Overslaan en naar de inhoud gaan

Pilotprogramma Veranderopgave Inburgering (VOI)

Laatste update:

1.1 B1-route

Introductie

Het nieuwe inburgeringsstelsel heeft als doel alle inburgeringsplichtigen snel en volwaardig te laten meedoen aan de Nederlandse maatschappij, het liefst via betaald werk. Om dat te bereiken, moeten inburgeringsplichtigen het voor hen hoogst haalbare taalniveau (het liefst B1) nastreven. Dit betekent dat de B1-route door een grotere groep inburgeringsplichtigen zal worden gevolgd en dat meer mensen dan nu examens op niveau B1 (of B2) gaan doen.

De pilots binnen dit thema richtten zich specifiek op de inzet die nodig is om deelnemers van het taalniveau A2 naar B1 te krijgen. In een aantal gevallen is dit gecombineerd met participatie-activiteiten zoals een taalrijke werkplek of stage. In de pilots zijn 2 groepen onderscheiden: mensen die het A2-niveau relatief gemakkelijk hebben gehaald en mensen die meer moeite hebben gehad om taalniveau A2 te bereiken.

Het eindrapport is eind september 2021 verschenen.

Samenvatting

Uit de pilots blijkt dat niet iedere werkplek zich goed leent voor het leren van de Nederlandse taal en dat het combineren van werk en inburgering aandacht nodig heeft van de gemeente. Het rapport beveelt daarom aan om meer taalrijke werkplekken te creëren en ervoor te zorgen dat werken inburgering niet belemmert, maar juist versterkt.

Een taalrijke werkplek, waarbij taal gecombineerd is met (vrijwilligers)werk, kan inburgeraars een boost geven aan het leren van de taal. Hierbij is het volgens het rapport belangrijk dat gemeenten de regie houden en begeleiding regelen. Voor een taalrijke werkplek moet er een (aanzienlijk) deel van de tijd worden geluisterd, gesproken, gelezen en/of geschreven in het Nederlands.

Enkele andere conclusies en aanbevelingen zijn:

  • Praktijklessen en taalmaatjes buiten de taallessen om helpen inburgeraars om de Nederlandse taal in andere situaties actief te oefenen en toe te passen. 
  • Het leren van de taal op niveau B1 vraagt een tijdsinvestering. Veertig uur of onregelmatig werken kan het leren van de taal en het volgen van lessen in de weg staan. Belangrijk is dat inburgeraars voldoende tijd krijgen om de taal te leren, te oefenen en huiswerk te maken.
  • Bij de taalles werkt het goed om zoveel mogelijk homogene groepen op basis van niveau en snelheid van leren samen te stellen. Deelnemers vinden dit ook fijn. Tegelijkertijd is het wenselijk dat inburgeraars ook andere vaardigheden kunnen ontwikkelen voor participatie in de samenleving, zoals digitale vaardigheden en kennis van de Nederlandse samenleving.
  • Voor een succesvol taaltraject helpt het inburgeraars om één vast aanspreekpunt te hebben bij de gemeente voor vragen over de taallessen of over het wegwijs worden in de Nederlandse samenleving

Lees ook

  • In deel 2 van de publicatiereeks 'Pilots inburgering van start tot finish' vind je de interviews met de projectleiders van de pilots binnen het thema 'B1-route: van A2 naar B1'. 
  • Meer informatie over de B1-route vind je in de Handreiking leerroutes (Divosa, maart 2020)
  • Digitaal magazine over de op 1 oktober 2020 gehouden Leercirkel.
    Met hierin ervaringen en aandachtspunten van de pilotgemeenten plus het verslag van een intervisiesessie.

Inhoud