Overslaan en naar de inhoud gaan

3.2 Evaluaties bestaande werkwijzen

Best en Boxtel

Onderzoeksbureau: Verwey-Jonker Instituut

Werkwijze

In Best en Boxtel onderzoekt het Verwey-Jonker Instituut het duale inburgeringsprogramma TaalDoen van het regionale ontwikkelbedrijf WSD. De hoofdvragen in het onderzoek zijn: wat werkt in de huidige aanpak en wat kan worden verbeterd?

In TaalDoen staan werken en doen centraal. Het programma bestaat uit drie modules:

  • taallessen
  • 26 workshops over de Nederlandse samenleving
  • taalstages met taalbuddy’s

Deze duale aanpak richt zich op analfabete en lager geletterde statushouders. Daarmee is deze vergelijkbaar met de Z-route in het nieuwe inburgeringsstelsel. In het evaluatieonderzoek van TaalDoen worden de werkwijze (de uitvoering en de effectiviteit van de samenwerking), resultaten (aantallen deelnemers en ervaringen) en de werking (algemeen maatschappelijke zelfstandigheid deelnemers en participatie) van de aanpak TaalDoen in kaart gebracht.

Rapportage

Video

Interview

Praktisch aan de slag met taal in Best en Boxtel

Zo’n vier jaar geleden constateerden de gemeenten Best en Boxtel dat een flink aantal statushouders met een lage leerbaarheid en analfabetisme niet of nauwelijks in staat bleek om hun inburgeringsexamen te behalen. Omdat er voor deze groep onvoldoende passend aanbod bestond, dreigden zij tussen wal en schip te belanden. Daarop kwamen deze gemeenten in actie en bieden zij sinds 2018 het programma TaalDoen aan: een praktijkgerichte aanpak in drie fases om letterlijk ‘de taal te doen’. Het programma is in de periode tussen 2019 en 2020 geëvalueerd door het Verwey-Jonker Instituut. 'Echt samenwerken is de key.'

Praktijkgericht en vraaggestuurd

De deelnemers leren de taal op een praktijkgerichte manier. De taallessen, taalstages en workshops sluiten zo veel mogelijk aan bij de leefwereld van de deelnemers en die van hun mogelijke toekomstige werk- of schoolomgeving. Het programma werkt vraaggestuurd en streeft naar het aansluiten bij de behoeften van de deelnemers. Ingeborg de Kort, manager van de uitvoerende partij WSD Werkacademie, licht toe: ‘Door in te spelen op de behoefte van de groep zitten mensen meer rechtop in de ‘schoolbanken’. We willen niet het lesboek van A tot Z doorwerken, maar thematisch die stof aanbieden waar de deelnemers op dat moment aan toe zijn. Soms is dat snel op bezoek gaan bij werkgevers, maar dat kan ook uitkomen op uitleg geven over hoe de zorg werkt.’

Samenwerken met verschillende partijen

Een succesfactor van de aanpak is volgens Lisa Boons, beleidsmedewerker bij de gemeente Best, dat de gemeente de regie heeft gepakt op het in beeld brengen en werven van de deelnemers. Maar ook het betrekken van de verschillende partners bij het traject heeft geleid tot goede resultaten. Boons: ‘In de opstartfase hebben we uitgebreid de tijd genomen om te praten met de taalschool, WSD, de maatschappelijke begeleiders van Vluchtelingenwerk en consulenten Werk en Inkomen, om goede afspraken te maken over de rolverdeling. We hadden een gezamenlijk doel en dat werkte erg prettig.’

Positieve resultaten

Wat de betrokken gemeenten opvalt uit de evaluatie zijn de positieve resultaten van de deelnemers. De opzet van het programma, met workshops en een praktische, flexibele insteek wordt door de deelnemers erg gewaardeerd. Daarnaast zijn ook positieve resultaten behaald bij de uitstroom naar werk. Nancy de Louw, beleidsmedewerker bij de gemeente Boxtel vertelt: ‘Dit was toch een groep waarbij we niet direct zulke positieve resultaten hadden verwacht. Dat deze dan toch uit de evaluatie komen, is voor ons echt een opsteker.’

Betere ondersteuning voor buddy’s

Het evaluatieonderzoek heeft ook verbetermogelijkheden opgeleverd waar de betrokken partners veel aan hebben gehad. Bijvoorbeeld over het begeleiden van de buddy’s die aan de deelnemers gekoppeld worden. Boons: ‘De begeleiding van buddy’s vraagt om aandacht en coördinatie door één persoon. We organiseren nu ook terugkombijeenkomsten die in het teken staan van het trainen en begeleiden van de taalbuddy’s.’

Tip voor andere gemeenten

Over de belangrijkste tip voor andere gemeenten is iedereen eensgezind: ‘De key is echt samenwerken. Klinkt makkelijk, maar kan zo lastig zijn. Zet je ego opzij als een andere partij het beter kan. Los gedoe samen op. En niet te vergeten: Toon lef als gemeente!’

Inhoud