Overslaan en naar de inhoud gaan

Bundel ‘Een radicale omkering in het sociaal domein’

Laatste update:

2 Laveren tussen regels en ruimte

2.3 Streng liefhebben: wet- en regelgeving als kracht

De urgentie van een krachtig sociaal domein is duidelijk. De complexiteit van de opgave ook. Dat brengt ons terug bij het hoofdthema van dit hoofdstuk: het samengaan (en hoe dan?) van hoofd én hart. Van wetten, regels en de menselijke maat.

Lange tijd lag de focus in de gemeentelijke organisatie op handhaving; op controle, voorspelbaarheid en gelijke behandeling en niet op maatwerk of ‘doen wat nodig is’. Met het verschuiven van de focus, is de vraag in beeld gekomen: compassie in de professionele ruimte, hoe werkt dat? Hoe verenig je ‘iemand helpen, steunen, op het rechte pad krijgen’ met het toepassen van wet- en regelgeving? ‘Om betekenisvol te opereren is modern paternalisme nodig’, aldus hoogleraar Bestuurskunde Pieter Tops tijdens het Divosa Voorjaarscongres 2018. ‘Streng liefhebben en duurzame precisie.’ Gezien de toename van ondermijning die het overheidsgezag steeds meer tart, is dit een weliswaar moeilijke, maar noodzakelijke opgave. 

Over regels en mensen in Zaanstad

Aad Sweijen, afdelingshoofd Naleving in Zaanstad, loopt er al jaren tegenaan: regels en handhaving aan de ene kant, de mensen van het wijkteam aan de andere kant. ‘Zij vinden handhaving maar lastig.’ (1)

Sweijen geeft het voorbeeld van een verslaafde jonge vrouw die samenwoont, maar dat verzwijgt. Ze trekt op met jongens die niet goed voor haar zijn, dreigt in de prostitutie te raken en heeft in haar jonge leven al veel schulden gemaakt. De jongerenwerker bouwt contact met haar op. Hij ziet dat ze ten onrechte een uitkering krijgt – omdat ze samenwoont –, maar wil dit niet melden. Dan ben ik haar zeker kwijt, redeneert hij.

‘We nemen de jongerenwerker heel serieus’, zegt Sweijen. ‘Wat adviseer jij?’ We gaan af op zijn professionaliteit. Want er zijn allerlei mensen die van dat jonge leven profiteren. Laten we daar als overheid voor gaan staan. Zorg nou dat dit meisje weer naar een opleiding kan, zelfstandig de wereld in kan. En die gasten die van haar profiteren? Ik ben wel klaar met die grote bek en die ondermijnende activiteiten en dat profiteren van de openbare kas. Het Jongerenloket is nu op een heel andere manier bezig met ons als handhaving.’

Wat Sweijen hier vertelt, laat zien dat handhaving van wet- en regelgeving een belangrijke ordenende en disciplinerende kracht in de samenleving is, een kracht die niet zomaar verloren mag gaan. Het gaat immers niet alleen om ‘doen wat nodig is’ voor de individuele burger, maar óók om de relatie tussen burger en samenleving. Om de jonge vrouw te helpen zodat zij verder kan komen, zoekt de jongerenwerker met compassie naar ruimte in de regels. Tegelijkertijd moet tegen de mensen die van haar profiteren en er ondermijnende activiteiten op na houden, streng worden opgetreden.

Voetnoten

  1. Aad Sweijen, 100 gesprekken, Divosa, 2020.