Overslaan en naar de inhoud gaan

Bundel ‘Een radicale omkering in het sociaal domein’

Laatste update:

3 Een zoektocht naar professionalisering

3.3 Vier leefwerelden, maar een eenduidig profiel …?

We hebben het steeds over 'professionals in het sociaal domein'. Die benaming klinkt duidelijk, maar de praktijk leert dat het nog best lastig is om een eenduidig profiel van deze groep beroepsbeoefenaars te schetsen. Want de mensen over wie wij het hebben, zijn afkomstig uit het maatschappelijk werk, de jeugdhulpverlening of zijn klantmanager. Zij hebben verschillende achtergronden – en daarmee ook verschillende rolopvattingen – en moeten, eenmaal werkzaam in het gemeentelijk sociaal domein, complexere afwegingen maken dan zijn wellicht in hun eerdere rol gewend waren.

Voor de professional in het sociaal domein moet een nieuw soort kennis ontwikkeld worden. Kennis die aansluit bij het beroepsprofiel, de beroepsopdracht en de complexe context waarin de professional anno nu opereert.

Klantmanagers moeten dealen met vier leefwerelden, legt lector Arbeidsrehabilitatie Louis Polstra (Hanzehogeschool Groningen) die complexiteit uit. Ze moeten in hun klantcontacten rekening houden met:

  1. wet- en regelgeving
  2. gedragsfactoren
  3. economische factoren
  4. de politieke realiteit

Duizendpoten (of: publieke professionals)

De consequentie van het ‘moeten dealen’ met vier leefwerelden’ is, aldus Polstra: ‘dat we duizendpoten nodig hebben die van al die werelden de ins en outs kennen en daarbinnen de juiste keuzes kunnen maken. Daarom noem ik ze ook publieke professionals.’ (1)

Omdat publieke professionals er voor de klant moeten en willen zijn en tegelijkertijd de wet moeten en willen uitvoeren, verkeren zij geregeld in situaties van wikken en wegen, van enerzijds-anderzijds. Een zekere spanning – belangentegenstellingen, verschillende wetten met verschillende beoordelingskaders en morele dilemma’s – is aan de orde van de dag. Polstra: ‘We verwachten van professionals dat ze hun werk effectief doen en het verschil maken. Maar wat morele waarden betreft is het zelden helder wanneer je het goed gedaan hebt.’ En: ‘In tegenstelling tot jeugdprofessionals zijn ambtenaren binnen de Participatiewet niet persoonlijk verantwoordelijk voor hun handelen – dat is de wethouder. Dat roept voortdurend de vraag op of je het goed moet doen in de richting van de cliënt of van de wethouder.’ (2)

Ido van der Meulen, directeur van beroepsvereniging SAM, zou in elk geval willen dat uitvoerders veel meer als zelfstandige beroepsgroep kunnen functioneren, vertelt hij in Sprank. ‘Naar eigen professionele inzicht van wat wel en niet werkt en met de bijbehorende verantwoordelijkheid. Als bestuurders daar dan de kaders voor opstellen, krijg je veel meer samenspel.’ (3)

Wetenschap en praktijk

Het verschil maken én ieder het zijne geven én de wet uitvoeren én iedereen in gelijke situaties gelijk behandelen, dát is wat het vak van professional in het sociaal domein zo complex en zo moeilijk maakt. En tegelijkertijd zo fascinerend, zo waardevol en zo relevant. Om dat vak goed te kunnen uitoefenen, is kennis nodig. Kennis van uiteenlopende aard.

Lector Inclusieve arbeid Paul van der Aa (Hogeschool van Rotterdam) en universitair hoofddocent Rik van Berkel (Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap) voerden in 2019 in samenwerking met SAM een onderzoek (4)uit naar de opvattingen van professionals over de kennis die nodig is voor hun vak. Daaruit bleek dat de klantmanager (ofwel: de uitvoerende professional) het verschil maakt in de spreekkamer, zoals vaak gezegd wordt. Maar ondertussen lopen de meningen van de geraadpleegde klantmanagers uiteen over wat een goede professional eigenlijk doet met de klant en wat hij daarvoor nodig heeft. De een vond ‘wetenschappelijke kennis’ een belangrijke bron van kennis, terwijl anderen ‘praktijkkennis’ of ‘overeenstemming met collega’s’ belangrijker vonden.

En het wordt nog ingewikkelder: niet alleen individuele medewerkers, maar ook gemeenten leggen verschillende accenten. Ook binnen de beroepsgroep bestaan verschillende visies over wat de juiste kennis is over het vak en hoe je die deelt. Van der Aa: ‘Als al deze betrokkenen hierover een meer gezamenlijke opvatting willen vormen, zal je stevig moeten investeren in het onderlinge gesprek hierover.’

Daaraan voegt Van der Aa nog toe: ‘Gemeenten kunnen ook inzetten op het verhogen van de motivatie van medewerkers en het vergroten van de eigen ruimte om beslissingen te nemen. Dat betekent bijvoorbeeld dat medewerkers ruimte krijgen om hun eigen werk in te delen. Ook hebben ze een hanteerbare caseload nodig en invloed op de inkoop van instrumenten.’

Tussentijdse conclusie: het vak van de professional is complex als het sociaal domein zelf. En een eenduidig beroepsprofiel is niet zomaar geschetst. Is certificering een oplossing?

Voetnoten

  1. Polstra, L. Duizendpoten gevraagd. In: E-magazine Wat werkt in jouw praktijk? 2019, ZonMw.
  2. Polstra, L. Laveren tussen belangen. 2011, Kenniscentrum Arbeid, Groningen.
  3. Altijd aan het werk, geen tijd om na te denken. In: Sprank 1/2020.
  4. Aa van der, P en Berkel van, R. Opvattingen over professioneel handelen in de uitvoering van gemeentelijke arbeidsre-integratie. 2019, ZonMw, Vakkundig aan het werk.