Overslaan en naar de inhoud gaan

Doortastende preventie: slachtoffers zoeken en helpen

Laatste update:

2 Casussen

2.1 Jaren later: een noodkreet

Een wijkagent leert een meisje kennen als tiener. De agent maakt zich om verschillende redenen zorgen over haar. Ze is het slachtoffer van geweld, vermoedelijk (ook) van geweld door haar broers. Het gezin is voor haar dus geen veilige plaats. De straat en het schoolplein zijn dat ook niet, want ze is kwetsbaar en vatbaar. Ze heeft echter geleerd om het gevaar op afstand te houden.

Onderwijs valt haar zwaar, want ze staat in bureaucratische termen te boek als Licht Verstandelijk Beperkt. Dit is deels aanleg, maar ook het product van een chaotische opvoeding. De tiener heeft wel discipline en is vriendelijk in de omgang, ook met de agent.

De wijkagent heeft waardering voor haar houding en ijver, maar voelt aan dat ze vroeg of laat wel (weer) eens in de problemen terecht zou kunnen komen. Hij geeft haar een visitekaartje en schrijft daar zijn mobiele nummer op. Hij drukt haar op het hart dat ze altijd kan bellen, dus wanneer en hoe laat dan ook. Het meisje bergt het kaartje zorgvuldig op, zo blijkt ook wel jaren later. De agent wordt dan plotsklaps gebeld door het meisje. Ze is inmiddels een volwassen vrouw. Het gaat in een bepaald opzicht goed met haar, want ze heeft een baan (in de horeca) en een woning. Ze staat op eigen benen. Dat is voor de agent geen verrassing, want tegenover haar kwetsbaarheden stonden immers een goed ontwikkeld plichtsbesef, beleefdheid en een sociale hardheid waaruit sprak dat ze het wilde redden.

Toch is het op een gegeven moment verkeerd gegaan, hetgeen begon met een relatie. Haar vriend had haar niet lief, maar had haar eerder ‘gescout’ als een beïnvloedbaar slachtoffer. Het meisje was verliefd en verguld dat ze ook wat dit betreft de wind nu eens in de rug had. Ze had de jongeman vertrouwd en op haar naam, met haar handtekening en/of via haar bankrekening, waren aankopen gedaan en bezittingen geregistreerd. Het geld was eruit gevlogen, zonder dat ze wist waarheen. Ze had schulden en een nog groter administratief probleem. Ze had namelijk geen idee hoe haar (geld)zaken er nu precies voor stonden en belt overstuur de politieman. De emotie had uiteraard ook te maken met een gebroken hart en met boosheid omdat ze begreep dat ze op een grove manier beet was genomen.

De agent gaat, een dag later, naar haar toe. Werktijd heeft hij daarvoor niet beschikbaar, maar belofte maakt schuld, dus hij maakt tijd. De agent weet dat hij door deze belofte in te lossen niet alleen een jonge vrouw in paniek helpt, maar ook laat zien dat je op de politie (of overheid) kunt rekenen. Dit weegt beide zwaar voor hem. Hij stelt de vrouw gerust. Niet alleen met aandacht en woorden, maar ook door chaos te scheppen in de financieel-administratieve chaos. Hij belt met bedrijven en met de Belastingdienst en weet het een en ander te regelen. Afschrijvingen of contracten worden teruggedraaid en met de Belastingdienst wordt aangestuurd op een regeling.

De situatie is naar, maar in financiële zin niet geëscaleerd. De kraan wordt zogezegd dichtgedraaid en een materiële oplossing ligt in het verschiet. Sociaal-emotioneel is de klap hard. De wijkagent blijft beschikbaar, al is het vanwege de politietaak wel de bedoeling dat (het sociaal domein van) de gemeente de hulp en begeleiding verder ter hand neemt. De agent zal een vinger aan de pols houden richting de vrouw en gemeente. Dat zal invloed hebben, want de agent is bij uitstek in staat om een ‘klik te maken’ met mensen die hij – ook al is het van korte duur – in zijn werk ontmoet. Daarnaast kent de agent de weg op het stadhuis, zowel ambtelijk als politiek-bestuurlijk. Zijn politieke vaardigheden komen tot uitdrukking in zijn activiteiten voor een politieke partij.

Drie lessen

Er kunnen drie lessen worden gebaseerd op deze casus, namelijk:

  1. Een klik maken: écht en voor lange tijd.
  2. Bijna real-time sociale noophulp op kritieke momenten.
  3. Politie als (geijkt) doorgeefluik richting beschikbare sociale professionals.
Ad 1) Een klik maken: écht en voor lange tijd

In deze casus benut een jonge vrouw, die stevig in de knel zit, een hulplijn die haar ooit is geboden. Ze weet dat ze de problemen niet het hoofd kan bieden en voelt aan dat ‘die politieman’ haar uit de brand zal helpen. In haar sociale netwerk is zo iemand klaarblijkelijk niet voorhanden.

