Overslaan en naar de inhoud gaan

Doortastende preventie: slachtoffers zoeken en helpen

Laatste update:

2 Casussen

2.8 Systeemslachtoffers: doorbraken gezocht

Twee ervaren sociaal-interventiespecialisten noemen zich perse geen hulpverlener. Ze zijn er niet voor lange trajecten, maar voor interventies die een verschil maken onder nare omstandigheden. Ze betwijfelen of ze daarbij altijd te maken krijgen met slachtoffers in strafrechtelijke termen. Sterker, ze schatten in dat ze vaker te maken krijgen met mensen die ook of vooral klem zitten in het overheids- en zorgsysteem. Ze spreken over ‘systeemslachtoffers’. Ze geven daarvan twee voorbeelden, waarbij in de tweede casus ook door een crimineel een slachtoffer wordt gemaakt.

Casus 1

De eerste casus betreft een dame op middelbare leeftijd die, zo is de boodschap van de gemeente, weigert om (mee) te werken. Ze is afkomstig uit Curaçao. Werken wil ze niet, zo luidt de boodschap, maar dat moet wel. De gemeente heeft ‘van alles’ geprobeerd. Er was al ongeveer dertigduizend euro geïnvesteerd in mislukte (ingekochte) re-integratie: ‘weg geld’. 

De vrouw is emotioneel. In de eerste gesprekken wordt niet duidelijk wat er nu aan precies schort. Er wordt wel een band op gebouwd. Dát moet eerst gebeuren, benadrukt het interventieduo. Eerst een klik maken, een relatie opbouwen en luisteren, om daarna – meer instrumenteel – te zoeken naar een maatwerkinterventie. Sociale ellende komt pas op tafel als er een vertrouwensband is opgebouwd.

Dat was lastig, want de vrouw wantrouwde de overheid. Van lieverlee wordt duidelijk waarom ze zich onbegrepen voelde. In het vierde gesprek vertelt de vrouw dat ze in Nederland een zoon heeft verloren bij een ongeluk. Dat was bij de gemeente niet bekend. Het leek er kennelijk niet toe te doen in de zakelijke relatie, ook niet volgens de dame. Hier komt bij dat haar moeder in Curaçao woont en ernstig ziek is. Door deze omstandigheden zit ze aan de grond. Dat ze was gekort op haar uitkering, was bijna een terzijde, vergeleken bij deze problematiek.

Een respondent vraagt wat ze het liefste zou willen. Hij kon het antwoord invullen: terug naar Curaçao, naar haar moeder. Haar dochter blijft dan achter in Nederland, maar die redt zich en gaat samenwonen. De vrouw barst uit in tranen; van verdriet, al is ze ook opgelucht dat dit nu eens ter sprake is gekomen.

De professional bereidt een verzoek richting de gemeente voor. Als de vrouw nog ongeveer twintig jaar een uitkering zou ontvangen, kost dat ruim vijf ton: ‘zo weggeflikkerd.’ Hij maakt een veel goedkoper plan (dan de uitkeringskosten of het re-integratietraject), namelijk van 5.500 euro, al is het probleem dat dit niet past in een gemeentelijke routine. Hij koopt een ticket. Ludiek, maar waar: hij koopt een retourtje, omdat die goedkoper was dan de enkele reis. Toch betreft het een enkele reis, naar haar moeder. Er wordt door de professional een container besteld om de spullen van de vrouw over zee te verhuizen. De professional begeleidt op dat moment ruim tien bijstandsgerechtigden voor dezelfde gemeente. Hij ‘ronselt’ ze, waarop ze de roerende zaken in de woning van de vrouw in de container tillen: ‘de hut leeg getrokken.’ De familie in Curaçao is blij dat ze komt en regelt een woning.

Daar lukt dat dus (wel) in een handomdraai. De vrouw woont er nu en is ‘de gelukkigste vrouw van de wereld.’ Bovendien is er geld bespaard voor de gemeente en is er een schaarse huurwoning beschikbaar gekomen. Daarvoor moest wel – voor eerst – eens goed met de dame worden gesproken en was een maatwerkoplossing nodig, buiten de gebaande paden. Waarom lukte dat zo snel? Als gemeenteambtenaren niet meteen hadden meegewerkt, had de kans groot geweest dat de burgemeester de praktische aanpak had doorgedrukt. Deze straatprofessionals spreken namelijk periodiek (maandelijks) met de burgemeester. En, zo nodig, tussendoor. Straatlogica en bestuurskracht komen zo bij elkaar.

Casus 2

De twee professionals zien meer systeemslachtoffers dan ze lief is. Dit kunnen ze diplomatiek verwoorden, want ze zien en begrijpen hoe het zo kan lopen. Hun boodschap slaat aan en één van hen verzorgde een presentatie over dit systeemslachtofferschap voor het sociaal domein van de gemeente. Soms verliezen ze hun diplomatieke toon, namelijk als kwetsbare mensen met een zorgbehoefte worden getrakteerd op ambtelijke onverschilligheid. Dit is het geval als een jonge vrouw, die het slachtoffer was geworden van een loverboy, wordt geconfronteerd met een botte vraag. De vrouw was zwanger geraakt. Als ze een jaar later, met haar kindje, voor een uitkering bij de sociale dienst zit, wordt gevraagd ‘of ze niet beter abortus had kunnen plegen’. De professional noemt het schaamteloos.

