Onderzoekscahier: arbeidsparticipatie jongeren met een beperking
Laatste update: 10 april 20192.5 De jongere zelf
Het belang van de relatie – motivatie voor begeleiding van jongeren met een lvb
Regioplan, 2015
Beschrijving
De begeleiding van jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) is in veel gevallen langdurig van aard. Bovendien kent de begeleiding van jongeren met een lvb doorgaans geen natuurlijk einde door bijvoorbeeld het behalen van de begeleidingsdoelen, waardoor begeleiding overbodig wordt.
Gezien de vrijwillige aard van de begeleiding in de fase van jongvolwassenheid, is het van belang dat jongeren met een lvb de toegevoegde waarde van begeleiding naar een zelfstandiger leven inzien. Motivatie voor begeleiding is een belangrijke factor voor succesvolle hulpverlening en begeleiding. De werkalliantie tussen de begeleider en de jongere is mede bepalend voor de mate waarin de jongere zich gemotiveerd voelt voor begeleiding en dus ook voor de kans dat het traject wordt doorlopen zoals beoogd.
Ten aanzien van jongeren met een lvb bestaat er vooralsnog zeer weinig gefundeerde kennis over in hoeverre de werkalliantie de motivatie voor begeleiding beïnvloedt. Dit onderwerp stond dan ook centraal in onderzoek dat Regioplan samen met het Lectoraat LVB en jeugdcriminaliteit van de hogeschool Leiden uitvoerde met subsidie van ZonMw.
Goede afspraken en vertrouwen
In het onderzoek zijn bij 34 jongeren die onder begeleiding wonen binnen verschillende instellingen vragenlijsten afgenomen, gesprekken gevoerd en begeleidingsgesprekken geobserveerd. Uit het onderzoek komt naar voren dat jongeren met een lvb een hele concrete opvatting hebben van de werkalliantie. Vooral goede afspraken over de taken zijn vanuit hun perspectief van belang in de context van de motivatie voor begeleiding.
Dezelfde concrete benadering lijken de jongeren ook te hebben over het begrip vertrouwen. Vertrouwen in de begeleider komt in dit onderzoek naar voren als een belangrijke samenhangende factor met de motivatie voor begeleiding. Met vertrouwen bedoelen de jongeren vooral dat de begeleiders hun afspraken nakomen en bijvoorbeeld niet te laat komen. Voor de begeleiders van jongeren met een lvb geeft dit handvatten voor het opbouwen van een goede werkalliantie. Kort gezegd: het sluit goed aan bij de belevingswereld van de jongeren om de werkalliantie zo concreet mogelijk te maken en de focus te leggen op de taken van de begeleiding.
![](https://www.divosa.nl/sites/default/files/styles/paragraph_image_text_width_desktop/public/2023-06/motivatie-voor-begeleiding.png?itok=skvtrz30)
Samenhang tussen de werkalliantie en motivatie voor begeleiding (* p < 0,05; ** p < 0,01; (j) = jongere, (b) = begeleider, WA
Vervolgonderzoek is aan te bevelen
De opzet van het onderzoek maakt het niet mogelijk om uitspraken te doen over een causaal verband tussen werkalliantie en motivatie voor begeleiding. Longitudinaal vervolgonderzoek is daarom aan te bevelen.
Auteurs
Lianne Bertling, Hendrien Kaal, Marloes Snijdewint, Lesley van Scheppingen en Miranda Witvliet (Regioplan)
Contact
Miranda Witvliet
Miranda.Witvliet@regioplan.nl
Download
Het belang van de relatie (Regioplan, september 2015)