Overslaan en naar de inhoud gaan

Doortastende preventie: slachtoffers zoeken en helpen

Laatste update:

4 Moderne slachtofferzorg: zoeken naar doorbraken

4.2 Zorgmariniers: nuttig of zelfs noodzakelijk?

De zorgmarinier is bedoeld om het lokaal bestuur, in het bijzonder het sociaal domein, te brengen tot een niet aflatende zoektocht naar slachtoffers c.q. personen-in-de-knel. Om vervolgens doorbraken te bewerkstelligen onder concrete en urgente omstandigheden. Dat wil zeggen dat praktische, professionele en/of bureaucratische zaken geregeld worden, alvorens (zo nodig) meer langdurige trajecten worden gestart.

Er zijn condities waaronder zorgmariniers waarschijnlijk succesvol kunnen opereren. Daarbij wordt een analogie getrokken met Rotterdamse stadsmariniers. (1) Die mariniers hebben een ‘repressief’ imago, al is dat onterecht als wordt gekeken wat ze doen en waarom ze presteren. De stadsmarinier treft en betaalt praktische maatregelen, masseert, onderhandelt en mobiliseert functionarissen in andere diensten. Op een locatie of ten aanzien van een fenomeen is de marinier duurzaam actief, maar op casusniveau is hij of zij een tijdelijk aanwezige stuwende kracht.

Stadsmariniers lijken eenzame professionals, maar dat is een hardnekkig misverstand. Ze zijn alleen effectief als ze het vermogen hebben tot verbindingskracht met relevante partners die passen bij een belangrijke casus of opdracht. Een stadsmarinier stuurt vaak aan op gezamenlijke actie, bijvoorbeeld met opvangvoorzieningen of politie. Uiteindelijk leveren partners – vanuit organisaties met veel personele en financiële middelen – veel meer inspanningen dan de marinier die nu eenmaal alleen werkt of vanuit een – qua formatie – bescheiden team.

In de interviewronde voor dit rapport tekent zich een soortgelijke taakverdeling af. De zorgmarinier stapt in een urgente situatie, treft de noodzakelijke eerste maatregelen en zoekt dan passende oplossingen door professionele instanties. Er moeten genoeg zorgmariniers zijn, met een organisatorische en financiële basis, maar niet te veel. Ruimte om meteen te handelen dient te zijn gekoppeld aan afhankelijkheid van de medewerking van staande professionele organisaties. De zorgmarinier is boven alles non-bureaucratisch, ook al dient hij of zij volledig te zijn aangehaakt bij het lokaal bestuur.

Nog één stadsmariniermisverstand is relevant voor de beoogde zorgmarinier. (2) Aanvankelijk was het idee dat de stadsmarinier een tijdelijke voorziening was, totdat zijn of haar werk weer kon worden ‘geborgd’ op ambtelijke afdelingen met hun routines. Van lieverlee werd duidelijk dat er telkens weer stedelijke veiligheidsvraagstukken zijn die eenvoudigweg niet passen bij die routines. Daarom is de marinier geen tijdelijke bypass, maar een voorziening met blijvende waarde en betekenis. Voor een zorgmarinier geldt dat er voor vele jaren een taak bestaat (vooruit: lijkt te bestaan) om slachtoffers die in de knel zijn geraakt onder hun hoede te nemen, tijdelijk te helpen en daarna ‘onder te brengen’.

Wat zijn of lijken de condities voor succesvolle zorgmariniers? Daarover is een professioneel debat nodig, maar een gericht schot voor de boeg is mogelijk, namelijk: 

  1. Bijzondere persoonlijkheden.
    Er zijn tactvolle en doortastende ambtenaren nodig voor de functie van zorgmarinier. Ze dienen op straat te excelleren, met een (straat)methodologie die aansluit op de rauw realiteit van – de criminele context rondom – slachtoffers. Op straat dienen ze mensen voor zich te winnen.

    Dat lijkt een stuk eenvoudiger dan het is. Idealiter krijgen ze een straatreputatie als betrouwbare makelaar tussen ellende en steun, en tussen straatcodes en passende en doortastende hulp vanuit het overheidssysteem. De persoonlijkheid van een zorgmarinier dient een deel van het succes te zijn. Ze hebben zich echter niet alleen op straat staande te houden, want goede argumenten om bureaucratische sores – op een gepaste manier – te doorbreken zijn nodig. Eén overwinning op casusniveau richting een zorgaanbieder of gemeentelijke afdeling telt niet, als vervolgens de relatie wordt verstoord. Immers, toekomstige cliëntslachtoffers zouden daar hinder van ondervinden.

    Sterker, het gaat niet om ‘bureaucratisch winnen’, maar om problemen die in samenspel worden overwonnen. Het is belangrijk dat de zorgmarinier wordt geaccepteerd omdat hij of zij redeneert vanuit concrete situaties naar interventies, los van de vraag of dit past bij gangbare of (standaard) beschikbare routines. Het risico bestaat dat zorgmariniers te gejaagd worden of te veel overtuigd raken van persoonlijke voorkeuren. Omgekeerd zijn ze er juist om een aanjaagfunctie te vervullen. Zorgmariniers zouden in zekere zin ‘streetcorner politicians’ moeten zijn: vechten voor de toekomst van cliëntslachtoffers, met tact in de sociale relatie op straat en op het stadhuis.
     

