Overslaan en naar de inhoud gaan

Wijzigingenoverzicht nieuwe Wet inburgering

Laatste update:

De Wet inburgering 2021

De Wet inburgering 2021 streeft er net als de Wet inburgering 2013 naar dat alle inburgeringsplichtigen zo snel en volwaardig mogelijk kunnen meedoen aan de Nederlandse samenleving, het liefst via betaald werk.

Om dit doel te bereiken wordt van inburgeringsplichtigen verwacht dat zij:

  • het voor hen hoogst haalbare taalniveau bereiken
  • kennis opdoen over de Nederlandse maatschappij en arbeidsmarkt
  • deelnemen aan activiteiten gericht op participatie naar vermogen vanaf de start van hun inburgering

Met andere woorden: het is de bedoeling dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk naar eigen kunnen aan de Nederlandse samenleving deelnemen. Omdat betaald werk niet voor allemaal (direct) realistisch is, kan hun deelname ook andere vormen aannemen.

Regie bij gemeenten

De belangrijkste wijziging is dat gemeenten in het inburgeringsstelsel dat geldt vanaf 2022 de regie hebben over de uitvoering van de inburgering. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de begeleiding en ondersteuning van inburgeringsplichtigen gedurende hun inburgering. De verantwoordelijkheid om te voldoen aan de inburgeringsplicht ligt, net als in het stelsel onder de Wet inburgering 2013, bij de inburgeringsplichtigen zelf.

Vijf subdoelen

Vijf subdoelen dragen bij aan het bereiken van het doel van de Wet inburgering 2021:

  1. Tijdige start van de inburgering
    In het inburgeringsstelsel onder de Wet inburgering 2013 komt de inburgering vaak te langzaam op gang. Om het doel van de Wet inburgering 2021 te bereiken, is een tijdige start cruciaal. Gemeenten dienen daarom zo snel mogelijk te beginnen met de inburgering.
  2. Snelheid van de inburgering
    In het inburgeringsstelsel  onder de Wet inburgering 2013 duurt de inburgering vaak te lang. Van gemeenten wordt daarom verwacht dat zij inburgeringsplichtigen stimuleren om binnen de inburgeringstermijn – en liefst sneller – te voldoen aan de inburgeringsplicht.
  3. Maatwerk
    In het inburgeringsstelsel onder de Wet inburgering 2013  sluit het aanbod van taalonderwijs niet altijd goed aan bij de startpositie en de ontwikkelmogelijkheden van inburgeringsplichtigen. Bovendien is een aanzienlijk deel van hen niet of onvoldoende in staat om zelfstandig te bepalen hoe zij aan hun inburgeringsplicht kunnen voldoen. Ook prikkelt het stelsel hen te weinig om op een zo hoog mogelijk niveau examen te doen. Om het doel van de Wet inburgering 2021 te bereiken, moet het inburgeringsaanbod aansluiten bij de capaciteiten, persoonlijke situatie en leerbaarheid van inburgeringsplichtigen. Van gemeenten wordt daarom verwacht dat zij maatwerk leveren bij het opstellen van het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) en bij de begeleiding en ondersteuning gedurende de inburgering.
  4. Dualiteit: combineren van taal en participatie
    Het inburgeringsstelsel onder de Wet inburgering 2013  focust vooral op het leren van de Nederlandse taal. Om het doel van de Wet inburgering 2021 te bereiken, is het echter cruciaal dat het leren van de taal zoveel mogelijk gecombineerd wordt met activiteiten gericht op deelname aan het dagelijkse leven. Gemeenten moeten daarom bij het opstellen van het PIP ook invulling geven aan de participatiecomponent van de leerroute.
  5. Kwaliteit van het inburgeringsaanbod
    Het inburgeringsstelsel onder de Wet inburgering 2013 stimuleert aanbieders van taalonderwijs te weinig om de hoogste kwaliteit en maatwerk te leveren. Om het doel van de Wet inburgering 2021 te bereiken, is het cruciaal dat er een divers en kwalitatief hoogwaardig inburgeringsaanbod is. In het stelsel dat geldt sinds 2022 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de inkoop en kwaliteit (van een deel) van het inburgeringsaanbod. Verwacht wordt dat zij sturen op kwaliteit van het aanbod en handelen bij (signalen van) misstanden.

Verscherpt toezicht

De kwaliteit van het inburgeringsaanbod wordt ook in het inburgeringsstelsel onder de Wet inburgering 2021 gewaarborgd door het verscherpte toezicht van de Stichting Blik op Werk (BoW). Deze stichting blijft verantwoordelijk voor het onafhankelijke toezicht op het inburgeringsonderwijs. Daarbij is de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) verantwoordelijk voor het toezicht op de taalschakeltrajecten (in de onderwijsroute).

Inhoud