Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking financieel ontzorgen en financiële zelfredzaamheid

Laatste update: 29 februari 2024

6 In gesprek over financiële zelfredzaamheid

6.2 Financiën in de opvang

Het startpunt van de uitvoeringsplicht van gemeenten is de dag waarop het recht op bijstand ontstaat. Voordat statushouders naar de gemeente verhuizen, hebben zij vaak al een paar jaar in een azc gewoond – een periode van onzekerheid met mogelijk grote impact. Met het oog op financieel ontzorgen verdient daarom ook de periode voorafgaand aan huisvesting in de gemeente de aandacht.

Vraag het COA om: 

  • informatie over ‘financiën bij de opvanglocatie’ – denk aan leefgeld of eventuele inkomsten uit werk;
  • een inschatting van de financiële startpositie van statushouders.

Weeg deze informatie mee bij de (door)ontwikkeling van gemeentelijke beleid en uitvoering. Zo laat je het financieel ontzorgen en de begeleiding naar financiële zelfredzaamheid goed aansluiten bij en voortbouwen op de inzet in de periode vóór huisvesting.

Financiële regelzaken 

Tijdens het verblijf in de opvang komen al verschillende onderwerpen aan bod die te maken hebben met financiën. Nadat een statushouder aan een gemeente is gekoppeld, vindt het ‘vergunninghoudersgesprek’ plaats tussen de programmabegeleider van het COA en de statushouder. Hierin is onder meer aandacht voor ‘regelzaken’, zoals het aanvragen van een bankrekening, huurtoeslag, zorgtoeslag en eventueel het kindgebonden budget. Ook worden statushouders voorbereid op de regeldag bij de gemeente en krijgen zij informatie over het aanvragen van gezinshereniging of het aanvaarden van aangeboden woonruimte.

Voorlichting over financiën in de opvang

Financiën komt op verschillende manieren aan bod tijdens de opvang. Een onderdeel van het programma Voorinburgering is de training Kennis Nederlandse Maatschappij (KNM). Bij het onderdeel Wonen is hierin uitgebreid aandacht voor het inkomen (inclusief de verschillende mogelijke toeslagen), versus de vaste woonlasten (inclusief belastingen) en kosten levensonderhoud algemeen. Hier komt ook het inrichtingskrediet aan bod.

Verdiepend wordt ingegaan op energie(kosten), het afsluiten van energiecontracten en de mogelijkheden om op energiekosten te besparen. Ook bij de bespreking van de inrichting van het huis, is nadrukkelijk aandacht voor budgetvriendelijke alternatieven. Deze informatie wordt interactief aangeboden, via (huiswerk)opdrachten, quizzen en filmpjes.

Toeslagen aanvragen, deel 1: rol COA

Zodra een bewoner een beschikking van de IND krijgt, heeft de statushouder (al tijdens het verblijf in de opvang) recht op kinderbijslag (Sociale Verzekeringsbank, SVB) en daarmee over het algemeen ook op kindgebonden budget (inkomensafhankelijke toeslag van de Dienst Toeslagen).  Het COA dient de aanvraag voor kinderbijslag samen met de statushouder in bij de SVB. Statushouders krijgen ook informatie over (de noodzaak van het aanvragen van) het kindgebonden budget, maar het COA kan dit niet samen met hen aanvragen; dit moeten zij zelf doen bij de Dienst Toeslagen. Daarnaast is het van belang om je er bewust van te zijn dat alleenstaande ouders recht kunnen hebben op de ALO-Kop. Het COA-personeel kan informeren of ondersteunen bij de aanvraag. Het leefgeld voor kinderen (COA-verstrekking) stopt automatisch drie maanden na het verkrijgen van de beschikking van de IND.

 Zodra er een ondertekend huurcontract is – meestal al als de statushouder nog in de opvang verblijft – kan de huurtoeslag aangevraagd worden. AIs er in het verleden nog geen kindgebonden budget is aangevraagd, dan komt de statushouder hiervoor automatisch in beeld bij de Dienst Toeslagen op het moment van de huurtoeslagaanvraag door het Toeslagen Service Punt van het COA. Het kindgebonden budget wordt dan alsnog toegekend, met terugwerkende kracht tot een jaar. 