De jonge vrouw is op haar zeventiende, dus als minderjarige, geronseld door een loverboy: ‘regelrechte mensenhandel.’ In die fase van haar leven raakte ze verzeild in foute kringen en werd verliefd op een man die haar heeft ‘neergezet’ als prostituée. Dit gebeurde niet in een hotel om de hoek, of ergens in Nederland achter een raam, maar de hele wereld over. Naast Frankrijk was Dubai een belangrijk werkgebied. Daar komen veel mannen met veel (crimineel of zwart) geld die gretig betalen voor een aantrekkelijke escort.

De vrouw was afkomstig uit een gebroken gezin: veel ruzie en veel ellende, waardoor ze niet goed wist wat een normaal leven inhoudt. Ze kwam een man tegen die (wel) aandacht voor haar had, maar dat was een pooier met ruime ervaring met loverboy-achtige praktijken. Hij maakt haar, zo vertelt de professional, bewust drugsverslaafd zodat ze – vanuit het perspectief van de pooier – makkelijker hanteerbaar werd. Ze raakte jaren later zwanger en was toen ongeveer een jaar niet meer nodig.

Een wijkagent merkt dat ze desperaat en angstig is, omdat de pooier haar niet permanent wil laten gaan. Ze wacht hem op met een mes, waardoor escalatie dreigt. De wijkagent schakelt op dat moment de twee professionals in.

De pooier blijkt een zware crimineel, actief in de drugswereld. De vooruitzichten zijn ongunstig zolang hij de vrouw weet te vinden. Ze wordt daarom verhuisd, naar een geheim adres, om in een veilige omgeving een nieuwe start te kunnen maken. Voor haar kind wordt therapie geregeld en er wordt schuldsanering ingezet.

De interventiespecialist zocht naar een begeleider die écht wat voor haar kon betekenen. Die selectie is precair en de twee respondenten prijzen zich gelukkig dat ze beschikken over een budget en over een poule van professionals die geschikt zijn voor zware begeleidingstrajecten. Zoals nu: een vrouw die de regie terugpakt in haar leven en zich heen zet over trauma’s of ander leed dat (door specialisten) ook in meer medische termen kan worden omschreven.

De kern blijft dat twee mensen – slachtoffer en begeleider – veel voor elkaar over hebben, zo benadrukken de respondenten. Dat is de basis om slachtofferschap te (kunnen) overwinnen. Toch is dat alleen mogelijk met niet alleen de steun en sturing van de burgemeester, maar met daarnaast een interventiebudget: ‘een zak met geld’, zodat onder urgente omstandigheden snel kan worden gehandeld.

Twee lessen

Er worden twee belangrijke lessen gebaseerd op deze casus, die verder worden uitgewerkt in het slothoofdstuk, namelijk:

  1. Zorgprofessionals met budget en geleend gezag.
  2. Situationele doorbraken door interventiespecialisten.
Ad 1) Zorgprofessionals met budget en geleend gezag

De twee zorgprofessionals zijn actief in de frontlinie, met een buurthuis als pleisterplaats in de wijk. Ze hebben beleidsvrijheid, maar zijn ingebed in het lokaal bestuur. Ze beschikken over een budget, zodat niet bij elke maatwerkoplossing binnen een bestaande begroting hoeft te worden gezocht naar ruimte. Casus 1 laat zien dat dit niet alleen resulteert in betekenisvolle sociale interventies, maar ook in kostenbesparingen. Voorts is (een bescheiden som) geld lang niet altijd voldoende, want in een zoektocht naar maatwerk, is ook behoefte aan medewerking van zorginstellingen, justitiële instanties en of ambtelijke afdelingen. Dit kan, zo nodig, aan de orde worden gesteld in direct contact met de burgemeester.  

Ad 2) Situationele doorbraken door interventie-specialisten

De twee interventiespecialisten treffen én organiseren maatregelen en interventies. Dat is waar ze zich op toeleggen. Ze combineren – op basis van een situatieanalyse van de gehele situatie van een cliënt – praktische (eerste) maatregelen en, zo nodig, het opstarten van interventies op de lange termijn. Doorbraken zijn in – een reeks – individuele casus nodig, waarbij een weg wordt gevonden in een veelheid aan (mogelijk) betrokken instanties, professionals of instrumenten. Al volstaat soms een stimulans van zelfredzaamheid, zoals bij de vrouw die terug gaat naar Curaçao. Vaak zal het echter gaan om meer hardnekkige sociale problematiek. Hier ligt de natuurlijke rol en betekenis van interventiespecialisten die tot doorbraken weten te komen. Zie het slothoofdstuk. Er bestaat een structurele doorbraakbehoefte, namelijk als beschikbare routines op het sociaal domein tekortschieten.