Het klinkt logisch, maar dat is het niet. Jaren eerder had de agent niet alleen een ‘klik gemaakt’ door een betrouwbare indruk te maken. Hij had haar die hulplijn aangeboden, omdat ze die nog wel eens nodig zou kunnen hebben (vatbaar en afkomstig uit een gezin/sociale omgeving met weinig hulpbronnen) en omdat ze die hulp dubbel en dwars zou verdienen. Nu is zo’n aanbod één ding, maar het is bijzonder als zo’n belofte – als een soort sociale verzekering – wordt onthouden en er ook nog eens weinig drempels worden gevoeld om die hulp in te roepen.

Het is in zekere zin ook een staaltje zelfredzaamheid van de jonge (LVB-)vrouw. Dit wijst op een belangrijke les: als kwetsbare mensen op eigen benen staan, is het veel waard als er in het overheidssysteem één of enkele professionals zijn waarop ze zo nodig (vroeg)tijdig een beroep kunnen doen. Dat zou veel narigheid voorkomen, want aankloppen (bellen of via teams) bij ‘een loket’ werpt drempels op. 

Ad 2) Sociale noodhulp op kritieke momenten

De politie verleent 24/7 noodhulp. Dit is een unieke maatschappelijke basisvoorziening, waarop elke burger – zo nodig – een beroep kan doen. Het kan gaan om geweld, maar ook om een sociale crisissituatie waar snel optreden nodig is. Bijvoorbeeld een ‘verward persoon’ die een flat op stelten zet.

De casus laat zien dat er ook behoefte bestaat aan een soort sociale noodhulp. Het gaat daarbij niet om urgente hulp, binnen een kwartier, maar om de beschikbaarheid van een vertrouwde professional die snel komt om te assisteren. In dit geval komt de agent ‘de volgende dag’.

Het valt op dat dit terugkeert in verhalen van andere respondenten: ze worden gebeld over een sociale minicrisis en zorgen dat ze een dag later langs komen, waarbij ze bij voorbaat flink wat tijd hebben ingeruimd. Hier betreft het een financieel-administratieve chaos in combinatie met een soort (en dit is niet strafrechtelijk bedoeld, maar in spreektaal) oplichting of misbruik. In een ander hoofdstuk (namelijk 2.3) gaat het om een tiener die uit huis is gezet, en is gevlucht naar een tante, terwijl hem weinig valt te verwijten. Twee professionals worden op vrijdag gebeld en duiken op zaterdag in een sociaal chaotische gezinssituatie, omdat dit niet kan wachten tot maandag.

Ad 3) Politie als doorgeefluik richting beschikbare sociale professionals

In deze casus lost een agent een oude belofte in. Dat is en voelt vanzelfsprekend. Het wijst echter op een wat meer gangbaar patroon. Namelijk politiemensen die in contact komen met mensen die zichzelf – tijdelijk – niet weten te redden. Dit kan gebeuren in reactie op een melding, als noodhulpagenten in gesprek treden met bewoners en bijvoorbeeld zien dat de enveloppen van de schuldeisers zich letterlijk opstapelen.

Politiemensen stuiten al werkende op problemen in de sfeer van geld, woonruimte of invloed van ‘foute’ of criminele vrienden. Het zijn situaties waarin een langduriger interventie nodig is dan waarin de politie kan voorzien. Dit soort casus kan per e-mail of in een overleg worden overgedragen. Dat kan helpen, maar (te) vaak ook niet. Het past namelijk niet bij de leefwereld van slachtoffers met acute problemen. Als iemand vandaag of morgen hulp wenst, is het nog maar de vraag of dat een week later nog zo is. Een respondent vertelde over een jongen die ‘behandelrijp was gemaakt’ en op een wachtlijst stond, maar op straat reed hij ineens op een nieuwe scooter. Gekregen van een crimineel zonder wachtlijst. 

Wat is de les? Het is veel waard als agenten (of andere frontlijnprofessional) een casus snel kunnen overdragen, binnen een lokaal professioneel netwerk dat net zo alert opereert als criminele netwerken die rekruteren. Als een professioneel netwerk zo opereert, neemt de kans toe dat professionals – zo nodig – vroegtijdig worden geïnformeerd en ingeschakeld door slachtoffers. Net als in deze casus.