat dan op verschillende manieren voor elkaar te krijgen voordat je overgaat tot een vordering.
- Neem jezelf als gemeente wel serieus; de regels zijn belangrijk om te worden nageleefd.
3 Aandachtspunten
Introductie
In de voorgaande hoofdstukken hebben we een beeld geschetst van hoe gemeenten omgaan met parttime ondernemen in de bijstand. In dit afsluitende hoofdstuk lichten we een aantal belangrijke aandachtspunten rondom parttime ondernemen uit. Het zijn punten die belangrijk zijn om bij stil te staan als je als gemeente met parttime ondernemen aan de slag wil.
We behandelen achtereenvolgens:
- Kennisniveau en de mate van zelfredzaamheid van de pto'ers
- Ruimte en vertrouwen
- De kleine ondernemersregeling (KOR)
- Waarde van pto voor zowel gemeenten als inwoners
3.1 Zelfredzaamheid en kennisniveau
Zelfredzaamheid
In hoofdstuk 1 hebben we beschreven dat het bij pto om een brede, diverse groep mensen met verschillende achtergronden en leeftijden gaat. Belangrijk om in gedachten te houden is dat er vaak verschillende redenen zijn (of combinaties daarvan) waardoor mensen in de bijstand zijn gekomen. Denk bijvoorbeeld aan mensen met:
- mentale beperkingen;
- lichamelijke beperkingen;
- verslavingsproblematieken;
- financiële problematieken;
- detentie-achtergrond;
- een niet-westerse migratieachtergrond;
- beperkte beheersing van de Nederlandse taal.
Voor een groot deel van deze klanten is het niet realistisch om volledige zelfredzaamheid te verwachten.
Kennisniveau
Veel pto'ers weten nog weinig van ondernemen. Een pto-traject kan daardoor heel uitdagend zijn. Het positieve daaraan is dat mensen veel nieuwe ervaringen opdoen en skills verzamelen die hen ook later weer ten goede komen. Het betekent echter ook dat er speciale aandacht moet zijn voor goede begeleiding en duidelijke uitleg van de financiële situatie en regels van onder andere de Belastingdienst. We hebben eerder in de handreiking beschreven hoe je begeleiding kunt vormgeven en hoe je rekening houdt met administratieangst onder deelnemers.
Ook zijn er groepen mensen die qua mentaliteit al heel ondernemend zijn en snel aan de slag willen. Op uurtje-factuurtje basis kunnen ze bijvoorbeeld werken in de bouw of horeca. Deze groep vraagt volgens sommige gemeenten om een aparte aanpak.
Statushouders
Verschillende gemeenten hebben genoemd dat de aanpak voor pto voor statushouders een speciaal aandachtsgebied is, of zou moeten worden. Met name de begeleiding moet hier anders worden ingericht.
De ervaring leert dat (vooral) mensen met een niet-westerse migratieachtergrond bij het starten van een bedrijf tegen allerlei praktische zaken aanlopen. Hierbij valt te denken aan de Nederlandse wet- en regelgeving, het schrijven van een ondernemingsplan, het voeren van een boekhouding, het vinden van klanten, het onderhouden van zakelijke contacten, enzovoort. Meestal ligt daar een gebrekkige kennis van de Nederlandse taal en de (culturele) gebruiken in Nederland aan ten grondslag. Om die reden zet bijvoorbeeld de gemeente Zwolle in op intensieve begeleiding van niet-westerse migranten.
3.2 Ruimte en vertrouwen
De meeste gemeenten die we hebben gesproken benadrukken het belang van het bieden van ruimte en vertrouwen aan mensen. Ze geven aan dat ondernemen vraagt om een zekere mate van ruimte voor experimenteren; vallen en opstaan qua ontwikkeling. Wanneer je dat als gemeente te veel begrenst, ondergraaf je de effectiviteit van pto.
Uiteraard is het belangrijk om de ruimte en het vertrouwen aan je inwoners te geven binnen de geldende wettelijke kaders. Dat is prima mogelijk, aangezien deze kaders gemeenten best veel ruimte bieden.
Ook klanten zelf benadrukken het belang van dit punt.
3.3 De Kleine Ondernemersregeling voor parttime ondernemers (KOR)
De Kleine Ondernemersregeling (KOR) is een regeling die kleine ondernemers vrijstelt voor de btw, zolang ze niet meer dan € 20.000,- omzet per jaar hebben. Voor verreweg de meeste pto'ers is dat het geval; de grootste groep pto'ers heeft een omzet van minder dan € 6000,- per jaar. De KOR maakt het door de btw-vrijstelling makkelijker om te ondernemen als pto'er. Het betekent dat er niet elk kwartaal een btw-aangifte hoeft te worden gedaan en dat de btw ook niet apart geadministreerd hoeft te worden. Dat scheelt enorm veel administratieve lasten.
De KOR brengt de volgende voordelen voor pto'ers:
- Je hoeft geen btw-aangifte meer te doen.
- Je hoeft geen btw-administratie bij te houden.
- Je hoeft de btw niet meer door te berekenen aan klanten.
Deelnemers kunnen overigens ook geen btw meer terugvragen over kosten en investeringen. Lees op de website van de Belastingdienst verder over de KOR.
Een optie voor de toekomst?
Bij navraag onder de gemeenten bleken er maar enkele pto'ers gebruik te maken van de KOR. Veel medewerkers waren niet op de hoogte van de regeling en bij anderen kwam de KOR vaak niet aan bod als gespreksonderwerp in de begeleiding. Overwegend mensen die zelf initiatief nemen (via hun boekhouder bijvoorbeeld, of die er expliciet op worden gewezen door hun consulent) maken er gebruik van.
