Overslaan en naar de inhoud gaan

Doortastende preventie: slachtoffers zoeken en helpen

Laatste update:

2 Casussen

2.2 Gokken als sluipend gif op een hotspot

De invalsweg in een stad telt een typische criminele hotspot. Er is een aanbod van onder meer telecombedrijven, kappers, horeca en budgetwinkels. Criminele (familie)netwerken beschikken in deze straat, via stromannen en tussenpersonen, over panden en ondernemingen. Professionals zien twee criminele netwerken die bij elkaar opgeteld ruim tien zaken in deze straat benutten. Het betreft horeca, detailhandel en dienstverlening.

Deze straat telt locaties waar criminelen elkaar ontmoeten en/of waar illegale goederen en diensten worden geleverd: illegale prostitutie, drugshandel, illegaal gokken en frauduleuze (huishoudelijke) zorg. In ruim zeven jaar tijd sluit de gemeente circa dertig panden, waaronder ongeveer tien sluitingen vanwege illegaal gokken. Professionals en (actieve) bewoners weten en zien dat de illegale gokpraktijken een systematisch karakter hebben.

Het gokken is geconcentreerd in een gedeelte van de straat waar spotters actief zijn. De criminele wereld houdt de gang van zaken in het publieke domein scherp in de gaten. Spotters letten op de aanwezigheid en handelingen van handhavers, van professionals of van andere personen die opvallen. Er worden foto’s gemaakt van (politie)mensen die interesse aan de dag leggen voor panden met verdachte praktijken. De gokpraktijken worden afgeschermd. Digitaal bewijsmateriaal kan, zo nodig, snel worden verwijderd.

Illegaal gokken maakt slachtoffers. Het is een verslavende activiteit. Het valt op dat er in de late uren veel aanloop was en/of is in panden waar wordt gegokt. Er komen veel jongeren en jongemannen op af. Die lopen het risico om verslaafd te raken en om een schuldenpositie op te bouwen bij criminelen, waardoor ze onder druk gezet kunnen worden. Gokklanten lopen ook het risico dat ze worden opgelicht. Gokkers die dachten dat ze een groot bedrag hadden gewonnen, werden niet uitbetaald en kregen een fors conflict met uitbaters. Dat mondde uit in een schietpartij. Kortom, jongeren die op deze locatie systematisch gokken, lopen risico’s.

Bij (nachtelijke) observaties valt op dat vermoedelijke gokpanden zowel worden bezocht door uiterst verzorgde jongemannen (met dure auto’s en dito kleding) als door leeftijdgenoten met sjofele kleding en povere zelfverzorging. Ik spreek met wisselend succes enkele mannen uit die tweede categorie aan. Soms mislukt dit omdat ze Nederlands noch Engels spreken. Ik raak aan de praat met een jongeman die vertelt dat hij gokt in deze straat. Hij zegt dat hij gokt omdat hij gokschulden heeft uitstaan. Als ik een tijdje naar hem heb geluisterd, zeg ik dat dit een riskante vorm van schuldsanering is.

De man beaamt dat hij risico loopt, al gaat het volgens hem om een bescheiden bedrag en heeft hij het wel erger meegemaakt. Hij is dun gekleed voor de temperatuur en ik vraag of hij het koud heeft. De man legt uit dat hij bijna al zijn kleding aan heeft en dat hij het de hele nacht koud heeft. Hij blijkt niet op straat te slapen, al dreigt hij wel op straat te belanden, maar hij heeft nu tijdelijk onderdak. De man informeert wat ik nu precies doe. Ik leg uit dat ik een onderzoekje uitvoer naar illegale praktijken. Daar blijkt hij veel van te weten.

Toch is dit typisch zo’n moment waar voor mij het onderzoek stopt en een poging tot het opstarten van hulpverlening begint. Ik vraag naar zijn contactgegevens en naar toestemming om die door te geven aan een medewerker van de gemeente. Hij weigert. Als we afscheid nemen, zegt hij dat hij het fijn vond om weer eens met een gewoon iemand te hebben gesproken. Ik wijs erop dat de gemeente zoiets voor hem kan organiseren, bijvoorbeeld met dagbesteding. Het lukt me niet om hem met dat argument over de streep te trekken. Ik zie hem de avonden daarna niet meer.

Drie lessen

Er kunnen aan deze casus wederom drie lessen worden verbonden. Daar gaat op dit soort schadelijke hotspots het besef aan vooraf dat een breed ingezet preventief-repressieve aanpak van ondermijning nodig is. Daarbinnen past een lijn die is gericht op het herkennen, aanspreken en helpen van slachtoffers. Wat dat betreft komen drie lessen in beeld:

  1. Er zijn (met hulpverleners): ook om 23.00 uur en om 02:00 uur.
  2. De schaduwkant zien en begrijpen.
  3. Een blinde vlek dichten: slachtoffers in beeld.
Ad 1) Er zijn (met hulpverleners): ook om 23.00 uur en om 02.00 uur

Het is goed of zelfs noodzakelijk dat op dit soort criminele hotspots, waar nachtelijke gokpraktijken slachtoffers maken, ook én juist in de late uurtjes outreachende hulpverleners rondlopen. Op zoek naar slachtoffers. Zij zouden de jongeman uit de casus meer dan eens tegen het lijf lopen. Echte professionals zijn er goed in om onder de huid te kruipen bij mensen en om een klik te maken. Er lopen in deze straat echter geen hulpverleners rond. De criminelen én de slachtoffers zijn er wel in de nacht en de gemeente is, op handhavers na, afwezig. Nachtelijke aanwezigheid van politie én outreachende hulpverleners lijkt echter een kerntaak van het modern lokaal bestuur, zeker in een grote stad. 

Ad 2) De schaduwkant zien en begrijpen

Aan het positioneren van hulpverleners die in de late uren aanwezig zijn op dit soort hotspots (zie punt 1) gaat vooraf dat wordt ingezien dat criminele netwerken hier slachtoffers maken. Illegaal gokken geeft weinig overlast, want het wordt afgeschermd. Het verschijnsel is echter een sluipend gif, want gokken is verslavend en leidt tot schuldenposities bij criminelen. Uit de casus blijkt dat gokkende jongvolwassenen in de knel kunnen raken en hulp nodig hebben, bijvoorbeeld bij het zoeken naar woonruimte of werk. Dergelijke activiteiten kunnen echter alleen succesvol zijn als ook de gokverslaving en -schulden onderdeel worden van een zorg- en interventietraject. Dat kan worden opgestart door op hotspots en hottimes (wat betreft gokken) op zoek te gaan naar personen met een hulpbehoefte.   

Ad 3) Een blinde vlek dichten: slachtoffers in beeld 

De aanpak van ondermijning op dit soort criminele hotspots wordt vaak vooral gericht op daders en op criminele facilitators die criminele netwerken een handje helpen, zoals bijvoorbeeld verhuurmakelaars. Dát deze criminele netwerken hier slachtoffers maken, staat minder op het netvlies of is geen onderdeel van die aanpak. Er surveilleren in de late uren bijvoorbeeld wel handhavers en agenten, maar er zijn geen sociale professionals. De paradox is dat de aanpak van daders veel tijd en energie vergt, terwijl het zoeken en vinden van (mogelijke) slachtoffers tamelijk eenvoudig is. Waaronder slachtoffers die waarschijnlijk ontvankelijk zijn voor een hulpaanbod en die dat nodig hebben. In hoofdstuk 2.5 komt een casus aan bod waar een gemeente in geijkte sociaal-criminele kringen niet alleen daders in beeld brengt, maar vooral ook slachtoffers.