Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilotprogramma Veranderopgave Inburgering (VOI)

Laatste update:

1.3 Duale trajecten en kwetsbare groepen in duale trajecten

Introductie

Om snel volwaardig mee te doen aan de maatschappij, zouden inburgeringsplichtigen zo vroeg mogelijk in het inburgeringstraject zowel de taal moeten leren als moeten starten met (vrijwilligers)werk. Bovendien gaat het leren van de taal sneller als de inburgeringsplichtige die direct op de werk- of participatieplek kan toepassen. Dit vraagt om een intensief inburgeringstraject dat werken en leren combineert, snel begint en uitgaat van maatwerk.

De duale trajecten binnen deze pilots zijn allemaal uitgegaan van leren van de taal in combinatie met (toeleiding naar) participatie. In sommige gevallen zijn de taal- en de participatiecomponent nauw verbonden, in andere gevallen vonden de processen meer parallel aan elkaar plaats.

In 3 pilots is speciale aandacht besteed aan kwetsbare groepen met relatief veel afstand tot de arbeidsmarkt. Voor deze deelnemers bestaan extra risico’s op voortijdige uitval uit de trajecten door bijvoorbeeld meervoudige problematiek. 

In juni 2021 is de eindrapportage verschenen.

Samenvatting

In het rapport is te lezen dat zowel gemeenten, inburgeraars als werkgevers die hebben deelgenomen aan de pilots de meerwaarde zien van duale trajecten. Met name analfabete en moeilijk leerbare inburgeraars leren de taal gemakkelijker dan in de schoolse omgeving waarin de ‘klassieke taallessen’ plaatsvinden. Ook dragen duale trajecten bij aan het kennismaken met de Nederlandse werkcultuur.

Een belangrijke les uit de pilots is dat de taal leren en participeren hand in hand gaan. Als de inhoud van de taalcursus inhoudelijk wordt afgestemd op de andere activiteiten gericht op participatie, heeft dat een positief effect op de inburgering. Dat geldt ook andersom. Het helpt als de inburgeraar een participatieplek heeft in een talige omgeving waarbij Nederlands op de werkvloer wordt gesproken.

Daarbij is de plaatsing van inburgeraars bij een werkgever niet zonder uitdagingen. Dit vraagt om draagvlak en geduld van de werkgevers. De inwerkperiode is vaak lang en zij moeten investeren in een persoonlijke benadering van de inburgeraars. Werkgevers zijn over het algemeen tevreden over het functioneren van de inburgeraars en prijzen vooral hun motivatie. Wel geldt voldoende (vorderingen in) taalbeheersing vaak als een belangrijke voorwaarde voor werkgevers om een (vaste) aanstelling te overwegen.

Uit de pilots blijkt dat er niet één beste aanpak bestaat. Wel staan in het eindrapport lessons learned en hulpvragen voor gemeenten bij het opstarten van duale trajecten. Een aantal adviezen zijn: 

  • Begin op tijd, want de organisatie van een duaal traject duurt vaak langer dan verwacht. 
  • Ken je doelgroep. Dit geldt zowel voor individuele als groepsgewijze aanpak: wat is het taalniveau van de inburgeraars en met welke belemmeringen hebben ze te maken? 
  • Zorg ervoor dat duale trajecten ook te volgen zijn door gezinsmigranten. 
  • Zorg voor voldoende massa bij groepsgewijze activiteiten. 
  • Bied intensieve individuele begeleiding. 
  • Bied nazorg voor duurzame, succesvolle plaatsing.

Lees ook

  • In deel 4 van de publicatiereeks 'Pilots inburgering van start tot finish' vind je de interviews met de projectleiders van de pilots binnen het thema 'Duale trajecten en kwetsbare groepen in duale trajecten'.
  • Digitaal magazine over de op 1 oktober 2020 gehouden Leercirkel.
    Met hierin ervaringen en aandachtspunten van de pilotgemeenten plus het verslag van een intervisiesessie.

Inhoud