Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking financieel ontzorgen en financiële zelfredzaamheid

Laatste update: 29 februari 2024

11 Praktijkvoorbeelden

11.3 Gemeenten Gorinchem, Molenlanden, Vijfheerenlanden en Avres

De gemeenten Gorinchem, Molenlanden en Vijfheerenlanden tellen in totaal ongeveer 140.000 inwoners. 

Lokale beleidsvisie

Het beleid van financieel ontzorgen is sterk verbonden aan de Participatiewet. Sinds de Kamerbrief van april 2023, waarin de minister meer ruimte aankondigt voor maatwerk, zetten de drie gemeenten weliswaar in op financiële ontzorging in de eerste maanden na huisvesting, maar geven zij eveneens gehoor aan de behoefte van statushouders aan meer eigen regie. De nadruk ligt bij deze gemeenten dan ook sterk op begeleiding. Financieel ontzorgen heeft alleen toegevoegde waarde als er in die periode ook wordt gewerkt aan de financiële zelfredzaamheid van de statushouder – anders worden mogelijke financiële problemen slechts vooruitgeschoven. 

Aanpak financieel ontzorgen 

De gemeenten Gorinchem, Molenlanden en Vijfheerenlanden geven uitvoering aan de Wi2021 vanuit Werk en Inkomen. Belangrijk hierbij is het voorkomen van de financiële problemen en het stimuleren van financiële zelfredzaamheid. De uitvoering van het financieel ontzorgen is belegd bij de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie Avres. Avres helpt inwoners, inclusief inburgeringsplichtigen, bij werk- en geldzaken. VluchtelingenWerk organiseert de maatschappelijke begeleiding. 

Om financiële problemen te voorkomen, regelt VluchtelingenWerk dat alle betalingen van vaste lasten met automatische incasso worden betaald. Daarnaast adviseert VluchtelingenWerk aan statushouders die risico lopen financieel in de problemen te komen in budgetbeheer te gaan. Daarnaast kan voor elke statushouder die dit nodig heeft een voorschot worden aangevraagd op de toeslagen van 500 euro voor een alleenstaande en 1000 euro voor gezinnen. 

Met maatwerk kan technisch budgetbeheer worden geadviseerd. Een teamleider van VluchtelingenWerk beoordeelt tijdens de warme overdracht per statushouder of technisch financieel ontzorgen vanuit budgetbeheer wenselijk is. Op basis van deze beoordeling wordt een statushouder al dan niet sterk gestimuleerd om een jaar in budgetbeheer te gaan. Na die periode van een jaar bestaat de mogelijkheid om het budgetbeheer af te bouwen of, indien nodig, om de inburgeringsplichtige onder bewindvoering te plaatsen. 

De drie gemeenten onderhouden een goede en langdurige samenwerking met VluchtelingenWerk dat de primaire begeleiding van en communicatie met de inburgeringsplichtigen verzorgt. VluchtelingenWerk kijkt hiervoor naar een aantal kenmerken, maar benadrukt dat het uiteindelijk om maatwerk gaat en dat ook de keuze van de statushouder meetelt. De kenmerken die VluchtelingenWerk in elk geval meeweegt, zijn: psychische gesteldheid, opleidingsniveau, analfabetisme en de informatie van het azc over de inburgeringsplichtige. 

Voor statushouders die in budgetbeheer gaan vanaf het moment van huisvesting kan het inkomensgat opgevangen worden met een zogenaamde roodstandfaciliteit van de budgetbeheerrekening. Avres heeft goed zicht op de financiën om dit eventuele inkomensgat op te vangen. Het inrichtingskrediet is voor 20 procent een gift en voor 80 procent een lening. De hoogte ervan is afhankelijk van de gezinssamenstelling.   

Aanpak begeleiding naar financiële zelfredzaamheid

VluchtelingenWerk voert de begeleiding naar financiële zelfredzaamheid uit. Dit gebeurt via workshops en individuele begeleiding op financiële zaken tijdens de maatschappelijke begeleiding. De cursus Euro-Wijzer is een verplicht onderdeel van het inburgeringstraject. De individuele maatschappelijke begeleiding start al tijdens de periode vóór vaststelling van het PIP en loopt na vaststelling van het PIP nog 12 maanden door (15 maanden in totaal). Aan het begin van de maatschappelijke begeleiding wordt een meting van de financiële zelfredzaamheid gedaan als leidraad voor de begeleiding. Tegen het eind van de 15 maanden begeleiding wordt de meting nog een keer uitgevoerd om te kijken of er nog gaten in financiële kennis en kunde zijn die kunnen worden opgepakt. Bij de communicatie wordt alles zoveel mogelijk in blokken opgedeeld en ligt de nadruk op veel herhaling. 

Indien er een huurachterstand dreigt, zijn de lijnen vanuit VluchtelingenWerk met de woningcorporaties kort. Hierdoor kan VluchtelingenWerk snel ingrijpen en het gesprek aangaan met de statushouder.

Inhoud