Overslaan en naar de inhoud gaan

Bundel ‘Een radicale omkering in het sociaal domein’

Laatste update:

3 Een zoektocht naar professionalisering

3.2 Een gezamenlijke nieuwe werkelijkheid

Laten we nog eens inzoomen op de complexiteit van het sociaal domein. In een interview in Sprank (1) zegt Incluzio-directeur Peter de Visser daarover: ‘Als je (de burger, red.) een probleem hebt, dan past dat vaak niet precies binnen de definitie van een bepaalde zorgvraag. Bijvoorbeeld: iemand die zijn baan verliest, gaat naar het UWV. Maar thuis ontstaat er druk op het gezin en krijgt hij ruzie met zijn vrouw. Het gaat altijd om de samenhang, terwijl het sociaal domein nu zo is ingericht dat voor alle deelproblemen een expert en een regeling bestaat.’

Integraal en uniek

Anders gesteld: het ene probleem of vraagstuk hangt nogal eens met het andere samen. En toch bestaat in het sociaal domein de neiging ze in aparte spreekkamers te behandelen. Precies vanwege die kenschets, bestempelt Bosselaar de competentie ‘voorbij scheidslijnen kunnen kijken en in staat zijn verbinding tot stand te brengen’ als een van de belangrijkste eigenschappen van zijn Dinges. En precies daarom past De Visser in zijn bedrijf toe wat hij een ‘radicaal integrale aanpak’ noemt: ‘Ja, natuurlijk heeft een dokter een andere rol dan een schuldhulpverlener. Maar radicaal integraal betekent voor ons: niet uitgaan van jouw oplossing, maar zo dicht mogelijk komen bij wat relevant is voor degene die tegenover je zit. En dat laat zich vaak slecht vangen in afgebakende taakgebieden.’

De Visser voegt daar nog aan toe: ‘In het sociaal domein wordt het belang van de taak vaak verward met het belang van de organisatie zelf. De vraag moet zijn wie de taak efficiënt en goed uitvoert.’ Voor de dagelijkse praktijk geldt dan: ‘De professional moet uitgedaagd worden om los te komen van de eigen oplossingen en durven accepteren dat hij of zij de oplossing misschien helemaal niet heeft.’

En, stelt Bosselaar, onderken dat iedere partner een eigen profiel en iets ‘unieks’ te bieden heeft. Want pas dan kan ieder een bijdrage leveren die ook voor de anderen waardevol is. In de ideale situatie brengt de professional in het sociaal domein een proces op gang waarin de partners elkaars perspectief leren kennen op basis van een concrete casus. Al doende kan zo een gezamenlijke (nieuwe) werkelijkheid ontstaan.

Sámen voor de Bossche bewoner

Den Bosch, 2013. Een vergadering van de gemeente en de woningcorporaties BrabantWonen, Zayaz en Kleine Meierij. Op de agenda staat een onderzoek waaruit blijkt dat een op de drie huurders van de corporaties in 2018 op of onder de armoedegrens zal leven. Met een schok dringt in het zaaltje het besef door dat er een golf van huurachterstanden en gedwongen uithuiszettingen zit aan te komen. Wat nu?

Een van de aanwezigen heeft net een driedaagse cursus gevolgd bij hoogleraar Patrick Kenis (aandachtsgebied: de effectiviteit van netwerken) en denkt: dit is een buitenkans om het geleerde in praktijk te brengen. Laten we dit zien als een maatschappelijk probleem dat we samen met andere betrokken partijen in de samenleving moeten zien op te lossen.

Het Lokaal Woonlastenakkoord ’s-Hertogenbosch werd geboren: een organisatienetwerk dat naast de gemeente en woningcorporaties bestaat uit welzijns- en zorgorganisaties, regionale werkgevers en het sw-bedrijf. Samen willen zij voorkomen dat huurachterstanden te hoog oplopen en mensen hun huis uit moeten. Het belang hiervan is voor alle deelnemers evident: een uithuiszetting kost de samenleving zo’n honderdduizend euro en het leed voor de huurders is niet te overzien. Inmiddels heeft het organisatienetwerk ook een fonds voor huurders in acute financiële nood, de Bossche Bond. Een deel van de partners heeft daarin 5.000 euro gestort. (2)

Voetnoten

  1. Jouw oplossing is niet altijd dé oplossing. In: Sprank 5/2020.
  2. Niemand zit te wachten op een extra baas. In: Sprank 4/2020.