Toeslagen aanvragen, deel 2: rol gemeente en betrokken organisaties

De zorgtoeslag kan pas aangevraagd worden na uitstroom uit de opvang, omdat pas op dat moment een reguliere zorgverzekering kan worden aangevraagd. Het COA heeft hierin geen rol; dit is een aandachtspunt voor gemeenten en (lokale) uitvoeringsorganisaties die betrokken zijn bij de opstart van het financieel ontzorgen in de gemeente. 

Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen (Rva)

Statushouders behouden het recht op opvang (onderdak en overige voorzieningen) totdat ze woonruimte krijgen aangeboden in een gemeente. In de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen (Rva) is vastgelegd welke asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen recht hebben op verstrekkingen zoals leef en/of eetgeld. Lees meer over de Rva en de actuele bedragen van eet- en leefgeld op coa.nl.

Regeling eigen bijdrage asielzoekers (Reba)

Een asielzoeker of statushouder met inkomen of vermogen, die verblijft in een opvangvoorziening van het COA en in de logeerregeling, betaalt een eigen bijdrage conform de Regeling eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen 2008 (Reba). De opvang en bijbehorende verstrekkingen (zoals eet- en leefgeld) zijn namelijk bedoeld voor asielzoekers en vergunninghouders die níet in hun eigen bestaan kunnen voorzien. Beschikken zij wél over inkomen of vermogen, dan wordt van hen verwacht dat zij meebetalen aan de kosten van hun opvang.

De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de hoogte van het inkomen en de gezinssamenstelling. De eigen bijdrage is nooit hoger dan de feitelijke kosten van de opvang – de zogeheten economische waarde. 25 procent van de inkomsten van de asielzoeker/statushouder, met een maximum van 264 euro per maand, worden níet tot de middelen van de statushouder gerekend. Dit betekent dat de statushouder in ieder geval 25 procent van diens inkomen mag houden wanneer dat deel niet hoger is dan 264 euro per maand. Dit bedrag is gebaseerd op de Participatiewet. Bijstandsgerechtigden worden namelijk ook niet gekort op 25 procent van hun inkomsten uit arbeid met een maximum van 264 euro per maand (voor maximaal zes maanden en wanneer zij de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt). 

De afrekening vindt in principe maandelijks plaats, nadat een azc-bewoner de maandelijkse loonstrook met het COA gedeeld heeft. Bij achterstanden, bijvoorbeeld in het aanleveren van de loonstroken, kan de afrekening met terugwerkende kracht uitgevoerd worden. Het kan dus voorkomen dat er na de verblijfsperiode nog een (gedeeltelijke) afrekening volgt.

Een asielzoeker of statushouder is zelf verantwoordelijk voor het tijdig aanleveren van de inkomensgegevens, zodat de eigen bijdrage berekend kan worden. Uitleg hierover vindt op twee momenten plaats: tijdens rechten en plichtengesprek bij instroom bij het COA en later in de opvang tijdens het Reba-gesprek. Als inkomensgegevens niet of niet tijdig worden aangeleverd, wordt de eigen bijdrage met terugwerkende kracht opgelegd en bouwt iemand een schuld op. Dat kan er in de praktijk toe leiden dat de statushouder met schulden de opvang uitstroomt.

De financiële verstrekking van leef- en/of eetgeld in de opvang blijft doorlopen als een bewoner werkt en er een eigen bijdrage (Reba) wordt geheven. De persoon in kwestie ontvangt dit dan naast het bedrag dat overblijft na het betalen van de eigen bijdrage.

Extra aandacht voor startsituatie toeslagen en schulden door landelijke ontwikkelingen

Wees tijdens de brede intake en het opstarten van het financieel ontzorgen alert op toeslagen en schulden. Op landelijk niveau speelt veel rondom de organisatie en ondersteuning van toeslagen voor statushouders – denk aan het moment in het proces waarop zorgtoeslag moet worden toegekend. Daarnaast heeft het kabinet de 24-wekeneis ingetrokken, nadat de Raad van State op 29 november 2023 heeft geoordeeld dat deze eis in strijd is met de Europese wetgeving. Dit betekent dat asielzoekers meer dan 24 weken per jaar mogen werken als hun asielaanvraag zes maanden in behandeling is. Op termijn zullen hierdoor meer statushouders tijdens hun verblijf in het azc werken en een verrekening ontvangen van het COA als zij verhuizen naar de gemeente. 

Inhoud