Overslaan en naar de inhoud gaan

Rapportage Monitor Vroegsignalering Schulden

Laatste update:

Methodologische verantwoording

Belangrijke aandachtspunten bij interpretatie van de resultaten in deze rapportage

1. Melding, signaal versus huishouden

Bij het monitoren van vroegsignalering wordt gesproken over signalen en meldingen. Een signaal gaat om een enkele  betalingsachterstand van een VLP. Een melding kan verschillende signalen bevatten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee typen meldingen met meerdere signalen:

  • meervoudige meldingen waarbij de signalen van betalingsachterstanden van verschillende VLP’s over dezelfde maand worden samengevoegd;
  • opeenvolgende meldingen waarbij de signalen van betalingsachterstanden van verschillende en/of dezelfde VLP’s over verschillende maanden (tot 3 of 6 maanden terug) worden samengevoegd.

Op basis van de huidige dataset kan niet worden vastgesteld op hoeveel unieke huishoudens of inwoners de meldingen betrekking hebben. In principe is een melding gekoppeld aan een adres. Het is echter mogelijk dat in de dataset met meldingen over een langere periode (voor deze rapportage 9 maanden) er sprake is van terugkerende meldingen voor een adres. Het matchen van signalen tot een opeenvolgende melding gebeurt namelijk maar over de periode van 3 (VPS) of 6 (RIS) maanden. Er kan dus een melding zijn op een adres in februari en vervolgens opnieuw in september.

2. Registratieverschillen BKR (VPS) en Inforing (RIS)

De meeste data in de monitor zijn afkomstig uit de systemen van BKR en Inforing. De wijze waarop registraties in VPS en RIS plaatsvinden is niet hetzelfde. Daarnaast kunnen gemeenten bij het inrichten van hun omgeving in de applicatie van Inforing (RIS) ook zelf aanpassingen maken. Deze factoren leiden ertoe dat er soms data ontbreken of dat data samengevoegd zijn die net een andere grondslag hebben. Twee voor nu relevante verschillen:

  1. Van signaal naar melding:

    In VPS wordt niet elk signaal automatisch een melding. Enkelvoudige signalen worden een enkelvoudige melding in de monitor als een gemeente hiervoor handmatig een dossier aanmaakt. Een gemeente kan een enkelvoudig signaal opvolgen zonder deze opvolging in VPS vast te leggen. Dit is dan niet terug te zien in de monitor.

    Sommige signalen worden niet in VPS verwerkt en direct teruggekoppeld aan de VLP’s. Het gaat om signalen die niet aan de wettelijke vereisten voldoen (bijvoorbeeld leeftijd jonger dan 16 jaar, buiten postcodegebied of uitgesloten adressen (zoals gevangenissen)). Ook is het voor een gemeente mogelijk om een minimumbedrag in te stellen. Alle bedragen beneden het door de gemeente zelf opgegeven drempelbedrag worden niet in VPS opgenomen en direct teruggemeld naar de VLP. Signalen met bedragen van 0 euro worden daarbij wel verwerkt. Deze signalen die direct worden teruggemeld, zijn dus niet terug te zien in de monitor.

    RIS biedt de mogelijkheid om op basis van bepaalde criteria (bijvoorbeeld hoogte schuldbedrag of termijn betalingsachterstand) signalen terzijde te leggen. Gemeenten kunnen zelf bepalen hoe ze dit doen. Daarnaast is er de mogelijkheid om een koppeling te maken met het systeem van schuldhulpverlening en/of de Basisregistratie Personen (BRP). Op basis van de gegevens uit deze systemen kan ook besloten worden een signaal niet om te zetten naar een melding bijvoorbeeld vanwege overlijden of een uitsluitingsgrond op basis van verblijfstitel. Al deze terzijde gelegde signalen zien we niet terug in de monitor.
     

  2. Opeenvolgende meldingen:

    De definitie van een opeenvolgende melding verschilt binnen de twee systemen. Het gaat altijd om signalen die in verschillende maanden zijn aangeleverd. In VPS wordt gekeken naar een periode van 3 maanden, RIS kijkt 6 maanden terug in de tijd. Bij RIS kunnen het signalen betreffen van hetzelfde of verschillende type VLP’s,  bij VPS alleen verschillende VLP’s.

3. Opvolgen van signalen

Gemeenten hebben beleidsvrijheid hoe zij signalen opvolgen. Zoals uit deze rapportage ook zal blijken, kiezen gemeenten voor verschillende manieren om een signaal op te volgen en kunnen meerdere (type) contactpogingen bij één melding worden gedaan. De wijze van opvolging verschilt tussen gemeenten maar ook per gemeente worden signalen op verschillende manieren opgevolgd. Het is van belang om bewust te zijn dat (1) het in deze opstartfase van de monitor nog niet mogelijk is om harde uitspraken te doen over de effectiviteit van bepaalde acties en (2) de data uit de monitor een versimpelde weergave vormen van de complexe variaties van werkwijzen bij gemeenten.

4. Niet-meetbare effecten

Een groot deel van de activiteiten bij het opvolgen van signalen wordt door gemeenten geregistreerd in VPS of RIS. Het is mogelijk dat niet altijd alle activiteiten worden geregistreerd. Bijvoorbeeld omdat reacties op een brief terechtkomen bij een klantcontactcentrum en niet direct bij degenen die toegang hebben tot deze software systemen. Daarnaast heeft vroegsignalering effecten die lastig te registreren zijn. Heeft een inwoner niets van zich laten horen, maar toch zelf actie ondernomen na een brief? Heeft een telefoongesprek de inwoner de juiste handvatten gegeven om de betalingsachterstand zelf op te lossen? Wil een inwoner in eerste instantie geen hulp, maar meldt deze zich later toch alsnog  bij de schuldhulpverlening, nu wetende waar hulp te krijgen is?

Inhoud