  2. Geleend gezag.
    Een zorgmarinier werkt voor de burgemeester en voor de wethouder Zorg. De zorgmarinier valt niet onder een gemeentelijke dienst, al dient een topambtenaar te fungeren als aanspreekpunt. Aan de korte lijn met bestuurders en topambtenaar ontleent de zorgmarinier veel gezag. Hij of zij handelt namens hen. Deze rugdekking verschaft kracht en invloed en daarmee zogenoemd geleend gezag. Het idee dat bestuurders en de ambtelijke top meekijken, leidt er idealiter toe dat het gebruik van deze steun zelden feitelijk nodig is. Echter, zo nodig en gepast, wordt van bovenaf doorgedrukt.
     
  3. Een zak met geld.
    Een jaarbudget helpt bij de mariniersopdracht. Niet te veel, ook niet te weinig (bijvoorbeeld twee of drie ton), een functioneel budget dat min of meer naar eigen inzicht kan worden ingezet. Het stelt niets voor in vergelijking met zorgbudgetten. Het is handgeld dat eindeloos gedoe over begrotingsposten voorkomt en waarmee kan worden ingespeeld op urgente kansen of noden.

    Een simpel voorbeeld. Als een tiener een scooter cadeau heeft gekregen van een crimineel, brengt de zorgmarinier die met hem terug, inclusief een soort bewijs van inname. Vervolgens wordt een tweedehands fiets gekocht, zodat de jongen naar school kan. De fiets wordt afbetaald met vrijwilligerswerk. Simpel, goedkoop en onbetaalbaar als op die manier beginnende criminele pressie de kop wordt ingedrukt.  
     

  4. Zwerven over straat en door de hiërarchie.
    De zorgmarinier is – naast de burgemeester en de wethouder Zorg – van niemand, maar komt overal, als dat nodig is. Op straat, ook in de nacht, op en rondom schoolpleinen, in jeugdhonken en in panden met kamerverhuur. Er wordt op zaterdag en zondag gewerkt, zo nodig. De conciërge van een school is een contact, net als bestuurders. De zorgmarinier zwerft door de hiërarchie, mag zichzelf uitnodigen voor een gesprek of overleg, mits de omstandigheden daar om vragen. Straatmethodologie en politiek-ambtelijke vaardigheden dienen bijeen te komen; niet in één persoon, maar wel in een klein team van en rond enkele zorgmariniers.
     
  5. Focus en actiegerichtheid op basis van een scherp slachtofferbeeld.
    Op basis van een goed inzicht bij individuele casussen dient een zorgmarinieraanpak te worden gericht op het wegnemen van urgente problemen en beleidsdrempels, zodat meteen vooruitgang wordt geboekt en duurzame hulp op de rit wordt gezet. Casusgerichte analyses zijn echter niet voldoende. Er bestaat – op het niveau van kwetsbare wijken of gemeente – behoefte aan inzicht in de aard, omvang en vindplaatsen van het lokale slachtofferschap. Hiertoe dienen lokale slachtofferbeelden te worden opgesteld.

    Daaruit spreekt – zo blijkt reeds uit het slachtofferbeeld rondom één netwerk in hoofdstuk 2.4 – urgentie en het maakt duidelijk welk ernstig sociaal (slachtoffer)leed resulteert in een prioritaire lokale opdracht. Een overtuigend slachtofferbeeld vervult een noodzakelijke aanjaagfunctie.

Als zorgprofessionals onder de bovenstaande condities worden gepositioneerd, is dat wel pionieren en proberen, om af te tasten wat werkt. Dat blijkt ook uit de interviewronde. Het vak van zorgmarinier wordt nergens gedoceerd en het is niet voldoende om louter – al dan niet als ervaringsdeskundige met ‘een verleden’ – op straat inzichten op te doen. De selectie van de zorgmarinier is belangrijk, al ontbreekt een passende opleiding voor deze taak. Dat maakt het kwetsbaar. Een straatacademie zou nuttig kunnen zijn, voor training en om ervaringen uit te wisselen. Daar gaat wel een vraag aan vooraf. Is het inderdaad nodig om iets wat lijkt op de geschetste zorgmarinier – of doorbraakfunctie als de term niet bevalt – in het leven te roepen?

Voetnoten

  1. Tops, P.W., Hoogenboom, B, Spijker, W. van & Torre, E.J. van der (2009). Van urgentie naar noodzaak. Positie en perspectief van de stadsmariniers in Rotterdam. Apeldoorn/Tilburg. 
  2. Tops, P.W., Hoogenboom, B, Spijker, W. van & Torre, E.J. van der (2009). Van urgentie naar noodzaak. Positie en perspectief van de stadsmariniers in Rotterdam. Apeldoorn/Tilburg.