Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilotprogramma Veranderopgave Inburgering (VOI)

Laatste update:

1.6 Zelfredzaamheidsroute (Z-route)

Introductie

In het nieuwe stelsel krijgen inburgeringsplichtigen een advies voor 1 van de 3 leerroutes: de reguliere of B1-route, de Onderwijsroute of de Z-route. De laatste route is voor inburgeringsplichtigen bij wie tijdens de brede intake wordt vastgesteld dat zij zeer veel moeite zullen hebben met het leren van de Nederlandse taal en A2-niveau waarschijnlijk niet zullen halen.

Het niveau van de onderdelen in de Z-route sluit aan bij de leefwereld en capaciteiten van de inburgeringsplichtige en zijn sterk praktisch ingevuld. De Z-route is daardoor een traject van 1.600 uur met activiteiten die aansluiten bij de persoonlijke integratiedoelen van de inburgeringsplichtige: het leren van de Nederlandse taal, zelfredzaamheid in de samenleving, activering en participatie.

De pilots boden allemaal een intensief traject van ongeveer 20 uur per week voor mensen die onder het oude stelsel zijn ontheven van de inburgeringsplicht op basis van voldoende geleverde inspanning (AGI). De programma’s combineerden taal met praktische vaardigheden en deden ervaring op met lesmethodes die geschikt zijn voor mensen met een beperkte taalvaardigheid en een lage leerbaarheid.

In juni 2020 is de eerste tussenrapportage gepubliceerd en in maart 2021 de tweede. In september 2021 is de eindrapportage verschenen.

Samenvatting

Uit de pilots blijkt dat de combinatie van taallessen en andere activiteiten goed werkt voor inburgeraars die naar verwachting veel moeite zullen hebben met het leren van de Nederlandse taal. De deelnemers hadden aan het einde van de pilot zowel op taalbeheersing als op zelfredzaamheid een kleine vooruitgang geboekt. Bij de start beheersten de deelnemers het Nederlands gemiddeld op pre-A1-niveau, aan het einde van de pilot was dat A1-niveau. De gespreks-, spreek- en luistervaardigheid zijn daarbij meer verbeterd dan de schrijf- en leesvaardigheid. De zelfredzaamheid van de deelnemers is gedurende de pilot ook licht verbeterd. De deelnemers zijn na de pilot Z-route geactiveerd en gemotiveerd om verder te leren.

De deelnemers waren erg tevreden over de taallessen in combinatie met praktijkgerichte lessen. Ook waardeerden zij de ruimte voor extra vragen en uitleg. De activiteiten hielpen om het geleerde in de praktijk te oefenen. Deelnemers daartoe uitdagen is dan ook belangrijk. In de pilots gebeurde dat bijvoorbeeld tijdens bezoeken van gastsprekers of excursies met Nederlanders. Daarnaast helpt een ‘taalrijke werkomgeving’ bij het te oefenen met de Nederlandse taal. Ook wanneer deelnemers zelf niet (veel) Nederlands spreken, worden zij er wel aan blootgesteld doordat zij collega’s Nederlands horen praten.

Daarnaast komt veel persoonlijke aandacht de progressie van deelnemers ten goede. Daarom werkt lesgeven aan kleine groepen (drie à acht deelnemers) die op (taal)niveau zijn ingedeeld goed. Ook bleek de begeleidingsbehoefte van de deelnemers relatief groot te zijn. De begeleiding bleek niet alleen nodig op het gebied van taal, maar ook op andere leefgebieden. Een vast aanspreekpunt is daarom nog een andere aanbeveling van de onderzoekers. 

Lees ook

  • In deel 6 van de publicatiereeks 'Pilots inburgering van start tot finish' vind je de interviews met de projectleiders van de pilots binnen het thema 'Z-route'.
  • Meer over de Z-route vind je in de Handreiking leerroutes (Divosa, maart 2020)
  • Digitaal magazine over de op 1 oktober 2020 gehouden Leercirkel.
    Met hierin ervaringen en aandachtspunten van de pilotgemeenten plus het verslag van een intervisiesessie.

Inhoud