Let op! Zeker voor de groep pto' ers die te maken heeft met administratieangst, kan de KOR een mooie extra ondersteuning zijn op de weg naar werk. Het loont dan ook de moeite om de mogelijkheden van de KOR goed te leren.
3.4 De waarde van parttime ondernemen in de bijstand
Pto kan zowel voor inwoners als gemeenten een waardevolle tool zijn. Bovendien blijkt dat goede ervaringen gemeenten inspireren om meer aandacht te besteden aan pto en/of om pto breder in te gaan zetten dan ze gewend zijn. Zij bieden hiermee een antwoord op de huidige ontwikkeling op de arbeidsmarkt, waarbij de tendens van vast naar flexibel en van loondienst naar ondernemerschap waarschijnlijk zal toenemen. Zie ook het SER-rapport over de groeiende groep ‘werkende armen’.
De waarde van pto voor gemeenten
- Het is de verwachting dat er komende jaren meer pto'ers de bijstand inkomen. Door nu ervaring op te doen op het gebied van beleid en uitvoering, kunnen gemeenten goed beslagen ten ijs komen wanneer de aantallen gaan toenemen en de vraag naar pto toeneemt.
- Pto is een re-integratieinstrument en/of uitstroominstrument dat kan worden ingezet voor een brede doelgroep.
- Pto zorgt ervoor dat mensen vanuit intrinsieke motivatie weer in beweging komen en weer gaan meedraaien in de samenleving.
- Pto verhoogt de kans op uitstroom naar werk of zelfstandig ondernemerschap.
- Pto daagt gemeenten uit om goede begeleiding te organiseren, waardoor er meer contact met en (in)zicht komt in de situatie van haar inwoners.
De waarde van pto voor inwoners
- Pto speelt in op de intrinsieke motivatie van mensen; ze doen meestal iets wat ze leuk vinden en soms al jaren hebben gewild.
- Pto brengt mensen in beweging, ook na lange periodes van stilstand op de weg naar werk.
- Pto versterkt de eigenwaarde van inwoners; ze doen weer echt mee in de samenleving.
- Pto vermindert de eenzaamheid waar inwoners mee kunnen worstelen. Ze komen soms letterlijk weer voor het eerst ‘de deur uit.’ Ze nemen deel aan activiteiten, leggen contacten en ontwikkelen zich op een manier die aansluit bij hun eigen interesse.
- Pto biedt mensen de mogelijkheid tot werken waar loondienst geen optie is (bijvoorbeeld door medische beperkingen).
- Een pto-traject bij de gemeente maakt voor sommige mensen zichtbaar dat ondernemen (tegen hun verwachting in) toch niet bij ze past. En dat ze liever in loondienst willen werken. Dat brengt rust en focus voor de toekomst.
- Door pto bouwen mensen hun netwerk op en vinden ze regelmatig op eigen kracht een (bij)baan in loondienst.
- Door middel van pto kan iemand zelf voor een deel van zijn inkomen zorgen. Dat draagt bij aan het zelfrespect en de eigenwaarde die mensen voelen.
Begrippenlijst
Pto / pto'er
Parttime ondernemen/parttime ondernemer. Kort gezegd gaat het hier om inwoners die vanuit de bijstand met toestemming van de gemeente maximaal 20 uur per week zelfstandige activiteiten ontplooien en daar geld mee verdienen. Waar mogelijk in combinatie met parttime loondienst. Gemeenten gebruiken verschillende termen voor deze doelgroep zoals deeltijdzelfstandigen, marginaal ondernemers of scharrelondernemers. In deze werkwijzer spreken we van parttime ondernemen en parttime ondernemers.
Bbz
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Regeling om ondernemers met financiële problemen tijdelijk te ondersteunen. Het gaat om het voldoen aan het urencriterium van minimaal 1225 uur per jaar (fulltime ondernemerschap) en een levensvatbaar bedrijf.
Rbz
Regionaal bureau zelfstandigen in Zwolle. Dit bureau voert het Bbz en de pto-regeling uit voor de regio Zwolle. Het gaat om de volgende gemeenten: Hardenberg, Hattem, Heerde, Kampen, Oldebroek, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Westerveld, Zwartewaterland, Zwolle.
Bruto / netto
- Onder het bruto inkomen wordt verstaan:
omzet minus kosten = bruto resultaat (voorlopig inkomen).
- Onder het netto inkomen wordt verstaan:
omzet minus kosten minus belastingdruk = netto resultaat (definitieve inkomen).
Belastingdruk
Het percentage van het inkomen dat pto'ers per jaar aan de overheid moeten afdragen. Met dit percentage kun je berekenen hoeveel de belasting ‘drukt’ op het inkomen van de inwoner. Voor pto'ers is dit in 2022 37,07% inkomstenbelasting en 5,50% premie zorgverzekeringswet (Zvw). In totaal dus 42,57% aan belastingen.
IB-aangifte
Een verkorte term voor de aangifte inkomstenbelasting. Inkomstenbelasting is de rijksbelasting over het inkomen van personen.
Aanslaggrens
De aanslaggrens voor het betalen van inkomstenbelasting is €49. Omgerekend betekent dit dat mensen die €135,00 per jaar of meer verdienen een belastingaanslag krijgen van ten minste 49 euro aan inkomstenbelasting. Deze mensen zijn tevens verplicht IB-aangifte te doen.
Colofon
Divosa
Aidadreef 8 | 3561 GE Utrecht
Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht
030 233 23 37
info@divosa.nl
divosa.nl
Auteurs
Optimalistic
Webredactie
Remco van Brink (Divosa)
Versie
December 2022