Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking financieel ontzorgen en financiële zelfredzaamheid

Laatste update: 29 februari 2024

11 Praktijkvoorbeelden

11.5 Gemeente Rotterdam

De gemeente Rotterdam telt ongeveer 655.468 inwoners. In 2023 heeft de gemeente 1337 statushouders gehuisvest.  

Lokale beleidsvisie

Rotterdam liep met de Rotterdamse Aanpak Statushouders (2019-2022) vooruit op de implementatie van de Wi2021. In de geest van deze wet werden ook statushouders die onder oudere stelsels vielen in de aanpak meegenomen. In juni 2023 verscheen een eerste deelonderzoek van een vierjarig onderzoeksproject in opdracht van de gemeente en uitgevoerd door de Erasmus Universiteit Rotterdam en de gemeentelijke afdeling Onderzoek en Business Intelligence (OBI). In deze rapportage, Van start met het nieuwe inburgeringsbeleid in Rotterdam (2023), worden de eerste ervaringen gedeeld met de uitvoering van de inburgeringswet in Rotterdam. 

De gemeente heeft ervoor gekozen de Wi2021 uit te voeren vanuit de bestaande organisatie, waardoor direct verbinding gelegd wordt met afdelingen die andere wettelijke taken uitvoeren, zoals de Jeugdwet, Participatiewet en Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Een integrale aanpak staat dus centraal en is gestoeld op een beleidskader dat aansluit bij de beleidsdoelen van de Wi2021.

Aanpak financieel ontzorgen

Rotterdam heeft ingespeeld op de extra ruimte voor maatwerk bij financieel ontzorgen uit de Kamerbrief van april 2023. Financieel ontzorgen blijft de norm, maar er zijn nu mogelijkheden om af te wijken. Ook krijgen uitkeringsgerechtigde statushouders een overbruggingskrediet vanuit de bijzondere bijstand voor de eerste maand huur en zorgverzekering. Dit krediet ontvangen zij als gift.

Al voor de Wi2021 hield de gemeente Rotterdam zorgverzekering en huur in op de uitkering. Dit werd aangevuld met het inhouden van alle andere verplichte posten, maar in sommige gevallen bleek dit juist tot financiële zorgen te leiden. De mogelijkheid om meer maatwerk te bieden heeft onder meer geleid tot het ontwikkelen van een beslisboom waarmee klantmanagers kunnen bepalen of ontzorgen nodig is. Het uitgangspunt hierbij is: ontzorgen, tenzij iemand duidelijk financieel zelfredzaam is en ontzorgen een averechts effect zal hebben.

De klantmanager legt de statushouder uit wat financieel ontzorgen inhoudt. De klant tekent hiervoor de machtiging bij de Kredietbank Rotterdam – in de eigen taal of met een tolk. De Kredietbank Rotterdam zet voor financiële ontzorging een bestaande dienst in, waarbij zowel inkomen en toeslagen als vaste lasten automatisch via de Kredietbank verlopen. Het restant van de uitkering wordt overgemaakt aan de statushouder. Via de Kredietbank is persoonlijke roodstand mogelijk, bijvoorbeeld als er sprake is van een inkomensgat omdat niet alle toeslagen op tijd toegekend zijn. De technische ontzorging duurt standaard zes maanden; verlenging is mogelijk. Daarnaast kunnen volledig budgetbeheer of andere reguliere vormen van financiële ondersteuning ingezet worden.

Na vijf maanden adviseert de maatschappelijk begeleider van VluchtelingenWerk op basis van gevolgde trainingen en capaciteiten van de statushouder of het ontzorgen gestopt of verlengd moet worden. De werk- of jongerenconsulent (voor statushouders onder de 27 jaar) neemt hier uiteindelijk in samenspraak met de statushouder een besluit over. Volledige verlenging is meestal niet nodig. Wel wordt er regelmatig verzocht om de zorgverzekering en huur na de eerste zes maanden te blijven inhouden.

Aanpak begeleiding naar financiële zelfredzaamheid

Behalve de gemeente en de Kredietbank Rotterdam is ook VluchtelingenWerk een belangrijke partner in de begeleiding en ondersteuning van statushouders. Al bij de start van de brede intake worden statushouders gekoppeld aan een coach van VluchtelingenWerk. De organisatie is verantwoordelijk voor de maatschappelijke begeleiding en het participatieverklaringstraject (PVT) van statushouders en zet onder andere de cursus Euro-Wijzer in. Ook gaat VluchtelingenWerk zo snel mogelijk aan de slag met individuele begeleiding en budgetcoaching. De maatschappelijke begeleiding duurt maximaal twee jaar. Het streven is dat statushouders hierna (financieel) zelfredzaam zijn. Als er na deze periode nog behoefte is aan begeleiding of ondersteuning dan wordt dit opgepakt via het maatschappelijk werk met een eventuele doorverwijzing naar de reguliere hulpverlening. 

Inhoud