Overslaan en naar de inhoud gaan

Onderzoekscahier: arbeidsparticipatie jongeren met een beperking

Laatste update: 10 april 2019

2.3 Duurzaam werk

Jongeren duurzaam aan het werk

Nederlandse Arbeidsinspectie, 2018
Beschrijving

Dit rapport gaat over de vraag in hoeverre UWV en gemeenten aandacht hebben voor de duurzaamheid van werk voor jongeren met een arbeidsbeperking. Het onderzoek is gebaseerd op onder meer interviews met medewerkers van UWV en gemeenten, jobcoaches, medewerkers van Sociale werkplaatsen, jongeren zelf en werkgevers.

De hoofdconclusie is dat UWV en gemeenten meer aandacht hebben voor het aan het werk helpen van de jongeren dan het aan het werk houden. Een andere hoofdconclusie is dat gemeenten veelal kosten-baten overwegingen hanteren waardoor de ondersteuning suboptimaal is. Daarbij kijken gemeenten naar korte termijn budgetten en doelstellingen van het domein werk en inkomen en weinig naar besparingen op de lange termijn of op andere domeinen. Dat gaat ten koste van de inzet van instrumenten zoals jobcoaching en loonkostensubsidie.

Risico’s en goede praktijken

De inspectie onderscheidt in het proces van duurzaam matchen bij gemeenten en UWV voor jongeren met een arbeidsbeperking diverse fases. Het is belangrijk dat er in alle fases aandacht is voor duurzaamheid. De overall conclusie is dat dat er in alle fases risico’s zijn maar ook goede praktijken. De belangrijkste risico’s zijn:

  • Gemeenten hebben onvoldoende capaciteit om jongeren intensief te begeleiden en volgen.
  • Gemeenten hebben onvoldoende expertise om een goede diagnose te stellen van belastbaarheid en mogelijkheden voor een passende baan.
  • Gemeenten hebben onvoldoende besef van het belang van nazorg. Door onvoldoende nazorg hebben gemeenten onvoldoende aandacht voor arbeidsontwikkeling, onderkennen zij risico’s van uitval onvoldoende  en zijn zij ook niet alert op feitelijke uitval.
  • Jobcoaching wordt niet intensief ingezet vanwege de kosten waardoor er geen zicht is op risico’s op de werkvloer.
  • De vereiste samenwerking tussen UWV en gemeenten om de jongere (met opgebouwd ww recht) na uitval uit werk weer naar duurzaam werk te begeleiden is vaak onvoldoende met als gevolg dat de jongere uit beeld verdwijnt.
  • Er vindt sturing plaats die niet gericht is op duurzame plaatsingen door bijvoorbeeld targets en verdienmodellen die gebaseerd zijn op plaatsingen.

Goede praktijken om duurzaamheid te bevorderen:

  • Klantmanagers die jongeren vanaf het moment dat deze nog op school zitten kennen, blijven volgen en ondersteunen naar en op werk. Bij uitval wordt de jongere weer onmiddellijk ondersteund naar werk.
  • Door het monitoren van contracten door gemeenten kan met de werkgever ruim voor het aflopen van het contract besproken worden wat er nodig is voor een nieuw contract of kan er direct begeleid worden naar ander werk.
  • Sommige gemeenten hebben de nazorg expliciet organisatorisch belegd waardoor er veel aandacht is voor ontwikkelingen op het werk en contacten met jobcoaches.
  • Sommige gemeenten zorgen er wel voor dat de juiste expertise wordt betrokken in het proces door het inhuren van arbeidskundige expertise of het zelf in dienst nemen van arbeidsdeskundigen of het opleiden van eigen personeel.
Auteur

Inspectie SZW

Downloads

Inhoud