Overslaan en naar de inhoud gaan

Ondermijnende criminaliteit en het sociaal domein: De naïviteit voorbij

Laatste update:

2 Samenwerking

Ervaringsverhaal: De plantjes van Harrie

Harrie (54) is laaggeletterd en heeft moeite om de steeds complexere samenleving te begrijpen. Regulier werk zit er voor hem niet in. Door corona kan hij tijdens de eerste lockdown niet naar de dagbesteding. Hij is eenzaam, de muren in de flat komen soms op ‘m af. Zijn Wmo-consulent belt hem regelmatig. En dan ontmoet Harrie Ray.

Harrie is blij wanneer hij Ray ontmoet. Een vriendelijke man uit de buurt die steeds vaker een praatje komt maken, die samen met Harrie een pilsje pakt. Harrie aarzelt niet wanneer Ray hem vraagt om een van de kamers in zijn flat onder te verhuren. Pas later ziet hij Ray en zijn vrienden lampen en planten de kamer indragen. Harrie is niet blij met de nieuwe geur die in zijn huis hangt. Maar Ray wuift zijn zorgen weg en stopt hem een paar honderd euro toe.

Op een dag staat een medewerker van de woningcorporatie samen met een boa op de stoep. Ze ontdekken de kamer met daarin tweehonderd wietplantjes. Harrie wordt aangehouden en zal zijn flat verliezen. De woonconsulent overlegt met de zorgcoördinator van de gemeente. Ze vertrouwt het niet en weet niet zeker of Harrie nu dader of slachtoffer is. Later vallen nog meer puzzelstukjes in elkaar. Samen met de zorgcoördinator en Wmo-consulent wordt gezocht naar een andere oplossing. Harrie wordt uiteindelijk niet vervolgd.

‘Makkelijke prooi’

Ton Derks, wijk-GGD’er in de gemeente Heusden: ‘Een herkenbaar triest verhaal. Ik durf wel te stellen dat ondermijning in de samenleving steeds vaker voorkomt door de transitie van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Iedereen moet mee kunnen doen in de samenleving. Dit is op zich natuurlijk een mooi streven. Maar er zijn steeds meer kwetsbare mensen die buiten de steeds complexer wordende maatschappij vallen. Mensen met een licht verstandelijke beperking, kwetsbare gescheiden vrouwen die in een benarde financiële situatie zitten, zijn een makkelijke prooi. Deze problematiek speelt zeker ook in Heusden, de gemeente waar ik werk. Je ziet dat vanuit het domein veiligheid wel wordt samengewerkt. Vanuit het sociaal domein ligt deze wens er ook, maar is het nog niet zover. 

Zelf ben ik betrokken geweest bij een vergelijkbare casus en toen hebben we ook in kaart gebracht wat woningsluiting zou betekenen. Ik vind het hoopvol dat hier steeds meer oog voor is en dat ook meer rekening wordt gehouden met de consequenties en kwetsbaarheid van de persoon. Liever nog zou je hier meer preventief beleid op moeten voeren. Dit is vaak AVG-technisch weer ingewikkeld, hier ligt volgens mij dé grote uitdaging.’

Inhoud