Overslaan en naar de inhoud gaan

3 Methodologie van de straat: op zoek naar slachtoffers

3.3 Tijd nemen

Wie (potentiële) slachtoffers wenst te spreken, zal daartoe tijd moeten reserveren en dient geduld aan de dag te leggen. Als je een bepaalde (doel)groep op straat of in de horeca wilt treffen, weet je nooit zeker hoe laat ze komen, als ze al verschijnen. Als het lukt om mensen aan te spreken, is kennis maken nog wat anders dan een gesprek voeren. Mogelijk mislukt een eerste poging tot gesprek, maar door weer te verschijnen, ontstaat er een tweede en derde kans.

Zo raakte ik bijvoorbeeld – onder meer op en rondom de Rotterdamse invalsweg (de Schieweg), waar ik destijds woonde – al doende ooit (halverwege de jaren negentig) in gesprek met drugsrunners, al waren dat voornamelijk daders. Aanvankelijk leek dit vast te lopen, maar van lieverlee werd mijn vasthoudendheid door een deel van de runners beloond met gesprekken en met (steeds wat meer) informatie.

Nog belangrijker dan er simpelweg vaak en lang genoeg ‘zijn’, is de volgende stelregel. Verschillende respondenten benadrukten dit. Als een slachtoffer (of dader, dat maakt in feite niet zoveel uit) eenmaal wil spreken, neem daartoe dan de tijd. Kijk niet op je horloge, stel geen deadline aan het gesprek, maar geef ruimte. Geef wat richting aan het gesprek, maar stuur niet te veel en luister.

Voor slachtoffers is dit laatste geregeld de crux. Als slachtoffers gevoelige zaken vertellen, verlangen ze aandacht. Het onthouden daarvan kan pijnlijk zijn als dat overkomt als (wéér?) een soort afwijzing. Wat een professional doet of laat, is niet zonder sociale gevolgen.